dinsdag 29 september 2015

7. De inbraak

   
“Excuseer mij dat ik u tijdens uw gezellig samenzijn moet storen my Lord” zei Stuart, terwijl hij de salon binnen kwam lopen.
Maar ik denk dat het zo belangrijk is dat u dit moet weten.”
Lord Brightton keek gestoord op van zijn spelletje schaak wat hij met William aan het spelen was.
Hij was net over een belangrijke zet aan het nadenken die zijn koning moest beschermen tegen de aanval die William slinks met zijn paard ondernam, en die bedoeld was om hem te dwingen een zet met zijn koning te doen om op die manier een rokade, die hij bij zichzelf gepland had, onmogelijk te maken.
“Ik hoop maar dat het iets is wat werkelijk de moeite waard is” bromde hij “Laat maar horen.”
“Ik denk dat u het beter kunt horen van degene die er hier het meeste vanaf weet my Lord”   “Zo?”, reageerde hij nu toch wel belangstellend, dat klinkt nogal serieus moet ik zeggen.
Wel, laat hem dan maar snel binnen Stuart”, “Jawel my Lord.”
Schuifelend en met zijn pet krampachtig in de handen geklemd, kwam er een jongen van zo’n jaar of dertien schuchter om zich heen kijkend de salon binnen.
Zijn gezicht stond strak gespannen en blijkbaar was hij het niet gewend om in de aanwezigheid van een Lord te komen.
“Dit is Paddy, my Lord, hij is het hulpje van de kok” verduidelijkte Stuart “En hij heeft iets ontdekt wat u naar mijn mening zeker van hem moet horen”
”Kom eens wat dichterbij jongen, en vertel Lord Brightton eens wat je hebt ontdekt. ”
De jongen kwam verlegen wat dichterbij en begon wat stotterend aan zijn verhaal.
“N, ..nou het zit zo sir, .. euh, ..u, .uwe, .. ex, .. excellentie, ...v, .. van morgen moest ik van Pierce da, ..da, ... dat is de kok sir, wat afval gaan weggooien.
Ik ging naar de achterdeur en het bleek dat ie op een kier stond.
Dat vond dat nogal raar sir, want ik heb hem gisteren zelf nog moeten afsluiten.
Daarom heb ik aan mr Pierce gevraagd of hij soems de deur open had laten staan, maar die zei dat hij nog niet buiten was geweest.”
Nadat de jongen wat meer in zijn verhaal kwam begon hij steeds geestdriftiger te vertellen.
”Wij hebben ook de andere personeelsleden gevraagd of zij de deur open hadden laten staan, maar niemand wist er van sir.
Daarom zijn mr Pierce en ik naar de deur terug gegaan en toen wij die eens nader bekeken, bleek het dat het slot een beetje was geforceerd.
Een heel klein beetje maar sir, je kon het bijna niet zien, maar dat is waarschijnlijk de reden dat, nadat de deur was dicht gedaan, hij weer open is geklikt.”
“Wat is dan nu je conclusie?” onderbrak Lord Brightton hem.
“Con, ... conclusie?” vroeg de jongen, niet wetende wat dat nu helemaal te betekenen had.
“Lord Brightton bedoelde je te vragen wat je precies denkt dat er allemaal gebeurd zou
 kunnen zijn” verduidelijkte Stuart hem.                                                                                                        
 “O, ..oh“ stamelde de jongen wat verward en verbaasd over het feit dat hem als kleine jongen nu naar zijn mening werd  gevraagd door een belangrijk persoon als een Lord.
Nadat hij zijn gedachten even op een rijtje had gezet, kwam het hoge woord eruit.
“I, .. ik denk dat er iemand hier heeft ingebroken sir!, en ik denk dat het gisteren is gebeurd, want toen was al het keukenpersoneel op de picknick die u had georganiseerd.”
“Worden er dingen vermist?” vroeg hij.
“Dat weten wij nog niet zeker, my Lord” viel Stuart in, “Op het eerste gezicht niet, maar ik heb opdracht gegeven om het verder uit te laten zoeken.”
“Indien u iets bijzonders heeft vernomen, wilt u mij daarvan dan direct op de hoogte komen brengen?” “Jazeker, my lord.”
”En jongeheer Paddy, jou wil ik hartelijk danken voor je opmerkzaamheid en je dappere bereidwilligheid om mij van je ontdekking op de hoogte te stellen.
Ik wil je hiervoor dan ook passend belonen, zou een shilling hiervoor voldoende zijn?”
De jongen kreeg een hoog rode kleur en stotterde verbaast, ”D, ..dank u my Lord, ..dank u!” terwijl hij naar het geld keek wat hem in zijn handen werd geduwd.
“Ik  hoop dat je in de toekomst net zo opmerkzaam zult blijven als dat je nu aan mij hebt laten zien. Dan zal je het nog heel ver schoppen in je leven”
“J, ..ja sir, natuurlijk sir “ stamelde de jongen, terwijl hij onhandig een buiging trachtte te maken.
“Stuart, wil jij jongeheer Paddy even naar de keuken begeleiden en de kok vragen om wat extra lekkers voor hem klaar te maken?
Hij hoort van jongeheer Paddy wel wat hij het allerliefste lust.
En wil je daarna weer rapport aan mij komen uit brengen over de verdere stand van zaken?” “Vanzelfsprekend, my lord, ik zal er direct werk van maken.”
Met een stevige tred stapte hij de salon uit, terwijl Paddy met zijn korte pootjes snel achter hem aan probeerde te hobbelen.
“Vreemd” zei William, die alles stil vanachter het schaakbord had gadegeslagen.
“Waarom breekt er iemand in, die vervolgens niets waardevols met zich mee neemt?”
“Dat weten wij nog niet helemaal zeker “ z’n vader zuchtte diep “Dat zal nog maar moeten blijken, laten ook wijzelf snel maar gaan controleren of alle persoonlijke bezittingen van ons nog aanwezig zijn.”
Na deze woorden haastte hij zichzelf met grote stappen naar zijn eigen kamer waar zich zijn persoonlijke kluis bevond.
In de kluis bevonden zich documenten die alleen hijzelf en premier William Pitt hoogstpersoonlijk mocht inzien omdat ze van zeer groot staats belang waren.
Als ze gestolen bleken te zijn was de ramp niet te overzien!
Daar was de kluis.
Aan de buiten kant was er niet veel aan op te merken.
Met een kloppend hart en angstzweet op z’n voorhoofd opende hij langzaam de zware deur.
Zijn bevende handen zochten haastig en tastend naar de bewuste documenten.
Waar waren die krengen nu gebleven?
Gelukkig!, hij slaakte een diepe zucht van opluchting.
Ze bleken nog exact op dezelfde plaats te liggen als waar hij ze die dag ervoor had neergelegd.
Hij bestudeerde aandachtig de kluisdeur en het slot, maar ook daaraan kon hij niets bijzonders  ontdekken.
Zover als hij kon nagaan, was er niemand in de kamer geweest buiten hemzelf.
Waarschijnlijk was de mogelijke inbreker gelukkig niet op de hoogte geweest dat er belangrijke documenten in het kasteel aanwezig waren.
Nadat hij de kluis weer zorgvuldig gesloten had, liep hij in gedachten verzonken
weer naar de salon terug waar inmiddels zijn vrouw en William ook alweer aanwezig waren.                                                                                                            
“Is er bij jullie soms wat vermist?” vroeg hij hun.
Maar ook zij schudden ontkennend hun hoofd.
Na enige tijd kwam ook Stuart de salon weer binnen.
“My lord, ik kan u met vreugde rapporteren dat er in het hele kasteel niets wordt vermist. Misschien had die inbreker wel honger, zodat hij waarschijnlijk wat in de keuken aan het rondsnuffelen is geweest.
”Dank je, goed werk Stuart, maar mocht blijken dat er toch nog iets ontbreekt, wil ik dat direct van je horen begrepen?”
“Jawel, my lord, Is er nog iets anders van uw dienst?”
“Ja, wil je er op toezien dat het slot in de keukendeur weer wordt gerepareerd of dat het wordt vervangen?”
“In die order was ik al zo vrij geweest te voorzien my Lord.”
“Goed gedaan Stuart, wil je dan nu zo goed zijn om de koffie hier in de salon te serveren?  Dat kunnen we wel gebruiken na deze schrik”
“Ik zal er direct voor zorgen my Lord.”
“Ik vind het toch nog steeds een vreemde geschiedenis vader” zei William nog eens bedenkelijk.
“Wie breekt er nou in, om vervolgens niets anders te stelen dan misschien wat lekkers uit de keuken?, dan moest hij volgens mij wel heel erg honger hebben gehad.”
“Zou hij niet op verkenning kunnen zijn geweest, zodat hij misschien later terug kan komen om dan wat sneller de waardevolle dingen te kunnen verzamelen die hij dan al van tevoren gelokaliseerd heeft?” mengde zijn moeder zich in het gesprek.”
“Dat zou best eens kunnen” antwoordde Lord Brightton.
“Maar het lijkt mij wel erg omslachtig en het gevaar van ontdekking is vele malen groter, want tijdens de picknick waren er veel meer mensen van het kasteel afwezig dan normaal het geval zou zijn.
Maar om dit geheel uit te sluiten zou het misschien wel verstandig zijn om hier en daar wat extra wachtposten te plaatsen, die zullen een potentiële rover in ieder geval kunnen beletten dat hij opnieuw in verleiding zou komen zijn slag te slaan.”
Er klonk een klop op de deur en Stuart kwam binnen met de gevraagde koffie.
“Uw koffie my Lord, zal ik het aan u uit serveren?, of wilt u liever dat ik het bij het schaakbord neer zet?”
“Serveer het ons hier maar hier uit Stuart ” zei Lord Brightton.
Terwijl Stuart rond ging met de koffie, stelde hij hem de vraag of hij wist welke mannen er betrouwbaar en geschikt waren om de wacht over het kasteel te houden.
“Jawel, my Lord, ik denk aan Tom Baker, Matt o’Daile, Scott m’c Donald, M’c Brian
en James Conners.”
“Ik wil u dan verzoeken deze mannen voor de wacht in te delen, zodat er geen tweede kans op inbraak mogelijk zal zijn, u kunt ze naar eigen goed dunken op verschillende tijden indelen.”
“Jawel, my Lord, ik zal ook hier direct werk van gaan maken, als u mij dan nu wilt excuseren?”
“Natuurlijk” antwoordde Lord Brightton hem, terwijl hij zich weer tot William richtte.
“Ik vind het allemaal nogal raadselachtig” zei hij.
“Gisteren dacht ik uit zee lichtsignalen te zien en nu dit! “
“Wat waren dat dan voor signalen vader?”vroeg William hem.
“Ik zag drie maal een wit licht aan en uit gaan.“
”En werd het beantwoord vanaf de kust?”                                                                                                                  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten