dinsdag 29 september 2015

9. Vrolijkheid en schaamte

“Het is al goed hoor Stuart ,“ lachte Lord Brightton, er is geen blijvende schade en we hebben er allemaal best ‘smakelijk’ om kunnen lachen.”
“Ja” lachte ook William “Laten we eerlijk zijn, niet elke dag word het lekkers zo elegant in je schoot geworpen!”
Zichtbaar opgelucht haalde Stuart adem, ook hij kon nu, zij het wellis waar nog wel wat schuchter, om het hele voorval lachen.
Jeanne kwam weer binnen met het schaamrood nog op de kaken.
Ze had in de ene hand een aantal doeken en in de andere een kan met warm water.
Terwijl ze druk bezig ging met het opruimen van de rotzooi durfde ze bijna niet op te kijken.
Op het moment dat ze met een doek die gedrenkt was in warm water bij William om zijn jasje vroeg keek hij haar vriendelijk aan.
Ze sloeg haar ogen neer en keek beschaamd naar de grond.
“Lastig he?” zei William “Als zo’n karbonade ineens een geheel eigen willetje blijkt te krijgen.”
Ze keek een beetje verrast op, niet wetende wat ze van zijn opmerking denken moest.
”Denk je dat hij rustig op je dienblad op z’n beurt ligt te wachten” ging hij lachend verder “En wil je hem pakken, springt ie er plotseling af!
Maar ik ben toch erg blij dat je hem weer zo snel hebt weten te vangen “ ging hij olijk door terwijl hij naar zijn bord wees.
Het meisje keek nu nog verbaasder, terwijl het langzaam tot haar door begon te dringen dat William een grapje maakte en op die manier de situatie wat voor haar probeerde te redden.
“U, ..u..bent niet boos op mij my Lord?” stamelde ze verbaasd. “Nee, waarom zou ik?“
Hij bleef haar vriendelijk lachend aan kijken.
“Je hebt er tenslotte uiteindelijk toch voor gezorgd dat hij nu op mijn bord ligt nietwaar?, en we hebben er allemaal ook nog eens best hard om kunnen lachen zoals je kunt zien.”
Het meisje keek nu steels om zich heen en zag iedereen met een grote lach rond de lippen vriendelijk naar haar kijken.
“U, ..u..bent te goed voor mij!, dank u my Lord!” zuchtte ze opgelucht, terwijl ze nu zelf ook wat schuchter om de situatie mee kon lachen.
“Ik knap mijzelf zo wel wat op” reageerde William luchtig, “Laat die doek maar zitten”zei hij tegen Jeanne.
“Stuart, wil jij het bad laten vullen?, en Jeanne” zei hij, het antwoord van Stuart niet afwachtend, “Zou jij mij de eer willen doen om straks op het balkon van de salon met mij een kopje koffie te komen drinken?, vanzelfsprekend nadat ik mijzelf wat heb opgefrist.”
Het meisje kon totaal verrast enkel nog wat onverstaanbaars stamelen.
“Ik hoop dat ik hier een positief antwoord uit op mag maken?”
Het meisje kon echter alleen nog maar heftig ja met haar hoofd knikken vanwege het feit dat ze nu helemaal geen normaal woord meer over haar lippen kon krijgen van opwinding die haar tong volledig deed verlammen.
Ze keek William een ogenblik verloren aan, daarbij totaal met haar houding geen raad meer wetend.
“Dan zie ik je om acht uur in de salon, komt deze tijd voor jou ook gelegen?“ vroeg hij haar, terwijl hij d’r vriendelijk in de ogen bleef kijken, om er zeker van te zijn dat ze zich niet gedwongen voelde om op zijn uitnodiging in te gaan.
“D, .. di, ..die tijd lijkt mij heel geschikt my Lord,” stamelde ze, terwijl ze uit alle macht haar verlamde tong dwong de woorden duidelijk uit te spreken, zodat het nu enigszins wat meer verstaanbaar werd wat ze zei.
”Wilt u dan nu soms dat ik uw karbonade opnieuw laat opwarmen?, hij zal nu
ondertussen wel koud zijn geworden “ zei ze vlot, in een poging op een ander onderwerp over te gaan waarin ze zich wat meer thuis voelde.                                    
“Nee hoor dank je, ik lust hem zo ook wel.“
“Dan ga ik nu, als u het tenminste goed vind, en, ..en indien u mij nu niet meer nodig heeft, weer snel naar de keuken.”
“Dat is prima, de kok zal uw hulp best wel kunnen gebruiken denk ik zo.”
Terwijl Jeanne de dining room uit liep, werden haar gedachten bestormd door alles wat ze zojuist had meegemaakt.
Een ding was zeker, dit had ze nooit en te nimmer ook ooit maar kunnen bedenken nadat ze die enorme blunder had begaan.
Ze had geheel terecht een enorme reprimande verwacht, maar daarentegen was ze nu nota bene uitgenodigd om op de koffie te komen bij de jonge Lord!
Een zéér knappe jonge Lord trouwens, stelde ze voor zichzelf vast.
Maar nu moest ze niet meteen gaan doordraven!
Een lord zou zich zeker niet serieus inlaten met een eenvoudig meisje zoals zij, alhoewel?
Het was nu ook niet bepaald helemaal normaal te noemen om na zo’n enorme blunder door een Lord op de koffie gevraagd te worden.
Zijn vader en moeder keken William met nieuwsgierige blikken aan.
“Wat zitten jullie nu zo vreemd lachend naar mij te kijken?” vroeg hij quasi niet begrijpend.
“Niets” zei zijn vader knipogend naar zijn moeder.
“Het is anders wel een vriendelijk meisje hè?” zei zijn moeder luchtig, “En niet eens lelijk ook!” reageerde zijn vader er direct achteraan, net doende of William er niet bij zat.
“Hou maar op met dit spelletje, ik weet toch wel wat jullie bedoelen, ik heb haar alleen maar uitgenodigd omdat ze zo erg was geschrokken.
Ik dacht haar op deze manier wat over haar schrik heen te helpen zodat ze zich in vervolg wat minder ongemakkelijk zou voelen.”
“Ja, .. ja,” zei zijn vader plagerig geheimzinnig en zeker niet overtuigd dat dat Williams enige bedoeling was.
“En dat ze daarbij ook nog eens erg knap is, was je zeker ook niet opgevallen?“
William begreep dat het maar beter was om te zwijgen want overtuigen kon gij hen toch niet meer, temeer omdat hun verdenkingen nog waar waren ook!
“Ik denk dat mijn bad nu wel klaar zal zijn” zei hij snel, een excuus zoekend om de tafel zo snel mogelijk te verlaten en op die manier aan hun vragende blikken te ontsnappen.
“Als u mij wilt excuseren?”
Natuurlijk geen antwoord afwachtend stond hij vlug op, en maakte hij snel dat hij weg kwam.
Zijn vader en moeder barstten nadat hij weg was tegelijk in lachen uit.
“Hij heeft echt heel veel van jou weg Richard, hij lijkt werkelijk op je als twee druppels water.”
“Voor één keer geef ik je volkomen gelijk schat!” grijnslachte hij, terwijl hun ogen elkaar ondeugend glinsterend vonden.
“Alhoewel hij toch ook heel wat weg heeft van jou.” merkte hij toch nog terloops even op.
“Zou je er trouwend op tegen zijn als zoiets werkelijk ooit wat zou worden?” vroeg zij hem nu ernstig.
“Ze is nu eenmaal niet van dezelfde afkomst als wijzelf, zou dat een groot bezwaar voor je zijn?” “Nee, absoluut niet!” antwoordde hij beslist.
“Als ze werkelijk van elkaar zouden gaan houden is dat voor mij het allerbelangrijkste. Alhoewel het waarschijnlijk ook wel zo zijn problemen met zich mee zal brengen.
Maar die heb je nu eenmaal in elk huwelijk, en die zijn er volgens mij om overwonnen te worden nietwaar?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten