zondag 7 februari 2016

139. Tegengesteld karakter en weerzin

Direct al voelde hij een flinke vorm van weerzin tegen de man in zich op komen.
“Al moet ik wel zeggen dat je een verrekt ellendige plek voor deze ontmoeting hebt uitgekozen zeg!” ging de man in één ruk verder.
“Ik ben bijna in die vervloekte kloof van je naar de kelder gegaan!” gromde hij narrig.
“Dat was ook de reden waarom ik wat van mijn manschappen hier en daar in de kloof heb gepost.
Ze moesten u helpen door u van aanwijzingen te voorzien.”
“Ha!, ..dat mocht dan ook wel!” gromde Du’ville bars en niet bepaald onder de indruk of zelfs ook maar een spoor van enige dankbaarheid tonend over de attente actie van Thonnon.
“Hoe heb je ooit zo’n verlaten gat als dit ontdekt?”
“Nou dat, .... “ Thonnon wilde hem dit fijntjes gaan uitleggen, maar de man had al reeds geen belangstelling meer voor hem en draaide zich lomp en onbeleefd van hem af.
Hij bekeek met een lichte spot in zijn ogen de bemanningsleden van Thonnon van top tot teen, die nog steeds voor hem in een dubbele rij bij de verschansing stonden opgesteld.
“Goeie genade!, wat heb je in hemelsnaam met je mannen uitgevreten man!
Ik heb zelden zo’n ellendig en armzalig stelletje schooiers aan boord van een Frans marineschip gezien als dit.”
Geërgerd over zijn lompe houding gaf Thonnon hem te kennen dat de reis nu niet bepaald zonder problemen was verlopen.
Enige vorm van tact scheen deze man blijkbaar volkomen vreemd te zijn.
Nog steeds, en dat zonder dat hij daarbij Thonnon aankeek ging Du’ville met enige minachting in zijn stem verder, “Goed!, .. laten we onze zaken vlug zien af te handelen, want ik wil met het volgende tij alweer snel dit ellendige oord verlaten.
Ik stel voor dat je me voorgaat naar je kajuit.”
Thonnon moest zich inhouden om de man niet á la minute van boord te schoppen, en wees hem stijf de richting met zijn hand.
De man stapte voort in de aangegeven richting, gevolgd door zijn beide luitenants.
Maar Thonnon hield hen beide met een besliste blik in zijn ogen tegen.
“Het spijt mij, messieurs, maar dit onderhoud dient strikt vertrouwelijk te blijven tussen uw commandant en mijzelf.
“Wat voor de drommel moet dit nou weer betekenen!” protesteerde Du’ville verontwaardigd.
“Wat denkt u wel, monsieur!, mijn officieren zijn stuk voor stuk betrouwbaar!”
“Daar twijfel ik ook niet aan monsieur de commandant” loog Thonnon “Maar dit zijn uitdrukkelijke orders van hogerhand.”
“Toch wens ik hier niet mee akkoord te gaan!” brieste de man nu pisnijdig.
Onverbiddelijk keek Thonnon de man recht in z’n ogen.
“Dan kunt u hierbij ons onderhoud als beëindigd beschouwen monsieur, en verzoek ik u samen met uw luitenants direct van boord te gaan!” snauwde hij.
“Maar, ...maar, ....dat gaat zomaar niet!
Wie denk je wel dat je voor je hebt!” schreeuwde Du’ville woest.
“Ik heb relaties in hoge kringen, monsieur!, en ik verzeker u dat die uw houding niet ongestraft zullen laten wanneer ze dit verhaal van mij te horen zullen krijgen!”
Thonnon’s geduld was op, ...de maat was voor hem meer dan vol nu hij ook nog eens voor de ogen van zijn gehele bemanning een grote schaamteloze stampij begon te maken.
Die stonden met stomheid geslagen het hele gebeuren wat zich voor hun ogen afspeelden aan te zien.
Slechts een korte knik met Thonnon’s hoofd was al voldoende om zes gewapende mariniers onder leiding van de provoost te doen laten aantreden om de ‘gasten’ gedwongen van boord te laten gaan.
Blijkbaar had dit toch enig afschrikwekkend effect, want direct bond de man, daarbij schichtig om zich heen kijkend, zijn opstandige en luidruchtige betoog in.
“Hee, ho!, zo bedoelde ik het nu ook weer niet!
Kunnen wij er niet samen nog eens rustig onder het genot van een goed glas wijn over praten?”
Maar Thonnon ging hier niet al te graag op in en wilde hem nog even laten zweten om hem eens een lesje te leren.
“Ik had anders sterk de indruk dat wij al met elkaar waren uitgepraat, monsieur!
Alleen al gezien het feit dat u absoluut niet akkoord wenst te gaan met een onderhoud onder vier ogen.”
“Ja!, ..nou, .. eh, ..dat wil zeggen, ...” krabbelde de man naar de juiste woorden zoekend om zo min mogelijk gezichtsverlies te lijden terug.
“M, ..misschien is het toch wel niet eens zo’n slecht idee!
Laten we deze communicatiestoornis even snel vergeten en verder gaan waar we gebleven waren” stelde de man nu zichtbaar zwetend voor.
Thonnon moest grote moeite doen om zijn gezicht in de plooi te houden en niet breed te gaan staan grijnzen vanwege zijn behaalde overwinning.
Maar hij wist bij zichzelf dat hij de man helaas nog nodig had voor zijn eigen doeleinden, en besloot daarom uiteindelijk maar om hem niet nog meer tegen zich in het harnas te jagen.
“Uw voorstel lijkt mij niet eens zo’n slecht idee, monsieur” kon hij er met enige moeite om niet triomfantelijk te grijnzen uitbrengen.
“Goed, .. laat ik u dan maar voorgaan naar mijn kajuit.”
De man volgde hem nu zo gewillig als een lammetje naar de kajuit, waar Thonnon hem een flink glas wijn inschonk.
Even viel er een geladen stilte.
“Kunt u mij vertellen wat de precieze inhoud van uw opdracht is?” vroeg Thonnon hem luchtig in een poging de ongemakkelijke stilte te doorbreken.
“Mijn opdracht is van zeer vertrouwelijke aard monsieur “ pochte Du’ville gewichtig.
“Zelfs ik weet daar niet helemaal het fijne van, maar ik moest alvorens u te ontmoeten in Bordeaux het gerucht laten verspreiden dat er binnen een aantal dagen in het diepste geheim een Engelse lady en haar zoon in de haven zouden aankomen.
Om zeker te zijn dat het nieuws in de hele haven bekend zou worden moest ik dat gerucht heimelijk in al de kroegen doen laten uitlekken.
Naar mijn idee was het blijkbaar de bedoeling dat de Engelse spionnen, die waarschijnlijk vrijwel zeker in de haven aanwezig zullen zijn, hiervan fijntjes op de hoogte gebracht moesten worden.
De reden hiervan laat zich raden, maar het zou me niet verbazen als ze soms een zeker iemand in discredit willen brengen of zo.
Als dat er werkelijk achter zit, dan zijn die lady en haar zoon vanaf het moment dat ze een stap aan wal zetten hun leven niet meer zeker, dat is wat ik je brom.                                                      
Het moest er in ieder geval op lijken dat ze beiden in het geheim succesvol uit Engeland waren ontsnapt, maar dat hun ontsnapping tot overmaat van ramp nu op één of andere manier was uitgelekt.
Hierna kreeg ik de wijziging van onze geheime ontmoetingsplaats door en daarbij de opdracht om de ontmoeting zo snel als maar mogelijk was tot stand te brengen.
Het was vooral van belang om onze geheime ‘gasten’ s’nachts aan de meest zuidelijke pier in Bordeaux aan land te brengen.
Hierbij werd ook nog eens het uitdrukkelijke bevel aan toegevoegd om hen onder geen enkele voorwaarde in handen te laten vallen van de Engelsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten