dinsdag 29 september 2015

10. Koffie

“Ik wist eigenlijk wel dat je er zo over zou denken, maar ik vind het toch erg fijn om het nu uit je eigen mond te horen zeggen.
Ze slaakte een diepe zucht van tevredenheid. “Wat heb ik van God toch een fijne en verstandige man gekregen.
Ik ben zo blij met de man die je nu bent lieverd, heb ik je dat eigenlijk wel eens gezegd?”
“O, .. Ik denk pas nog maar slechts zo’n honderd keer “ plaagde hij “Maar het kan mij natuurlijk nooit genoeg zijn!”
“Je weet dat er in onze kringen heel vaak anders over dit soort dingen wordt gedacht.
Mensen van stand zouden alleen mogen trouwen met andere mensen van
stand.
En voor liefde is vaak niet echt veel ruimte, familiebelangen gaan voor zoals je weet.”
“Ik weet het, maar zijn er daarom niet zoveel echtparen in hun huwelijk zo ziels ongelukkig?” antwoordde hij. “Laten we voornemen William zo’n ellendig huwelijksleven niet op te leggen, ik zou het vreselijk vinden als hij door onze schuld doodongelukkig zou worden.
Ik wil zoiets niet op mijn geweten hebben.” Ze knikte instemmend.
“Maar goed, voorlopig lopen we nog wel erg ver op de zaken vooruit.” Ging hij verder.
“Hij heeft nu pas zijn eerste afspraakje en misschien zal het wel nooit meer worden.”
“Misschien niet” zei ze “Maar weten doe je het nooit, en dan is het wel fijn om van elkaar te weten wat die ander er van vind.”
“Gelijk heb je schat, maar zullen we nu zelf ondertussen ook maar eens van tafel gaan?
Dan kunnen ze de boel gaan wegruimen.”
De daad bij het woord voegend stond hij van tafel op en zette hij de stoel van zijn vrouw naar achteren om het haar gemakkelijker te maken van tafel op te staan.
Daarna gaf hij zijn vrouw een arm en begeleide hij haar galant de kamer uit.
Nadat William zich weer lekker had opgefrist, pakte hij een nieuw kostuum uit de kast en maakte hij zich gereed om naar de salon te gaan.
Eenmaal daar aangekomen ging hij naar buiten en nam hij vervolgens plaats op de balustrade.
Uitkijkend over zee gingen zijn gedachten uit naar de komende tijd dat hij van dit alles weer voor lange tijd afscheid zou moeten nemen.
Straks moest hij weer naar zee en was dit lieve leventje voor een heel poosje uit.
Dan stond hij weer onder de strenge krijgstucht en die harde onbuigzame wetten die op ieder marineschip in oorlogstijd golden.
Ook voor een jonge Lord als hij in opleiding tot luitenant ter zee werd hierop geen enkele uitzondering gemaakt.
Over een korte tijd ging hij noodgedwongen voor zijn vaderland het gevaar weer tegemoet.
En niemand kon hem vertellen hoe lang die verschrikkelijke oorlog met al zijn ellende van dien nog ging duren.
En ook niemand kon weten hoeveel tijd er weer overheen zou gaan voordat hij weer vaste voet zou kunnen zetten op Engelse bodem.
Zijn gedachten werden onderbroken door een geluid vanuit de salon.
Schuchter en bedeesd kwam Jeanne binnen lopen.
“Vergeef mij dat ik zo maar brutaal binnen kom lopen, my Lord.
Maar ik had al een aantal malen op de deur geklopt en u deed maar niet open.
Ik dacht dat u mogelijk buiten zou staan en daarom ben ik zo vrij geweest om toch maar naar binnen te gaan.”
Hij stond direct op en liep breed lachend naar haar toe.
“Fijn dat je er bent Jeanne, wil je hier buiten zitten of toch maar liever binnen?”
“Wat u maar wenst my Lord” antwoordde ze voorzichtig.                                                                                                                
“Dan zit ik liever buiten als je het niet erg vindt.”
“zeker niet, my Lord.”
“Uitstekend dan!, neem plaats alsjeblieft.”
William pakte vlug een stoel uit de salon en zette die voor haar neer, hield vervolgens de rugleuning vast en begeleidde haar met zijn andere arm galant naar de stoel.
Verwonderd ging ze zitten.
“Dat had u niet hoeven doen, my Lord!, ik ben maar een gewoon dienstmeisje, ik hoor voor u uw stoel aan te reiken.”
“Nee!, deze avond doen we het eens helemaal anders, deze avond ben ik jouw gastheer.
Mag ik jou voor de verandering eens een kopje koffie aanbieden?”
Verlegen met de volkomen onverwachte situatie antwoordde ze bedeesd, “Dank u, my Lord.”
William riep Stuart binnen en vroeg hem om de koffie in de salon te brengen.
Na kortte tijd kwam Stuart binnen met een blad waarop een koffiepot, twee kopjes, melk, suiker en gebak stonden.
“Dank je Stuart, zet het daar maar neer, ik doe de rest zelf wel.”
“Weet u dat zeker?, had my Lord nog iets anders gewenst?” vroeg Stuart verwonderd.
“Nee dank je, dit is voldoende, je kunt weer gaan en zorg er voor dat we voorlopig niet gestoord zullen worden.”
“Jawel, my Lord” met een lichte buiging liep hij richting de uitgang van de salon.
Daarbij passeerde hij Jeanne en wisselde hij met haar een korte blik van verstandhouding.
Zachtjes sloot hij de deur achter zich, waarna hij glimlachend verder ging met zijn andere bezig heden.
“Wil je wat melk of suiker in je koffie Jeanne?” vroeg William haar.
“Een scheutje melk alstublieft, my Lord” antwoordde ze nog steeds wat bedeesd.
“Laten we de titel ’my Lord’voor deze avond maar eens voor een keer achterwege laten, vind je ook niet?
Noem mij maar William als je het niet erg vindt, want zo heet ik tenslotte.”
“Als dat is wat u wenst my Lo, ..eh, ...William” herstelde zij zich snel.
“Graag, anders is het zo officieel vind je niet?
Vertel eens, heb je het hier op het kasteel een beetje naar je zin?“ vroeg hij haar oprecht belangstellend, terwijl hij ondertussen d’r koffie aanreikte, en er ook een voor zichzelf inschonk.
“Oh ja!, het is hier heel erg fijn, en heel anders dan bij de mensen waar ik eerst voor moest werken!”
“Wat is er dan precies zo anders aan?” wilde hij van haar weten.
“Letterlijk alles!, de sfeer, de mensen, de omgeving, echt alles!”
“Was het adres waar je hiervoor werkte dan zo slecht?”
“Nou en of!, ze behandelden daar het personeel als slaven en keurden ze zelfs geen blik waardig.
Ik heb daar een half jaar moeten dienen, maar dat was een half jaar te lang!”
“Waar was dat dan precies?” vroeg hij nu nieuwsgierig geworden.
“In Londen, bij de familie Henderson, zij wonen in Bondstreet.”
William knikte begrijpend, hij kende die familie wel, het waren inderdaad koude, harteloze mensen, wier harten alleen gesteld was op geld, eer en macht.
“Gelukkig voor je dat je hier bent aangenomen.”
“Ja, dat kunt u wel zeggen.
Dank zij mijn oom Stuart, die een goed woordje voor mij heeft gedaan, ben ik hier nu aangenomen.
U snapt nu wel dat ik daarom enorm was geschrokken van die blunder eerder deze dag, ik zag mijzelf al weer binnen enkele dagen eerloos ontslagen worden.”  

9. Vrolijkheid en schaamte

“Het is al goed hoor Stuart ,“ lachte Lord Brightton, er is geen blijvende schade en we hebben er allemaal best ‘smakelijk’ om kunnen lachen.”
“Ja” lachte ook William “Laten we eerlijk zijn, niet elke dag word het lekkers zo elegant in je schoot geworpen!”
Zichtbaar opgelucht haalde Stuart adem, ook hij kon nu, zij het wellis waar nog wel wat schuchter, om het hele voorval lachen.
Jeanne kwam weer binnen met het schaamrood nog op de kaken.
Ze had in de ene hand een aantal doeken en in de andere een kan met warm water.
Terwijl ze druk bezig ging met het opruimen van de rotzooi durfde ze bijna niet op te kijken.
Op het moment dat ze met een doek die gedrenkt was in warm water bij William om zijn jasje vroeg keek hij haar vriendelijk aan.
Ze sloeg haar ogen neer en keek beschaamd naar de grond.
“Lastig he?” zei William “Als zo’n karbonade ineens een geheel eigen willetje blijkt te krijgen.”
Ze keek een beetje verrast op, niet wetende wat ze van zijn opmerking denken moest.
”Denk je dat hij rustig op je dienblad op z’n beurt ligt te wachten” ging hij lachend verder “En wil je hem pakken, springt ie er plotseling af!
Maar ik ben toch erg blij dat je hem weer zo snel hebt weten te vangen “ ging hij olijk door terwijl hij naar zijn bord wees.
Het meisje keek nu nog verbaasder, terwijl het langzaam tot haar door begon te dringen dat William een grapje maakte en op die manier de situatie wat voor haar probeerde te redden.
“U, ..u..bent niet boos op mij my Lord?” stamelde ze verbaasd. “Nee, waarom zou ik?“
Hij bleef haar vriendelijk lachend aan kijken.
“Je hebt er tenslotte uiteindelijk toch voor gezorgd dat hij nu op mijn bord ligt nietwaar?, en we hebben er allemaal ook nog eens best hard om kunnen lachen zoals je kunt zien.”
Het meisje keek nu steels om zich heen en zag iedereen met een grote lach rond de lippen vriendelijk naar haar kijken.
“U, ..u..bent te goed voor mij!, dank u my Lord!” zuchtte ze opgelucht, terwijl ze nu zelf ook wat schuchter om de situatie mee kon lachen.
“Ik knap mijzelf zo wel wat op” reageerde William luchtig, “Laat die doek maar zitten”zei hij tegen Jeanne.
“Stuart, wil jij het bad laten vullen?, en Jeanne” zei hij, het antwoord van Stuart niet afwachtend, “Zou jij mij de eer willen doen om straks op het balkon van de salon met mij een kopje koffie te komen drinken?, vanzelfsprekend nadat ik mijzelf wat heb opgefrist.”
Het meisje kon totaal verrast enkel nog wat onverstaanbaars stamelen.
“Ik hoop dat ik hier een positief antwoord uit op mag maken?”
Het meisje kon echter alleen nog maar heftig ja met haar hoofd knikken vanwege het feit dat ze nu helemaal geen normaal woord meer over haar lippen kon krijgen van opwinding die haar tong volledig deed verlammen.
Ze keek William een ogenblik verloren aan, daarbij totaal met haar houding geen raad meer wetend.
“Dan zie ik je om acht uur in de salon, komt deze tijd voor jou ook gelegen?“ vroeg hij haar, terwijl hij d’r vriendelijk in de ogen bleef kijken, om er zeker van te zijn dat ze zich niet gedwongen voelde om op zijn uitnodiging in te gaan.
“D, .. di, ..die tijd lijkt mij heel geschikt my Lord,” stamelde ze, terwijl ze uit alle macht haar verlamde tong dwong de woorden duidelijk uit te spreken, zodat het nu enigszins wat meer verstaanbaar werd wat ze zei.
”Wilt u dan nu soms dat ik uw karbonade opnieuw laat opwarmen?, hij zal nu
ondertussen wel koud zijn geworden “ zei ze vlot, in een poging op een ander onderwerp over te gaan waarin ze zich wat meer thuis voelde.                                    
“Nee hoor dank je, ik lust hem zo ook wel.“
“Dan ga ik nu, als u het tenminste goed vind, en, ..en indien u mij nu niet meer nodig heeft, weer snel naar de keuken.”
“Dat is prima, de kok zal uw hulp best wel kunnen gebruiken denk ik zo.”
Terwijl Jeanne de dining room uit liep, werden haar gedachten bestormd door alles wat ze zojuist had meegemaakt.
Een ding was zeker, dit had ze nooit en te nimmer ook ooit maar kunnen bedenken nadat ze die enorme blunder had begaan.
Ze had geheel terecht een enorme reprimande verwacht, maar daarentegen was ze nu nota bene uitgenodigd om op de koffie te komen bij de jonge Lord!
Een zéér knappe jonge Lord trouwens, stelde ze voor zichzelf vast.
Maar nu moest ze niet meteen gaan doordraven!
Een lord zou zich zeker niet serieus inlaten met een eenvoudig meisje zoals zij, alhoewel?
Het was nu ook niet bepaald helemaal normaal te noemen om na zo’n enorme blunder door een Lord op de koffie gevraagd te worden.
Zijn vader en moeder keken William met nieuwsgierige blikken aan.
“Wat zitten jullie nu zo vreemd lachend naar mij te kijken?” vroeg hij quasi niet begrijpend.
“Niets” zei zijn vader knipogend naar zijn moeder.
“Het is anders wel een vriendelijk meisje hè?” zei zijn moeder luchtig, “En niet eens lelijk ook!” reageerde zijn vader er direct achteraan, net doende of William er niet bij zat.
“Hou maar op met dit spelletje, ik weet toch wel wat jullie bedoelen, ik heb haar alleen maar uitgenodigd omdat ze zo erg was geschrokken.
Ik dacht haar op deze manier wat over haar schrik heen te helpen zodat ze zich in vervolg wat minder ongemakkelijk zou voelen.”
“Ja, .. ja,” zei zijn vader plagerig geheimzinnig en zeker niet overtuigd dat dat Williams enige bedoeling was.
“En dat ze daarbij ook nog eens erg knap is, was je zeker ook niet opgevallen?“
William begreep dat het maar beter was om te zwijgen want overtuigen kon gij hen toch niet meer, temeer omdat hun verdenkingen nog waar waren ook!
“Ik denk dat mijn bad nu wel klaar zal zijn” zei hij snel, een excuus zoekend om de tafel zo snel mogelijk te verlaten en op die manier aan hun vragende blikken te ontsnappen.
“Als u mij wilt excuseren?”
Natuurlijk geen antwoord afwachtend stond hij vlug op, en maakte hij snel dat hij weg kwam.
Zijn vader en moeder barstten nadat hij weg was tegelijk in lachen uit.
“Hij heeft echt heel veel van jou weg Richard, hij lijkt werkelijk op je als twee druppels water.”
“Voor één keer geef ik je volkomen gelijk schat!” grijnslachte hij, terwijl hun ogen elkaar ondeugend glinsterend vonden.
“Alhoewel hij toch ook heel wat weg heeft van jou.” merkte hij toch nog terloops even op.
“Zou je er trouwend op tegen zijn als zoiets werkelijk ooit wat zou worden?” vroeg zij hem nu ernstig.
“Ze is nu eenmaal niet van dezelfde afkomst als wijzelf, zou dat een groot bezwaar voor je zijn?” “Nee, absoluut niet!” antwoordde hij beslist.
“Als ze werkelijk van elkaar zouden gaan houden is dat voor mij het allerbelangrijkste. Alhoewel het waarschijnlijk ook wel zo zijn problemen met zich mee zal brengen.
Maar die heb je nu eenmaal in elk huwelijk, en die zijn er volgens mij om overwonnen te worden nietwaar?

8. Een ongeluk zit in een klein hoekje

“Ik heb daar eerlijk gezegd helaas niets van kunnen ontdekken.”
“Konden het geen toplichten zijn van een schip dat op zee lag te deinen in de wind?” merkte zijn vrouw luchtig op.
”Op grote afstand lijkt het dan net of de lichtjes aan en uit gaan.”
“Dat zou natuurlijk ook kunnen” zei lord Brightton weifelend “We moeten natuurlijk niet overal spoken gaan zien.“
”Durf jij het partijtje schaak nog tegen mi af te maken William?” daagde hij zijn zoon uit.
“Ha!, wat dacht u,  ik geloof dat u aan zet was.”
“Ja volgens mij ook, en geloof maar niet dat ik mijzelf al zo snel gewonnen zal geven jongeman!” grijnslachte hij.
“Als jullie elkaar nog even bezig houden dan ga ik ook weer verder waar ik mee bezig was” zei lady Brightton, terwijl ze al naar de deur liep om de salon te verlaten.
Maar de mannen waren alweer zo snel in hun spel verdiept geraakt dat ze nauwelijks nog reageerden, alhoewel, al die vreemde voorvallen lord Brightton toch nog steeds niet helemaal losliet.
“Schaakmat!“ zei lord Brightton met een genoegzame glimlach op zijn lippen, terwijl hij zijn koningin, gedekt door een slim opgesteld paard, recht voor de koning van William plaatste zodat die geen kant meer op kon.
Teleurgesteld keek William naar het bord, maar hoe hij ook keek, hij kon geen enkele zet meer bedenken om het ontstane probleem op te lossen.
Sportief gaf hij zijn vader een stevige hand.
“Goed gedaan vader!”
“Jammer voor jou jongen “ zei z’n vader nog steeds van oor tot oor glimlachend.
“Maar je was teveel met je eigen aanval bezig, zodat je mijn zet met het paard verkeerd beoordeelde en te weinig van belang achtte.
Dat was uiteindelijk het begin van het einde zoals je ziet.”
“Jammer, want het ging net zo lekker ” zei William toch wat teleurgesteld in zichzelf.
 “Het was behoorlijk spannend zo op het laatste moment, maar u heeft door nogal grote risico’s te nemen uiteindelijk voor uzelf de overwinning kunnen forceren.”
Met een klop op de deur kondigde Stuart zich opnieuw aan.
“Ik dacht dat u het wel op prijs zou stellen om te weten dat alles volledig naar uw wens is geregeld, my Lord.”
“Uitstekend, dank je wel Stuart.”
“Ik moest van my Lady aan u doorgeven dat ze u verwacht in de old dining room, daar zal over enkele ogenblikken het diner worden opgediend, my lord.”
Na enige tijd zat de familie Brightton heerlijk te genieten van de geurige spijzen die door de bedienden aan hen werden voorgezet.
Op een bepaald moment werd William’s belangstelling gewekt door een verlegen uitziend meisje van ongeveer zijn eigen leeftijd, dat hielp bij het opdienen van het warme vlees.
Hij volgde haar elegante bewegingen zo onopvallend mogelijk met zijn ogen.
Op één of andere manier had ze iets gracieus over zich, alsof ze niet dat eenvoudige dienstmeisje was wat hij nu voor ogen zag maar meer iemand waar mogelijk zelfs wel adellijk bloed door de aderen stroomde.
Ze had een open en vriendelijk gezicht en haar neusje wipte iets omhoog als ze haar stralende glimlach liet zien waardoor er een paar mooie witte tanden zichtbaar werden.
Hij was nieuwsgierig geworden naar haar naam en hij begreep eigenlijk niet waarom zij hem niet eerder was opgevallen.
Maar eigenlijk kon hij zich ook niet herinneren haar ergens eerder gezien te hebben.
Het meisje verdween weer met de schaal waarop het vlees had gelegen terug naar de keuken.                                                                                                  
“Wie was dat meisje dat hier net het vlees stond op te dienen moeder?” vroeg hij haar zo terloops mogelijk, “Ik heb haar volgens mij hier nog niet eerder gezien.”
“Ze heet Jeanne Mallory en ze is het nichtje van Stuart.
Ze is bij ons een paar maanden in opleiding.
Stuart heeft haar bij ons aanbevolen, en dat je haar niet eerder hebt gezien klopt wel omdat ze hier pas gisteravond is aangekomen.”
Jeanne kwam opnieuw binnen met een flinke schaal gevuld met grote stukken dampend vlees.
“Wenst my Lord nog een warme karbonade?” vroeg ze aan Lord Brightton.
“Ja graag, ze smaken overheerlijk ” antwoordde hij, terwijl zijn ogen de weg van de karbonade volgden die vlot door haar werd opgediend.
Toen ze daar mee klaar was stelde ze dezelfde vraag ook weer aan Lady Brightton, en ook die liet het niet aan haar voorbij gaan.
William bekeek met bewondering hoe handig ze de karbonade met vork en lepel in de ene hand en de schaal met vlees in de andere keurig op het bord van zijn moeder kon leggen zonder daarbij ook maar een druppel jus te morsen.
Blijkbaar kreeg ze in de gaten dat hij naar haar zat te kijken, want plotseling zag William een blos op haar wangen verschijnen en haar bewegingen wat onzeker worden.
Ze keek hem wat verlegen aan op het moment dat ze ook aan hem dezelfde vraag stelde.
Hij keek haar met een twinkeling in zijn ogen aan “Graag, ze zijn erg lekker, wil je de kok namens mij een complimentje geven?”
“Dat zal ik doen” beloofde ze, terwijl ze iets naar voren boog en met de vork en lepel een stuk karbonade probeerde te pakken die opstandig telkens iets opzij bleef schuiven.
Of ze daarom wat te hard op de punt van het dienblad drukte, of dat ze door de zenuwen haar evenwicht verloor zal niemand weten, maar plotseling kantelde het dienblad en de karbonade die daar op lag belande met een sierlijke boog in William’s schoot.
De jus spatte in het rond, en ook het witte overhemd dat hij aanhad was even later een soort landkaart geworden door de geel bruine vlekken die de jus daarop had achter gelaten.
Het meisje raakte van schrik volledig in paniek!
“Het, ..het spijt me vreselijk My lord!, vergeef mij alstublieft!, ik zal snel warm water en doeken gaan halen, ik, ..ik begrijp niet hoe dit heeft kunnen gebeuren!”
Ze keek William smekend aan, die op zijn beurt nogal beteuterd naar de karbonade zat te kijken die op een heel andere plaats was beland dan waar hij hem eigenlijk had verwacht.
Ze had nog net de snelle tegenwoordigheid van geest om de karbonade uit zijn schoot te pakken en die op zijn bord te gooien alvorens ze wegrende om warm water en doeken te halen.
Verbouwereerd hadden zijn vader en moeder naar het voorval zitten kijken, maar nadat Jeanne de kamer had verlaten barstten ze beide in luid bulderend lachen uit.
Het was dan ook werkelijk een koddig gezicht om William zo beteuterd te zien kijken!
Stuart kwam direct hijgend aandraven zodra hij van het voorval had gehoord.
“Excuseer mij, my Lord!, Ik hoop dat u het mijn nichtje niet al te zwaar zal willen aanrekenen!
“Het, ..het was haar eerste keer ziet u, ik, ..ik hoop dat u zich niet aan het warme vlees heeft bezeerd young Lord William, i,..ik zal er voor zorgen dat uw kleren zo snel mogelijk gewassen zullen worden.
Misschien wilt u dat ik het bad even voor u in orde laat maken zodat u zich even kunt terug trekken om u op te frissen?”

7. De inbraak

   
“Excuseer mij dat ik u tijdens uw gezellig samenzijn moet storen my Lord” zei Stuart, terwijl hij de salon binnen kwam lopen.
Maar ik denk dat het zo belangrijk is dat u dit moet weten.”
Lord Brightton keek gestoord op van zijn spelletje schaak wat hij met William aan het spelen was.
Hij was net over een belangrijke zet aan het nadenken die zijn koning moest beschermen tegen de aanval die William slinks met zijn paard ondernam, en die bedoeld was om hem te dwingen een zet met zijn koning te doen om op die manier een rokade, die hij bij zichzelf gepland had, onmogelijk te maken.
“Ik hoop maar dat het iets is wat werkelijk de moeite waard is” bromde hij “Laat maar horen.”
“Ik denk dat u het beter kunt horen van degene die er hier het meeste vanaf weet my Lord”   “Zo?”, reageerde hij nu toch wel belangstellend, dat klinkt nogal serieus moet ik zeggen.
Wel, laat hem dan maar snel binnen Stuart”, “Jawel my Lord.”
Schuifelend en met zijn pet krampachtig in de handen geklemd, kwam er een jongen van zo’n jaar of dertien schuchter om zich heen kijkend de salon binnen.
Zijn gezicht stond strak gespannen en blijkbaar was hij het niet gewend om in de aanwezigheid van een Lord te komen.
“Dit is Paddy, my Lord, hij is het hulpje van de kok” verduidelijkte Stuart “En hij heeft iets ontdekt wat u naar mijn mening zeker van hem moet horen”
”Kom eens wat dichterbij jongen, en vertel Lord Brightton eens wat je hebt ontdekt. ”
De jongen kwam verlegen wat dichterbij en begon wat stotterend aan zijn verhaal.
“N, ..nou het zit zo sir, .. euh, ..u, .uwe, .. ex, .. excellentie, ...v, .. van morgen moest ik van Pierce da, ..da, ... dat is de kok sir, wat afval gaan weggooien.
Ik ging naar de achterdeur en het bleek dat ie op een kier stond.
Dat vond dat nogal raar sir, want ik heb hem gisteren zelf nog moeten afsluiten.
Daarom heb ik aan mr Pierce gevraagd of hij soems de deur open had laten staan, maar die zei dat hij nog niet buiten was geweest.”
Nadat de jongen wat meer in zijn verhaal kwam begon hij steeds geestdriftiger te vertellen.
”Wij hebben ook de andere personeelsleden gevraagd of zij de deur open hadden laten staan, maar niemand wist er van sir.
Daarom zijn mr Pierce en ik naar de deur terug gegaan en toen wij die eens nader bekeken, bleek het dat het slot een beetje was geforceerd.
Een heel klein beetje maar sir, je kon het bijna niet zien, maar dat is waarschijnlijk de reden dat, nadat de deur was dicht gedaan, hij weer open is geklikt.”
“Wat is dan nu je conclusie?” onderbrak Lord Brightton hem.
“Con, ... conclusie?” vroeg de jongen, niet wetende wat dat nu helemaal te betekenen had.
“Lord Brightton bedoelde je te vragen wat je precies denkt dat er allemaal gebeurd zou
 kunnen zijn” verduidelijkte Stuart hem.                                                                                                        
 “O, ..oh“ stamelde de jongen wat verward en verbaasd over het feit dat hem als kleine jongen nu naar zijn mening werd  gevraagd door een belangrijk persoon als een Lord.
Nadat hij zijn gedachten even op een rijtje had gezet, kwam het hoge woord eruit.
“I, .. ik denk dat er iemand hier heeft ingebroken sir!, en ik denk dat het gisteren is gebeurd, want toen was al het keukenpersoneel op de picknick die u had georganiseerd.”
“Worden er dingen vermist?” vroeg hij.
“Dat weten wij nog niet zeker, my Lord” viel Stuart in, “Op het eerste gezicht niet, maar ik heb opdracht gegeven om het verder uit te laten zoeken.”
“Indien u iets bijzonders heeft vernomen, wilt u mij daarvan dan direct op de hoogte komen brengen?” “Jazeker, my lord.”
”En jongeheer Paddy, jou wil ik hartelijk danken voor je opmerkzaamheid en je dappere bereidwilligheid om mij van je ontdekking op de hoogte te stellen.
Ik wil je hiervoor dan ook passend belonen, zou een shilling hiervoor voldoende zijn?”
De jongen kreeg een hoog rode kleur en stotterde verbaast, ”D, ..dank u my Lord, ..dank u!” terwijl hij naar het geld keek wat hem in zijn handen werd geduwd.
“Ik  hoop dat je in de toekomst net zo opmerkzaam zult blijven als dat je nu aan mij hebt laten zien. Dan zal je het nog heel ver schoppen in je leven”
“J, ..ja sir, natuurlijk sir “ stamelde de jongen, terwijl hij onhandig een buiging trachtte te maken.
“Stuart, wil jij jongeheer Paddy even naar de keuken begeleiden en de kok vragen om wat extra lekkers voor hem klaar te maken?
Hij hoort van jongeheer Paddy wel wat hij het allerliefste lust.
En wil je daarna weer rapport aan mij komen uit brengen over de verdere stand van zaken?” “Vanzelfsprekend, my lord, ik zal er direct werk van maken.”
Met een stevige tred stapte hij de salon uit, terwijl Paddy met zijn korte pootjes snel achter hem aan probeerde te hobbelen.
“Vreemd” zei William, die alles stil vanachter het schaakbord had gadegeslagen.
“Waarom breekt er iemand in, die vervolgens niets waardevols met zich mee neemt?”
“Dat weten wij nog niet helemaal zeker “ z’n vader zuchtte diep “Dat zal nog maar moeten blijken, laten ook wijzelf snel maar gaan controleren of alle persoonlijke bezittingen van ons nog aanwezig zijn.”
Na deze woorden haastte hij zichzelf met grote stappen naar zijn eigen kamer waar zich zijn persoonlijke kluis bevond.
In de kluis bevonden zich documenten die alleen hijzelf en premier William Pitt hoogstpersoonlijk mocht inzien omdat ze van zeer groot staats belang waren.
Als ze gestolen bleken te zijn was de ramp niet te overzien!
Daar was de kluis.
Aan de buiten kant was er niet veel aan op te merken.
Met een kloppend hart en angstzweet op z’n voorhoofd opende hij langzaam de zware deur.
Zijn bevende handen zochten haastig en tastend naar de bewuste documenten.
Waar waren die krengen nu gebleven?
Gelukkig!, hij slaakte een diepe zucht van opluchting.
Ze bleken nog exact op dezelfde plaats te liggen als waar hij ze die dag ervoor had neergelegd.
Hij bestudeerde aandachtig de kluisdeur en het slot, maar ook daaraan kon hij niets bijzonders  ontdekken.
Zover als hij kon nagaan, was er niemand in de kamer geweest buiten hemzelf.
Waarschijnlijk was de mogelijke inbreker gelukkig niet op de hoogte geweest dat er belangrijke documenten in het kasteel aanwezig waren.
Nadat hij de kluis weer zorgvuldig gesloten had, liep hij in gedachten verzonken
weer naar de salon terug waar inmiddels zijn vrouw en William ook alweer aanwezig waren.                                                                                                            
“Is er bij jullie soms wat vermist?” vroeg hij hun.
Maar ook zij schudden ontkennend hun hoofd.
Na enige tijd kwam ook Stuart de salon weer binnen.
“My lord, ik kan u met vreugde rapporteren dat er in het hele kasteel niets wordt vermist. Misschien had die inbreker wel honger, zodat hij waarschijnlijk wat in de keuken aan het rondsnuffelen is geweest.
”Dank je, goed werk Stuart, maar mocht blijken dat er toch nog iets ontbreekt, wil ik dat direct van je horen begrepen?”
“Jawel, my lord, Is er nog iets anders van uw dienst?”
“Ja, wil je er op toezien dat het slot in de keukendeur weer wordt gerepareerd of dat het wordt vervangen?”
“In die order was ik al zo vrij geweest te voorzien my Lord.”
“Goed gedaan Stuart, wil je dan nu zo goed zijn om de koffie hier in de salon te serveren?  Dat kunnen we wel gebruiken na deze schrik”
“Ik zal er direct voor zorgen my Lord.”
“Ik vind het toch nog steeds een vreemde geschiedenis vader” zei William nog eens bedenkelijk.
“Wie breekt er nou in, om vervolgens niets anders te stelen dan misschien wat lekkers uit de keuken?, dan moest hij volgens mij wel heel erg honger hebben gehad.”
“Zou hij niet op verkenning kunnen zijn geweest, zodat hij misschien later terug kan komen om dan wat sneller de waardevolle dingen te kunnen verzamelen die hij dan al van tevoren gelokaliseerd heeft?” mengde zijn moeder zich in het gesprek.”
“Dat zou best eens kunnen” antwoordde Lord Brightton.
“Maar het lijkt mij wel erg omslachtig en het gevaar van ontdekking is vele malen groter, want tijdens de picknick waren er veel meer mensen van het kasteel afwezig dan normaal het geval zou zijn.
Maar om dit geheel uit te sluiten zou het misschien wel verstandig zijn om hier en daar wat extra wachtposten te plaatsen, die zullen een potentiële rover in ieder geval kunnen beletten dat hij opnieuw in verleiding zou komen zijn slag te slaan.”
Er klonk een klop op de deur en Stuart kwam binnen met de gevraagde koffie.
“Uw koffie my Lord, zal ik het aan u uit serveren?, of wilt u liever dat ik het bij het schaakbord neer zet?”
“Serveer het ons hier maar hier uit Stuart ” zei Lord Brightton.
Terwijl Stuart rond ging met de koffie, stelde hij hem de vraag of hij wist welke mannen er betrouwbaar en geschikt waren om de wacht over het kasteel te houden.
“Jawel, my Lord, ik denk aan Tom Baker, Matt o’Daile, Scott m’c Donald, M’c Brian
en James Conners.”
“Ik wil u dan verzoeken deze mannen voor de wacht in te delen, zodat er geen tweede kans op inbraak mogelijk zal zijn, u kunt ze naar eigen goed dunken op verschillende tijden indelen.”
“Jawel, my Lord, ik zal ook hier direct werk van gaan maken, als u mij dan nu wilt excuseren?”
“Natuurlijk” antwoordde Lord Brightton hem, terwijl hij zich weer tot William richtte.
“Ik vind het allemaal nogal raadselachtig” zei hij.
“Gisteren dacht ik uit zee lichtsignalen te zien en nu dit! “
“Wat waren dat dan voor signalen vader?”vroeg William hem.
“Ik zag drie maal een wit licht aan en uit gaan.“
”En werd het beantwoord vanaf de kust?”                                                                                                                  

6. Onvermoed gevaar

                                                                   
                                                                     Bespied
                                                                          2


Nu het weer rustig was geworden, vervolgden ze het onderbroken ontbijt en praatten ze wat na over de verassing die het personeel voor hen zo leuk had verzorgd.
Na enige tijd kwam Stuart opnieuw de kamer binnenlopen en melde hij aan Lord Brightton dat alles gereed was.
Lord Brightton stond op en vroeg zijn vrouw en William hem te volgen.
Ze liepen door de centrale hal naar de ingang van het gebouw, waarna hij zijn vrouw speels een blinddoek omdeed die voor dit doel al reeds klaar was gelegd.
Hij gaf haar een hand en, voorzichtig tastend schuifelde ze voort tot hij haar zachtjes in haar oor fluisterde om stil te blijven staan.
“Doe de blinddoek nu maar af lieverd” zei hij plagerig.
Langzaam deed ze hem af terwijl haar ogen even knipperden tegen het felle licht.
Maar kort daarop werden ze groot van verbazing, toen zij voor zich een spierwitte Arabische volbloed paard zag staan.
“Oh Richard wa, ... wat mooi!, schitterend, fantastisch gewoon!, ..is, ..Is hij echt voor mij?”
“Ja schat” antwoordde hij zielsgelukkig omdat zijn geschenk blijkbaar bij haar in goede aarde was gevallen.
“Dit is mijn geschenk voor jou, ik dacht wel dat ik je er veel plezier mee zou doen.
Ik hoop dat hij je zal bevallen en dat je er heel veel uurtjes rijgenot mee zal beleven.”
Ze viel hem om de hals en kuste hem, en met tranen in haar ogen fluisterde ze hem toe: “Dank je wel  lieverd, wat een prachtig geschenk, .. dank je wel.”
“Mag ik je voorstellen dat we deze dag samen met elkaar te paard de omgeving van het kasteel zullen gaan verkennen?
Zullen we dit dan meteen maar combineren met een grote picknick ter afsluiting?
Het is prachtig weer, echt ideaal om het landschap eens goed te gaan bekijken.”
Het voorstel werd door haar met veel bijval begroet, en dus vroeg hij Stuart te zorgen dat de paarden snel gezadeld werden en dat alles verder gereed werd gemaakt om tot een perfecte uitvoering van het plan te komen.
Hij gaf aan Stuart de locatie op waar hij de picknick later op de dag wilde houden.
“Laten we ons dan nu even terug trekken om wat kleding aan te trekken die wat meer bij de gelegenheid past.
Ik stel voor om hier over een half uur weer terug te zijn is dat goed?”
Korte tijd later waren ze omgekleed en gereed voor vertrek.
William klom toch nog wat stijfjes op zijn paard en zag met verbazing dat zijn moeder zich met een ferme zwaai in het zadel wierp.
Kort daarop volgde zijn vader vrijwel even sierlijk haar voorbeeld.
Bewonderend keek hij zijn moeder aan, ze was een op en top lady, maar als het er op aan kwam wist ze haar mannetje te staan en kon ze zich net zo makkelijk aanpassen als de gemiddelde boerenmeid.
Ze was ondanks haar leeftijd nog zeer lenig zag hij, en ook zijn vader deed best nog goed mee.
Lang kon hij hier echter niet bij stil blijven staan, want zijn moeder gaf haar paard plotseling de sporen en galoppeerde de oprijlaan af, hierbij direct gevolgd door zijn vader.                                                                                                                  
Ook hij gaf zijn paard nu de sporen en ging hen snel in volle galop achterna.
Die dag genoten ze met volle teugen van het adembenemende schotse landschap en elkaar.
Het uitzicht vanaf de hoge rotsen over de Firth of Clyde was werkelijk fantastisch.
De lucht was helder waardoor je heel ver kon kijken.
Vissersschepen voeren met gebolde zeilen langs de kust en soms kwamen ze zelfs zo dicht onder de kust dat ze elkaar konden aanroepen en groeten.
Toen ze later op de dag bij de afgesproken picknickplaats aankwamen, waren ze vermoeid van de vele prachtige indrukken die ze die dag hadden opgedaan.
Zoals altijd had Stuart weer echt zijn best gedaan om alles tot in de puntjes te verzorgen.
Hij had gezorgd dat er een flink vuur was aangelegd waarboven grote stukken lekker geurend vlees voor hen werden gebraden.
Ook waren er verschillende broodjes, kaas en salades en natuurlijk ontbrak soep, wijn, bier en andere soorten dranken niet.
Er was bijna teveel om op te noemen, zelfs voor vrolijke muziek had hij gezorgd.
De sfeer was luchtig en gezellig, ja, je kon hem zelfs uitgelaten noemen, en er werd daardoor heel wat afgelachen met elkaar, zodat  niemand op dat moment nog dacht aan die vreselijke oorlog die zo angstig dichtbij in alle hevigheid woedde.
Maar boven op een heuvelrug stond met grote belangstelling een sinistere, eenzame man, door een telescoop heimelijk naar hen te kijken.
Vanaf zijn vale, valse, gemeen grijnzende gezicht, kon je aflezen, dat wat hij daar voor zijn ogen zag afspelen hem schijnbaar zeer goed beviel.
Uit zijn hele houding kon je opmaken dat hij heel andere plannen met hen daar beneden had.
Plannen die niet veel goeds in de zin hadden, plannen die als ze het daar hadden kunnen weten, hen heel wat minder vrolijk gestemd zouden hebben dan dat nu bij ze het geval was!
Later op de avond, toen het hele gezelschap was terug gekeerd op Culzean Castle, stond Lord Brightton in de salon door een open venster nog even nagenietend van de fijne dag naar buiten te kijken.
Niet dat hij nog erg veel kon zien, (daar het inmiddels aardedonker was geworden) maar het geluid van de zee maakte hem altijd zo rustig en hij kon daar altijd zo heerlijk van genieten.
Het was lekker bijkomen zo na de weliswaar heel geslaagde, maar ook erg intensieve dag.
Zijn vrouw was haar toilet aan het maken voor de nacht en ook William had zich inmiddels al op zijn kamer teruggetrokken zodat hij even rustig alleen met een cognacje in de hand kon genieten van de rust.
Opeens werd zijn aandacht getrokken door wat leek op licht signalen van uit zee.
Hij spande zich nog eens extra in om met zijn ogen het duister te doorboren en nogmaals zag hij heel in de verte een lichtpuntje drie maal kort achter elkaar aan en uit gaan.
Hij keek of er op de kust ook enig licht te zien was, maar kon daarvan niets ontdekken.
Vreemd vond hij, terwijl hij nadacht of hij het allemaal wel goed had gezien.
  “Lieverd kom je ook naar bed?” vroeg zijn vrouw hem, terwijl ze in een vrij gewaagde nachtpon de salon binnen kwam lopen.
Ze zag er werkelijk beeldschoon uit, merkte hij bij zichzelf op.
”Ja zo schat! “ Antwoordde hij haar liefdevol.
“Eh, .. dat is niet helemaal het antwoord wat ik precies had verwacht, is er wat met je aan de hand lieverd?, je kijkt zo bedenkelijk, vind je soms wat ik voor je hebt aangetrokken niet mooi genoeg?
Ik heb hem speciaal nog vorige week voor deze avond gekocht.”
“Nee, .. nee schat, dat is het niet!” haastte hij zich te zeggen, ”Je ziet er werkelijk adembenemend uit, echt waar, het staat je werkelijk beeldschoon, je bent echt een plaatje.”
Hij bewonderde haar nu uitgebreid van top tot teen.                                                                                                            
Ze straalde onder zijn complimenten, en kreeg warempel zelfs een blosje op haar wangen terwijl ze ondeugend veelbetekenend naar hem keek.
Hij beantwoorde haar blikken met een even ondeugende warme glimlach en kon het daarna niet weerstaan om haar in zijn armen te nemen en stevig tegen zich aan te drukken.
Innig kuste hij haar op haar mooie volle lippen.
Ze fluisterde lieve speelse woordjes in zijn oor waarop hij vroeg,:”Lieverd, zullen we ons maar even terugtrekken in de richting van de slaapkamer?”

5. Liefde en geschenken

5. Liefde en geschenken.

In het dekseltje had hij een tekst laten graveren:
gefeliciteerd met uw vijfentwintig jarig huwelijk, uw liefhebbende zoon William.
Voor zijn moeder had hij een fijn gouden armband gekocht, waarin heel vernuftig een klein medaillonnetje was verwerkt.
In dat medaillonnetje had hij een portretje van het hele gezin laten aanbrengen en ook in dit dekseltje stonden dezelfde woorden gegraveerd.
Hij hoopte hen beiden met deze geschenken een groot plezier te kunnen doen en hij vermoedde dat dit wel zou lukken.
Met een zucht van voldoening kleedde hij zich uit, en een ogenblik later lag hij achterover op bed en sliep hij vrijwel onmiddellijk in.
De volgende morgen stond William al vroeg naast zijn bed.
Toen Stuart aanklopte om hem te komen wekken was hij al geschoren, gewassen en aangekleed.
Hij hoefde alleen nog maar zijn blonde haar wat te kammen voordat hij naar beneden ging voor het ontbijt.
Beneden waren de bedienden al volop in de weer om de ontbijttafel een zo’n feestelijk mogelijk aanzicht te geven.
Heerlijke geuren vulden de ruimte.
Er was haast bij geboden, want alles moest natuurlijk klaar zijn voordat de lord en lady hun opwachting voor het ontbijt kwamen maken.
Toen alles gereed was werd het personeel in lijn opgesteld bij de trap van het ovale trappenhuis in afwachting van de entree van Lord en Lady Brightton.
Lord Brightton had zijn hand in die van zijn vrouw gelegd, toen ze samen langs de trap naar beneden schreden.
Voor ze goed en wel halverwege waren, werden ze geestdriftig met gejuich en applaus begroet.
Stralend van geluk namen ze de warme felicitatie in ontvangst, waarna er nogmaals een driewerf hoera klonk.
“Dank u hartelijk voor dit warme ontvangst” zei Lord Brightton lachend.
Stuart kwam naar voren ”Mag ik u beiden voorgaan om u naar het gereed staande ontbijt te begeleiden?”
Toen ze de kamer binnenliepen uitte Lady Brightton kreetjes van verrukking over de feestelijk versierde ontbijttafel.
”Dat ziet er werkelijk fantastisch uit Stuart” gaf Lord Brightton hem als compliment, “Wil je al het personeel wat hier verantwoordelijk voor is mijn welgemeende complimenten overbrengen?”
“Zij zullen dit zeker waarderen, my Lord” antwoordde Stuart glimlachend. “Zullen wij plaats nemen aan deze feestelijk gedekte tafel lieve?” zei hij, terwijl hij zijn vrouw galant naar haar stoel begeleide.
Nadat ook hijzelf en William waren gaan zitten, begonnen ze met smaak aan het overheerlijk klaargemaakte ontbijt.
Halverwege het ontbijt stond William ineens op en nam hij het woord.
“Vader en moeder, op deze feestelijke dag wil ik u beiden van harte feliciteren met jullie vijfentwintigjarig huwelijksjubileum.
Ik hoop dat deze bijzondere dag een dag mag worden die jullie nooit meer zullen vergeten en waaraan jullie nog veel terug zullen denken
Als dank voor al jullie goede zorgen, en ook om aan deze heugelijke dag een lang blijvende herinnering mee te geven, heb ik voor jullie beiden een gepast geschenk gekocht.
Ik hoop dat ik er in geslaagd ben om iets van uw goede smaak gekocht te hebben.”                                                                                                                    
Hij gaf zijn vader een stevige hand en keek hem recht in de ogen.
“Ik ben trots op u pa!” zei hij, terwijl hij hem stevig op de schouders klopte en het geschenk aan hem overhandigde.
Zijn vader keek hem dankbaar aan en was duidelijk ontroerd.
“Dank je wel jongen” kon hij met veel moeite over zijn lippen krijgen.
Voorzichtig pakte hij het geschenk uit.
Onder het papier zat een doosje, dat hij een ogenblik later met stijgende verbazing opende.
“Een vestzak horloge!” riep hij verrukt uit.
“Lieverd moet je eens zien wat die jongen aan mij heeft gegeven!”
Hij opende het dekseltje en tot zijn verassing begon er direct een muziekje te spelen.
Nog meer ontroerd dan even daarvoor las hij hardop voor wat er op het dekseltje stond ingegraveerd.”gefeliciteerd met uw vijfentwintig jaar huwelijk, uw liefhebbende zoon William.” “Jongen dit is veel te veel,” klonk het gesmoord.
“Ik weet niet wat ik zeggen moet, hartelijk bedankt!”
Hij omhelsde zijn zoon en klopte ook hem stevig op zijn schouder.
“Ook voor u heb ik wat kleins uitgezocht moeder ” zei William, terwijl hij haar een pakje in  handen duwde.
Zij keek hem lachend aan en begon het stralend van geluk uit te pakken.
Toen zij langzaam het doosje opende, lag daar in het rode fluweel een fijn gouden kettinkje te glinsteren.
Ze pakte het voorzichtig met haar slanke vingers uit het doosje, en keek haar zoon met grote verbaasde ogen aan.
Van alle kanten bewonderde ze het kleinood en voorzichtig opende ze het medaillonnetje waarin het portretje verborgen zat.
Een kreetje van verrukking gaf aan hoe geweldig mooi zij het vond.
Ze viel William stralend om de hals en kuste hem op beide wangen.
“Dank je wel lieverd, dank je wel” was het enige wat ze nog gesmoord uit kon brengen.
Ze schoof het armbandje trots om haar slanke pols en bekeek het daarna eens met groot genoegen van dichtbij.
“Hoe vind je hem schat?” vroeg ze haar man, glunderend van oor tot oor.
“Het staat je fantastisch lieverd” antwoordde hij haar oprecht.
William voelde zich opgelucht dat het armbandje paste en dat alles zo goed bij zijn ouders in de smaak was gevallen.
Nu kon hij met een gerust hart verder gaan genieten van zijn overheerlijke ontbijt.
Stuart kwam glimlachend de kamer binnen lopen.
“Pardon my Lord en Lady, ik hoop dat u het mij niet kwalijk zal nemen, maar mij is gevraagd om namens uw persoonlijke staf en al het bedienend personeel van Culzean Castle, u geluk te wensen met uw vijfentwintigjarig huwelijks jubileum.
Wij hopen dat u en uwe Ladyship nog lang van elkaars gezelschap zullen mogen genieten, en dat er nog vele gezonde en gelukkige jaren aan toegevoegd mogen worden.
Ook u sir William, wensen wij toe, dat u nog lang van uw ouders zult mogen genieten.
Ik wil u bruidspaar dan nu namens het gehele personeel deze boeketten met rode rozen aanbieden en u my Lord deze fles cognac uit Frankrijk en voor u my Lady, een flesje parfum uit hetzelfde land.
Wij hopen dat het tot uw genoegen zou mogen zijn”.
Vijf enorme vazen met zeker honderd rozen in elk, werden binnengebracht en hen vriendelijk lachend aangeboden.
William vroeg zichzelf af hoe Stuart het voor elkaar had gekregen om in hemelsnaam aan Franse parfum en Cognac te komen.                                                                                                            

Dat moest haast wel een waar fortuin hebben gekost, want deze goederen moesten vrijwel zeker van een smokkelaar afkomstig zijn aangezien de handel met Frankrijk verboden was en de Engelse marine al maanden al de Franse havens blokkeerde.
Het personeel stond nog steeds geduldig in de hal opgesteld en juichte het paar nogmaals toe.
Lord Brightton stond op en sprak hen toe; “Namens mijn vrouw en mijzelf, wil ik een ieder hartelijk danken voor het enorme blijk van medeleven die jullie hier op dit moment aan ons betonen.
Wij willen u zeggen, dat mede door jullie grandioze inzet en zorgzaamheid, wij ons verblijf hier op Cuzean Castle tot dusver als bijzonder prettig en gastvrij hebben ervaren.
Wij hopen dan ook dat de komende tijd hier voor een ieder even onvergetelijk zal zijn.         Nogmaals hierbij onze hartelijk dank ”  
Na zijn woorden werden ze nog eens luid toegejuicht.
“Stuart wil jij er voor zorgen dat al deze trouwe mensen twee dagen extra loon krijgen?, en wil je er tevens op toezien dat ze deze dag volop lekker te eten en te drinken zullen krijgen, zodat ook zij volledig in de feestvreugde mee kunnen delen?”
“Zeker wel, my Lord, mag ik u zeggen dat u te goed bent?
Ik wil u van harte danken namens het gehele personeel,”
Na deze grote verassing ging iedereen weer terug naar z’n plaats alwaar zijn of haar taak gelegen was.
Alleen Stuart bleef achter nadat hij de nodige orders had gegeven, om datgene te regelen wat hem net door Lord Brightton was opgedragen.
”Zou je dan nu zo vriendelijk willen zijn om het geschenk dat ik voor mijn vrouw heb uitgezocht klaar te laten zetten?
En als het gereed is, wil je het mij dan even laten weten?”
“Met het grootste genoegen, my Lord” zei Stuart geheimzinnig glimlachend en haastig liep hij de kamer uit.


4. Genieten

4. Genieten.
                                                                                                                 
“Het weer is een stuk opgeklaard my Lord” zei Stuart, “Er staat nog wel een wat straffe wind uit het noordwesten, maar de zon is goed doorgebroken en het zicht is weer helder.
Ik ben zo vrij geweest om uw kleren in de kast te hangen en uw schoenen te laten poetsen.
Uw uniform zag er ook niet best meer uit my Lord, ik heb daarom opdracht gegeven om het te laten opknappen, het zal waarschijnlijk morgen wel weer klaar zijn.”
“Dank u vriendelijk”, zei William.
Hij stond altijd weer verbaasd over de zorgzaamheid die Stuart eigen was.
“Had u nog wat anders gewenst my Lord?”
“Nee dank u” zei William “Dan zal ik mijzelf als het u beliefd nu terug trekken zodat u rustig de gelegenheid geboden wordt om uzelf te kunnen aankleden.”
“Dank u”zei William opnieuw.
Zachtjes liep Stuart de kamer uit en sloot de deur achter zich.
Nadat Stuart de kamer had verlaten, zwaaide William zijn benen nonchalant het bed uit, een daad die hem direct pijnlijk deed herinneren aan de elle lange rit van gisteren.
Zijn spieren deden onder luid protest hun dienst en het leek wel of hij nu nog stijver was dan gisteren.
Zijn benen voelden pijnlijk aan, en zijn achterste leek wel een beurse appel.
Ietwat strompelend liep hij naar de kast waar volgens Stuart zijn kleren moesten hangen.
Hij vroeg zich af hoe hij het toch voor elkaar had gekregen om onopgemerkt die kleren daar neer te hangen.
Hij moest echt doodmoe zijn geweest dat hij zelfs dat niet eens had opgemerkt.
Of  Stuart had natuurlijk vleugeltjes gehad, bedacht hij grinnikend.
Naast de kast stond een dressoir waar Stuart voor de spiegel een lampetstel met fris water had neergezet.
Hij deed wat water vanuit de kan in de schaal en ging in zijn bagage op zoek naar zijn mapje met scheergerei.
Toen hij ze gevonden had begon hij zich daarna zichzelf bekijkend in de spiegel met scheerzeep in te zepen.
Toen hij zichzelf in de spiegel zag kon hij best begrijpen waarom zijn moeder wat bezorgd  had gereageerd.
Door het scheerschuim heen staken stoppels van een baard van drie dagen oud.
En onder zijn blauwe ogen waren de tekenen te zien van donkere wallen, het onmiskenbare bewijs van een flink slaapgebrek.
Zijn gezicht, wat normaal een gezonde tint had, zag grauw en bleek.
Het was ook wel logisch, want voordat hij zijn verlof had gekregen waren ze een paar nachten in de weer geweest om te trachten de White Star, de schoener waarop hij dienst deed, door een zware storm heen de veilige haven binnen te loodsen.
Iets wat zeker niet zonder gevaar was geweest.
Telkens weer waren zij teruggeslagen, en pas na vier pogingen was het hun dan toch uiteindelijk gelukt.
En dus was dit getekende gezicht hiervan het resultaat.
Maar nadat hij zichzelf lekker had geschoren en hij zich daarna nogmaals in de spiegel bezag, stelde hij tevreden vast dat hij er al een stuk toonbaarder uitzag.
Opgefrist van het wassen en scheren kreeg hij steeds meer zin in de nieuwe dag.
Daarom schoot hij snel zijn kleren aan, kamde vervolgens daarop zijn woelige blonde haren, en stapte hij daarna in zijn schoenen.
Zo, nu was hij klaar om te gaan brunchen.
Met grote stappen liep hij zijn kamer uit en ging hij op zoek naar de dining room.
Toen hij door de gangen liep had hij meer oog voor de inrichting van het kasteel dan die avond ervoor, en ook hij kwam onder de indruk van de schoonheid van het gebouw                                                                                                      
Hij moest toegeven dat die graaf van Cassillis smaak had.
Vijf minuten later betrad hij de heerlijk geurende dining room en stelde hij vervolgens bij zichzelf vast dat hij weer best het een en ander zou lusten.
Hij werd direct door beide ouders hartelijk begroet en goede morgen gewenst.
“Heb je nog goed kunnen slapen?” vroeg zijn vader belangstellend.
 “Ja heerlijk vader ”antwoordde William hem.
“We hebben maar even op je gewacht, dat leek ons wat gezelliger, zullen we eerst beginnen met gebed alvorens van deze maaltijd te gaan genieten?”
Nadat zijn vader het gebed had uitgesproken genoten zij heerlijk samen keuvelend van de zeer smakelijke brunch die hen door Stuart werd opgediend.
”Zal ik je vandaag eens een rondleiding door het kasteel geven William?”vroeg zijn moeder.
“Het is werkelijk een prachtig gebouw en de moeite waard om het eens te verkennen.”
“ Dat lijkt mij best een leuk idee moeder, ik heb onderweg naar de dining room al het nodige moois gezien.”
“De tuin is werkelijk prachtig en het is ook nog eens uitstekend weer om het eens te gaan bekijken” vervolgde zijn moeder.
“Hopelijk kun je dan weer wat bijkomen van gisteren, want ik neem aan dat je nu nog niet veel zin hebt om te gaan paard rijden?“
”Nee, dank u vriendelijk!“ zei William lachend, denkend aan zijn nogal beurse achterwerk.
“Als u het niet erg vindt wil ik dat liever wat later in de week gaan doen.”
Die dag genoten William en zijn ouders intens van elkaar.
Samen wandelden ze door het kasteel en bekeken ze de blue drawing room, de picture room en de wapenzaal die het kasteel alle rijk was.
Ook wandelden ze in de tuin die nu heerlijk geurde en keken ze genietend vanaf de balustrade van de salon uit over het wijdse uitzicht van de Firth of Clyde.
“Wat is het uitzicht toch prachtig” merkte lady Brightton mijmerend op, “En dan te bedenken dat enkele honderden mijlen van hier er zo’n verschrikkelijke bloedige oorlog word uit gevochten!
Wat zal de oorlog voor zo velen van ons nog verschrikkelijke gevolgen hebben!
En dat door de hebzucht van slechts èèn man.”
Haar ogen vlamden van boosheid, maar direct daarna zag William een bezorgde trek op zijn moeders gezicht komen, terwijl zij een moment even bedroefd voor zich uit bleef staren.
Een kort  moment slechts liet zijn moeder haar angstige gevoelens blijken, maar direct daarna vermande zij zich en ging ze op een luchtiger onderwerp over.
Lord Brightton deelde die bezorgdheid, maar vond het niet verstandig om haar nog meer te verontrusten dan nodig was door er nog verder op in te gaan.
Daarom zweeg hij wijselijk en praatte hij luchtig met haar mee.
Later, toen William s’avonds weer op zijn kamer terug kwam, kon hij terug zien op een heerlijke geslaagde dag, maar even dacht hij terug aan wat zijn moeder eerder op die dag had gezegd, en ook hij vroeg zich bezorgd af wat de toekomst voor hen allen brengen zou.
De volgende dag was het de dag dat het huwelijksfeest echt groots gevierd zou worden.
Hij hoopte maar dat het een fijne dag voor hen allen zou worden, maar in het bijzonder voor zijn beide ouders.
Hijzelf had kans gezien om wat gage van zijn commandant los te krijgen.
Dat had hij bij het geld gevoegd dat hij al eerder voor dit doel had opgespaard.
Van het bedrag had hij een paar mooie cadeaus voor zijn beide ouders kunnen kopen.
Voor zijn vader had hij een gouden vesthorloge te pakken kunnen krijgen, die op het moment dat je het dekseltje open deed een muziekje ten gehore gaf.

3. Warm welkom

3.Warm welkom.

Terwijl hij stijf van zijn paard gleed kwamen verscheidene bedienden al aan lopen om het dier van hem over te nemen en hem naar de warme stal te begeleiden waar het vers stro en voer zou krijgen om weer lekker op adem te komen.
Ook de oude getrouwe Stuart kwam snel aan lopen om hem de weg te wijzen naar de aankomsthal onderwijl orders gevend aan ander bedienend personeel om meer licht te maken en schone droge kleren voor de jonge Lord aan te dragen, zodat hij zijn drijf natte kleren snel kon gaan uittrekken.
Zijn verkleumde handen waren niet meer in staat om de knopen van zijn uniform los te krijgen.
Maar daar waren de bereidwillige handen van Stuart al om hem te helpen.
Hij werd naar de keuken geleid waar het behaaglijk warm bleek te zijn.
Daarna trok iedereen zich terug om hem de gelegenheid te geven zich verder om te kleden.
Net had hij zichzelf wat opgekalefaterd toen zijn moeder samen met zijn vader in haar kielzog aan kwam snellen om hem dol van vreugde te komen begroeten.
Stralend van geluk viel zijn moeder hem om de hals onderwijl vragend of alles wel met hem was.
“Ja moeder alles is wel met mij en met jullie?”
“Laat mij je eens bekijken William” ze keek haar zoon doordringend aan!
“Je bent een stuk volwassener geworden sinds de laatste keer dat ik je zag, al zie je wel wat bleekjes.
Maar daar zullen we de komende dagen wel wat aan veranderen.”
“Word je nu al weer verwend?, en kan ze het bemoederen weer niet laten?”
Lachend kwam zijn vader op hem af en schudde hem de hand, omhelsde hem en klopte daarna stevig op zijn schouder.
“Welkom thuis jongen, welkom thuis” in zijn ogen kon je zien dat hij het van harte meende.
Zijn moeder kon zowat niet het geduld opbrengen om William met haar vragen te bestoken.
”Laten we naar de salon gaan“ stelde lord Brightton voor, “Dan kunnen we onder het genot van een hapje en een drankje wat met elkaar praten over hetgeen er allemaal is gebeurd in de afgelopen twee jaren.”
“Stuart, wil jij zorgen dat het nodige in de salon wordt geserveerd?, Want William zal wel het één en ander lusten denk ik zo.“
”Jawel my lord “ haastig beende hij weg om voor het gevraagde te gaan zorgen.
Lord Brightton voerde zijn zoon mee naar de salon waar hij William even rustig op adem liet komen.
Stuart kwam al snel met hete soep aandragen en in zijn kielzog liepen nog wat andere bedienden mee die brood, vlees, koffie en wijn bij zich hadden.
William deed zich onmiddellijk flink tegoed aan de hete soep met brood en Lord Brightton zag met tevredenheid dat het hem goed smaakte.
Hij moest wel flink trek hebben gehad na zo’n lange trip te paard in dit slechte weer bedacht hij. En zoals wel vaker had zijn vrouw inderdaad gelijk gehad stelde hij voor zichzelf vast, en was William in die afgelopen jaren een heel stuk volwassener geworden.
Hij was nu al een echte man.
De marine was een harde leerschool, dat wist hij maar al tegoed, daar was geen ruimte voor kinderlijke gevoelens, die werden er vanzelf wel uit geranseld!
Nadat William in een recordtijd zijn maaltijd met smaak naar binnen had gewerkt werd door Stuart de koffie geserveerd.

Dit was blijkbaar het moment waarop zijn moeder had gewacht.
Ze had ongeduldig zitten wachten tot hij klaar was met eten, maar nu barstte ze werkelijk los met een ware stortvloed aan vragen.
Dat ze daarbij haar waardigheid als lady volkomen in de wind sloeg kon haar op dat moment waarschijnlijk niet veel schelen.
Alles, ja alles wilde ze weten!. Of hij wel goed sliep en te eten kreeg, hoe het er aan boord toeging onder elkaar, en of hij goed kon opschieten met de officieren die boven hem waren geplaatst enz, enz.
Al pratend was het al behoorlijk laat geworden toen Lord Brightton opstond en daarmee te kennen gaf dat het volgens hem wel genoeg was geweest voor deze avond.
“Charlotte lieverd, zullen we William voor de rest van vandaag maar verder met rust laten
en ons nu terug gaan trekken voor de nacht?
Onze jongen heeft lang moeten reizen en zal onderhand wel doodop zijn.”
“Je hebt gelijk Richard, vergeef me, maar ik heb hier al zo lang met smart naar uit gekeken dat ik daardoor helemaal de tijd was vergeten.”
Lord Brightton riep Stuart binnen.
“Wilt u zo vriendelijk zijn om William naar zijn kamer begeleiden?”
Dankbaar keek William zijn vader aan onderwijl opstaand om achter Stuart aan te lopen.
“Ik wens jullie een goede nachtrust en tot morgen, welterusten.”
Hij gaf beide een zoen en sloot daarna de deur achter zich.
Stuart ging met een kandelaar in zijn hand William voor door de lange gangen van het kasteel, waarna ze na enkele minuten voor de deur van de kamer stonden die speciaal voor William in gereedheid was gebracht.
Stuart draaide zich naar hem om “Ik wens u een goede nacht my lord, mocht er nog wat van uw dienst zijn, dan kunt u mij altijd laten roepen.”
“Dank u, maar ik denk dat ik u niet meer nodig zal hebben.”
Met een lichte buiging maakte Stuart zich hierna uit de voeten.
Toen William zijn kamer binnen kwam had hij nog maar weinig oog voor de mooie inrichting maar des te meer voor zijn bed.
Hij had het gevoel dat elk plekje van zijn lichaam flink beurs was geslagen en dat elk lichaamsdeel protesteerde tegen iedere beweging die hij nog maakte.
Met enige moeite kon hij het nog voor elkaar krijgen om zijn kleren uit te trekken en het nachthemd aan te doen dat ze voor hem hadden klaar gelegd.
Het enige wat er toen nog bij hem opviel was dat zijn bed heerlijk verwarmd was met een hete pan.
Kreunend van genot liet hij zich in bed ploffen, waarna hij enkele ogenblikken later verzonk in een diepe slaap.
De volgende morgen werd hij door een licht klopje op de deur gewekt.
“Binnen” riep hij nog half slaperig.
Stuart kwam binnen met een lampetstel in zijn handen, “Ik hoop dat my lord goed geslapen heeft?
Met de complimenten van uw moeder, de lady, verzoekt u vriendelijk om naar de dining room op de begane grond te komen, deze ligt naast de old eating room aan de zuidkant van het gebouw, er zal daar over tien minuten de brunch worden opgediend.”
Terwijl hij de woorden nog sprak trok Stuart de gordijnen open wat William’s ogen deden knipperden tegen het felle zonlicht dat door het venster naar binnen scheen.
Hij zag tot zijn verbazing dat hij een gat in de dag had geslapen.
Het moest volgens hem wel op z’n minst twaalf uur in de middag zijn!

2. Verrassing

Nu, dan was het toch nog eens ergens goed voor dat hij een zetel in het parlement had.
Al had hij vaak een hekel aan mensen met een hoge rang die met hun strepen bepaalde privileges afdwongen.
Maar dit was iets bijzonders en, .. de enige manier om elkaar nog even te kunnen zien voor William weer terug naar zee ging en daarna niemand wist hoe lang ze elkaar dan weer niet meer te zien zouden krijgen.
Als hij op een blokkadeschip geplaatst zou worden dan kon dat nog wel eens jaren gaan duren!
Maar goed, dat was iets voor later, nu hadden ze uitzicht op twee heerlijke weken samen met elkaar en hij was van plan om daar eens heerlijk van te gaan genieten, en dit zeker niet te laten overschaduwen door sombere gedachtes.                                                                                  
Och, hoe had hij kunnen weten, dat ergens in Frankrijk, in een achterkamer van Chateau Chambord, er een plan gesmeed werd wat aan al Lord Brighttons plannen voorgoed een einde zou maken!
Onwetend over dit verraderlijke plan stond Lord Brightton, nog in gedachten genietend naar  hoog opgezweepte zee te staren, toen zijn bediende Stuart genaamd, hem in zijn overpeinzingen kwam storen.
“Met de complimenten van Lady Brightton My Lord!
De lady verzoekt u vriendelijk om naar de Old Eating room op de begane grond te komen.
Daar zal over enkele ogenblikken de lunch worden geserveerd.”
Hij schrok op, “Zeg my lady dat ik over vijf minuten aanwezig zal zijn.”
“Jawel my Lord” en met een lichte buiging verdween hij even geruisloos als hij gekomen was. Een uitstekende kamerheer was die Stuart, vond hij.
Hij was nu toch zeker al acht jaar hun persoonlijke bediende, en werkelijk nooit hadden zij ook maar iets op hem aan te merken gehad.
Loyaal en trouw als hij was hadden zij hem nooit op iets kunnen betrappen wat hij niet onder controle had of niet perfect was afgewerkt.
Hij wist precies hoe zijn vrouw en hijzelf het hebben wilden, hij moest het er toch eens met zijn vrouw over hebben om zijn beloning wat hoger aan te passen dacht hij.
Maar goed, nu moest hij maar eens op zoek gaan naar die old eating room, voor ze daar op hem moesten wachten.
Met een ferme tred liep hij de salon uit, het ovale trappenhuis door naar beneden, daar waar ergens achter zich de Old Eating room moest bevinden.
Toen hij de zaal binnen kwam had zijn vrouw al reeds plaats genomen aan de tafel en was ook de lunch al uitgeserveerd.
“Richard” Zei zijn vrouw met een ondeugende glimlach, ”Lieverd we hebben op je moeten wachten”
“Tja lieve, heb je wel opgemerkt hoeveel kamers dit kasteel bezit?  kom daar maar eens wijs uit” Verontschuldigde hij zich lachend.
Wat zag zijn vrouw er op deze manier toch heerlijk schalks uit.
Zij en zijn zoon waren alles wat hem het liefste was op deze hele wereld, wat zou hij toch zonder hen zijn.                                  
Hij bedacht dat dit wel een leuk moment zou zijn om haar te vertellen dat hij William vanavond hier op het kasteel verwachte.
”Lieve, Ik heb je een verassing te vertellen”
Lady Brightton keek hem oprecht verrast met haar heldere blauwe ogen aan.
”Ik ben benieuwd,” zei ze met een nieuwsgierige ondertoon in haar stem.
“Schat ik heb kunnen regelen dat William anderhalve week verlof heeft gekregen en ik verwacht zelfs dat hij nog vanavond hier kan zijn!
“Richard” gilde ze van blijdschap, terwijl ze opsprong om hem te omhelzen, “D, .dit is geweldig!, schat je maakt me zo gelukkig!” ze gaf hem van dolle vreugde een onstuimige kus op zijn lippen.
Plotseling keek ze snel rond of iemand het per ongeluk had gezien, dit was tenslotte niet het gedrag wat er van een dame van haar stand verwacht mocht worden bedacht ze verschrikt!
Iemand met haar positie had d’r gevoelens nooit zo op deze manier in het bijzijn van anderen mogen uiten.
Maar daar stond alleen Stuart bij de deur, en het scheen haar toe dat hij niets had gezien, bedacht ze gerust.
Had ze in Stuarts gedachten kunnen kijken, dan had zij geweten dat hij het niet alleen had gezien, maar er ook in stilte ook zo ontzettend van genoten had om zijn Lord en Lady zo menselijk gelukkig te zien.

                                                 ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

Een tegen de harde, gure wind gebogen figuur te paard rijd langs de donkere verlaten kustweg.
Uren geleden was hij het dorpje Straraeral gepasseerd en William hoopte dat hij binnen een paar uur eindelijk het kasteel Culzean Castle in zicht zou krijgen.
Het zou wel tijd worden ook, bedacht hij verlangend, hij was door en door koud, verwaaid en nat tot op zijn hemd geregend.
Er zat volgens hem geen droge draad meer aan zijn lichaam en zijn luitenantsuniform leek nu wel als lood te wegen.
Koude waterstroompjes sijpelden vanaf zijn steek langzaam in zijn nek.
Hij probeerde tevergeefs zijn kraag iets meer op te zetten en dook daarna wat meer ineen
in een poging zich enigszins te beschutten tegen de dunne gure wind en regen.
Zo ploeterde hij maar voort en probeerde hij zijn vermoeide hersenen op andere gedachten te brengen.
Hij had wel even vreemd opgekeken toen zijn commandant hem anderhalve week verlof
had gegeven om het huwelijksfeest van zijn ouders mee te kunnen vieren!
Hij vermoedde wel dat zijn vader er de hand in had gehad.
Hoe anders kreeg je, terwijl Engeland zat te springen om jonge officieren, het voor elkaar om voor zoiets verlof te krijgen.
Hij keek er overigens best wel naar uit, want tenslotte was het alweer twee jaar geleden dat hij zijn beide ouders voor het laatst had gezien.
Hij moest wel zeggen dat ze een erg afgelegen plaats hadden gekozen om hun vijfentwintigjarig huwelijksfeest te vieren.
Maar hij begreep dat zijn vader nu niet echt zat te wachten op andere bezoekjes na die enorme drukke tijd met al z’n spanningen en problemen die zijn ambt onherroepelijk met zich mee zou brengen.
Ondertussen waren hij en zijn paard inmiddels doodop van vermoeidheid door de rit in dit barre weer en het speet hem dan ook helemaal niets toen eindelijk het poort gewelf (wat tot zijn verwondering op een soort van ruïne leek) van Culzean Castle in zicht kwam.
Tien minuten later galoppeerde hij tussen twee hoge muren door de oprijlaan op die aan het einde in het rond liep, tot hij tenslotte het koetshuis en bijbehorende stallen bereikte.

1. Duister Complot

Met donderend geweld sloegen, de door de zware noordwesterstorm hoog opgezweepte golven, te pletter op de kust van de Firth of Clyde.
Vanaf zijn hoge plaats van waar hij nu stond had Lord Brightton een fantastisch uitzicht over de woeste zee die bedekt was met hoge witte schuimkoppen.
Hij wist, dat iets ten noordwesten van waar hij stond, hij bij helder weer de contouren van het eiland Arran had kunnen zien, terwijl in het westen over zee uitkijkend, het vulkanisch eilandje Ailsa Craig moest liggen.
Maar helaas was het door de grauwe regenachtige lucht en zware nevel nu onmogelijk om ook nog ook maar één mijl ver te kunnen zien.
Niettemin genoot hij enorm van dit grove geweld en van de hoog opspattende bulderende golven onder hem.
Keer op keer kwamen ze met geweldige kracht op de kust af.
Hoger en hoger werden ze, waarna ze met donderend geraas tegen de ruige rotsen waarop het kasteel gebouwd was in miljoenen waterdruppels uit elkaar spatte.
Het schuim vloog tientallen meters hoog de lucht in, waar het dan vervolgens weer werd meegevoerd door de inlandige wind zodat het soms wel het hele venster bedekte waar Lord Brightton op dit moment doorheen stond te kijken.
Hij schatte de hoogte vanwaar hij nu stond te kijken op zo’n vijfendertig meter boven de zeespiegel bij eb, maar nu stond er een enorme zware storm, en was het tevens vloed, zodat druppels zeewater en schuim het kasteel waar hij nu stond toch konden bereiken!
Lord Brightton kon goed begrijpen dat de 10e graaf van Cassillis (David Kennedy)op deze plaats het kasteel had laten verbouwen tot een romantisch maar ook versterkte burcht.
Er kon hier met gemak een heel garnizoen in gehuisvest worden, omdat de burcht ook strategisch gezien zeer gunstig gelegen lag.
Bij helder weer was het uitzicht werkelijk fabuleus en het kasteel stond op een zeer groot afgelegen stuk landgoed waardoor het hier nog heerlijk rustig wonen was.
Je kon er met veel plezier gaan jagen omdat er hier nog wild in overvloed voorkwam.
Hij moest zeggen dat Robbert Adam, de architect van dit gebouw, werkelijk niets aan het toeval had overgelaten om het kasteel tot een lust voor het oog te maken.
Hij keek vanaf de plaats waar hij nu stond de prachtige sierlijke salon rond.
Deze zaal met zijn prachtig gekleurde tapijt, die volgens zeggen speciaal vervaardigd bleek te zijn in Ayrshire, en de vele ramen die een zee van daglicht doorlieten, en bovendien een wijds uitzicht boden op de Firth of Clyde. was een bijzondere fijne plaats om te vertoeven.
Als je alleen al het ovale trappenhuis betrad met zijn witte zuilen die belicht werden door het ronde dakvenster kwam je onder de indruk van de schoonheid van het gebouw en de vakkennis van zijn architect.
Adam had de oude toren, die er daarvoor had gestaan, uit laten bouwen met twee zijvleugels en vooruitspringende ronde hoektorens. Daarbij versierde hij het gebouw heel slim met sierlijke kantelen en ook een stevige borstwering.
Ook gaf hij de torens ramen in de vorm van schietgaten die zeker gebruikt zouden kunnen worden in het geval van een onverwachts beleg! 
Dat kon met de naderende gespannen tijd wel eens tot zeer groot nut blijken te zijn bedacht hij,nu Napoleon met zijn legers bijna heel Europa had overwonnen en zeker van plan zou zijn om vroeg of laat de oversteek naar Engeland te wagen.  
De grote vraag was niet of, maar eerder wanneer hij dit waagstuk zou gaan wagen.
Al sinds 1793, toen Frankrijk Engeland de oorlog had verklaard, was zijn land tot de enorme krachtinspanning gedwongen om weerstand te bieden aan de wereldveroverende tiran Bonaparte, die zeker niet zou rusten tot hij uiteindelijk ook Engeland op de knieën gedwongen zou hebben!
Maar als het aan de Engelsen lag kon hij dat wel op zijn buik schrijven, ze zouden vechten tot de laatste man.
Geen van de legers op het vaste land had Napoleon kunnen verslaan.
Maar op zee was het heel anders, daar was Engeland de baas.
Onwillekeurig moest Lord Brightton aan zijn zoon William denken die bezig was met zijn opleiding luitenant ter zee eerste klasse.
Achttien jaar pas en nu al drukte de zware verantwoording, die een gruwelijke oorlog onherroepelijk met zich mee bracht reeds op hem.
Toegegeven, hij was trots op zijn zoon, want op het moment dat Engeland zo broodnodig jonge mensen zoals hij nodig had, had hij zich direct, zonder zelfs  maar even te twijfelen, vrijwillig bij de Royal Navy aangeboden.
Hij en zijn vrouw (Lady Barbara Brightton) hadden hem moeten laten gaan met een angstig en bedroefd hart.
Hij ziet het afscheid van zijn zoon nog zo voor zich.
Zijn vrouw met samengeperste lippen en haar elegante slanke handen tot vuisten gebald om op die manier te proberen maar niet toe te geven aan de tranen die onstuitbaar in haar opwelden!
Trots als ze was en vastbesloten om niet toe te geven aan haar angst en verdriet die op haar af kwamen stormen.
Twee jaar geleden was dat nu, maar het leek wel een eeuwigheid, zoveel was er intussen alweer gebeurd.
Maar nu vanavond zou het anders zijn!
Hij en zijn vrouw genoten van twee weken welverdiende rust!.
Hijzelf had verlof opgenomen van al zijn drukke vergaderingen en besprekingen met het oorlogskabinet.
Weken, dagen en nachten hadden zij vergaderd over de situatie waar Engeland en de wereld zich door toedoen van Bonaparte in bevond.
Lord Cassillis was zo edelmoedig geweest om hem het verblijf op Culzean Castle voor te stellen, daar hij zelf de komende lange tijd toch niet aanwezig zou zijn.
Dit aanbod had hij van harte aangenomen, omdat het kasteel zo heerlijk privé en afgelegen lag.
Nu konden ze zich eens heerlijk rustig op hun komende vrije tijd gaan voorbereiden, en wat er van dit alles nu het allermooiste was, was dat William ook anderhalve week verlof had gekregen
En, .. vanavond hier naar toe zou reizen, hetgeen waar zijn vrouw nu nog niet van op de hoogte was.
Hij kon zich haar geluk en grote blijdschap nu al voor de geest halen op het moment dat ze het goede nieuws van hem te horen zou krijgen.
Met moeite had hij ter ere van hun vijfentwintigjarig huwelijksfeest in het geheim kunnen regelen dat overmorgen op dit kasteel een groot feest gevierd zal worden.
Hij wist dat de thuiskomst van William het grootste cadeau zou zijn wat hij haar maar kon  schenken. Hij glimlachte om zichzelf dat dit hem uiteindelijk toch maar even was gelukt