woensdag 3 februari 2016

135. kantje boord

Even later was de man druk in de weer met het verzamelen van de enterhaken en het prepareren ervan.
“Laat de konstabelsmaat verzoeken direct bij mij te komen!” bulderde Thonnon.
Zodra de man maar koud voor hem stond stak hij met zijn verhaal van wal.
“Luister goed!, Ik wil dat je straks met de draaibas een paar enterhaken op die richel daar gaat schieten. Wat denk je?, gaat dat je lukken?”
De man keek even verbaasd op maar aarzelde geen moment.
Jazeker commandant, ik denk dat zoiets me wel gaat lukken.
Ik zal alleen moeten zien uit te vinden hoeveel kruit ik daarvoor moet gebruiken.”
“Mooi” gromde Thonnon tevreden.
“Maak alles gereed en meld het me wanneer u hiermee denkt klaar te zijn."
"Tot uw orders commandant!”                                                        
De man was nog niet weg of Thonnon brulde om de bootsman.
Ook die verscheen eveneens snel ter plekke en ook aan hem werd het plan en zijn taak uitvoerig uitgelegd.
Zo, dan restte er nu niets anders meer dan geduldig te wachten totdat alles gereed was voor actie!
Ze moesten er nu wel enige haast achter gaan zetten, want over niet zo’n gek lange tijd zou het tij alweer gaan verlopen waardoor de problemen dan helemaal niet meer te overzien zouden zijn.
Thonnon berekende in zichzelf dat, als alles volgens plan zou verlopen, ze er nog zeker een uur over zouden doen voordat ze uiteindelijk de lagune konden bereiken.
Door deze enorme tegenslag hadden ze ongelofelijk veel tijd verloren, en het zou kantje boord worden om het nog binnen de gestelde tijd te kunnen redden.
Binnen nog geen kwartier werd aan Thonnon gemeld dat alles in gereedheid was gebracht. De spanning steeg ten top.
Werd zijn plan een mislukking dan zouden ze geen tijd meer over hebben om nog een volgend plan ten uitvoer te kunnen brengen.
Volgens hem kon hij überhaubt al geeneens een nieuw plan meer bedenken, bedacht hij cynisch.
Het was er op, .. of eronder!
Hij hoopte vurig met heel zijn hart dat zijn plannetje toch maar mocht slagen.
De konstabelsmaat stond bij de draaibas en mat rustig en beheerst het, naar zijn idee, benodigde kruit af.
Er werd hem door de scheepstimmerman een enterhaak aangereikt waaraan kunstig een lang dik touw en een precies in de loop van het kanon passend stuk rondhout aan bevestigd was.
De konstabelsmaat woog hem geconcentreerd in zijn hand, voegde daarna nog wat kruit toe en laadde vervolgens daarmee de draaibas.
De kunst was nu om precies zoveel kruit te gebruiken dat de enterhaak de afstand overbrugde zonder dat het daaraan bevestigde rondhout zou versplinteren.
De maat richtte vervolgens nauwkeurig de loop op de richel en vuurde het stuk af.
Velen ogen volgden het projectiel dat in een flauwe boog in de richting van zijn doel schoot.
Maar de snelheid was helaas te laag waardoor de enterhaak al snel hoogte verloor en zeker een meter of twaalf langs de steile rotswand naar beneden kletterde en hij vervolgens in de golven verdween.
“Haal hem weer zo snel mogelijk binnenboord!” bulderde Thonnon.
Hij hoopte maar dat de haak zich niet ergens in vast had gebeten en daardoor voor hen verloren zou zijn.
Dit bleek gelukkig niet het geval te zijn.
Beheerst werd de draaibas opnieuw klaargemaakt voor een volgend schot.
Ditmaal werd er door de konstabelsmaat wat meer kruit toegevoegd dan bij de poging daarvoor.
Vervolgens werd het rondhout, met daaraan de enterhaak, zorgvuldig in de loop geschoven en werd hij voor een tweede poging op de richel gericht.
 Waarschijnlijk had de konstabelsmaat bij de eerste poging onvoldoende rekening gehouden met het gewicht van de lange kabel die de enterhaak in zijn vlucht met zich mee moest voeren.
Als het de man een keer zou mogen lukken om er één op de richel te krijgen, dan zou daarna de rest een heel stuk eenvoudiger voor hem te zijn.
Want dan wist hij precies hoeveel kruit hij moest gebruiken.
Het tweede schot ging luid bulderend af.
Door de rook heen volgden velen ogen opnieuw het projectiel.
Maar ditmaal vloog het met grote vaart hoog boven de richel tegen de rotswand te pletter en stortte het vervolgens daarna luid rinkelend vele meters langs de rotswand weer naar beneden.
Toch haalde men vol hoop de kabel voorzichtig in maar, zoals ze al eigenlijk hadden gedacht, vond de haak nergens enige grip.
Blijkbaar was de haak door de hevige klap volledig verbogen geraakt, was de conclusie, die enige minuten later dan ook bevestigt werd op het moment dat hij aan boord werd gehesen.
Er begonnen nu toch wel duidelijk zichtbaar enige grote zweetdruppels op het glimmende voorhoofd van de konstabelsmaat te ontstaan.
De man trok de doek die om zijn hals zat geknoopt met een zenuwachtige snelle ruk wat losser, zodat hij wat vrijer adem kon halen.
Opnieuw werkte hij het hele ritueel af en volgde men met ingehouden adem het afgeschoten projectiel, met in zijn kielzog de lange dikke kabel die als een reuzenslang achter de haak heen en weer kronkelde in zijn luchtstroom..
De haak vloog in een hoge boog recht op z’n doel af en verdween vervolgens keurig achter de richel.
De mannen juichten de konstabelsmaat geestdriftig toe die alle lof dankbaar en bescheiden in ontvangst nam.
Het was dan ook werkelijk een meesterlijk schot.
Maar de vraag was nu, ... zou de haak ook enige houvast kunnen vinden?
Behoedzaam werd de kabel beetje bij beetje binnen gehaald.
In spanning wachtte men af of de haak ergens stevig achter bleef haken.
Na enkele minuten die voor hun gevoel wel uren leek te duren bleek dat inderdaad het geval te zijn.
Thonnon gaf opgelucht bevel om de kabel door het kluisgat naar de kaapstander te leiden.
In de volgende vijftien minuten zag de konstabelsmaat kans om nog eens drie haken op de richel te schieten.
Al deze kabels werden door het kluisgat in de voorsteven naar de kaapstander gevoerd.
Thonnon had graag gewild dat er ter hoogte van de achtersteven hetzelfde gedaan had kunnen worden.
Maar er bleek geen enkele mogelijkheid te zijn om de haken daar aan de loodrechte steile rotswanden te bevestigen.
Maar nu waren ze waarschijnlijk wel in staat om door middel van de kaapstander de kabels binnen te halen, waardoor het schip hopelijk fors met zijn boeg naar bakboord uit zou zwaaien.
“Mannen!, als de donder aan het werk!
Laten we aan deze lastige situatie nu maar eens snel een einde gaan maken!” brulde Thonnon zijn mannen opjagend toe.
Vele blote voeten klepperden over het dek toen de mannen in draf naar de kaapstander renden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten