donderdag 4 februari 2016

136. D'r op of d'r onder!

Opnieuw vuurde de bootsman zijn mannen luidkeels schreeuwend uit volle borst aan.
Het klikkende geluid van de kaapstander klonk voor Thonnon als muziek in z’n oren. Langzaam kwamen de kabels krakend snaarstrak te staan.
Gespannen volgde hij de vorderingen op de voet.
Langzaam maar zeker begon de voorsteven van de brik naar bakboord af te zwaaien.            
Maar bezorgd rees bij Thonnon nu de vraag of de enterhaken zich wel in voldoende stevige ondergrond hadden vastgezet om deze geweldige trekkracht aan te kunnen.
Als de haken vroegtijdig mochten losschieten was alle moeite tevergeefs geweest.
Sterker nog, ... ze zouden dan vrijwel zeker direct op de rotsen lopen.
En zelfs als ze er ooit in mochten slagen om er zonder schade af te komen,
( hetgeen hij echter vrijwel als onmogelijk achtte), dan bleef er nooit meer genoeg tijd over om de lagune met dit tij nog te kunnen halen.
Hij moest maar niet al te lang over dit doem scenario nadenken vond hij, en zich nu volledig concentreren op de goede uitvoering van de operatie.
Hij liep naar het hek van de achterspiegel, waar hij tevens een oogje op de beide achter ankerkabels kon houden.
Ook als die het plotseling begaven waren ze reddeloos verloren.
Zouden de kabels ondanks de zware vermeerdering van trekkracht wel standhouden?
Zo niet, dan zou de achtersteven door de geweldige sterke stroming met een enorme dreun tegen de scherpe rotspunten zwaaien.
Maar alles scheen tot op heden nog steeds erg goed te blijven gaan.
De boeg draaide meer en meer naar bakboord en lag nu bijna in de positie waarin Thonnon hem graag wilde hebben.
De kolkende stroming stuwde het water en opspattende schuim nu hoog tegen de bakboordzijde van het schip.
De trekkracht die op de kabels werd uitgeoefend moest wel gigantisch groot zijn.
Plotseling hoorde Thonnon een onheilspellend gerommel en zag hij tot zijn grote schrik een aantal grote rotsblokken loskomen, die vervolgens daarop met donderend geraas in wolken van stof en kleine puindeeltjes langs de rotswand naar beneden stortte!
Blijkbaar lagen de haken verankerd in rollend gesteente en was de boel nu door de geweldige trekkracht aan het loskomen!, concludeerde hij verschrikt.
Vol afgrijzen zag hij opnieuw kleine scheuren in de richel ontstaan.
Donders!, .. hij had geen andere keuze meer, hij moest nu snel handelen!
Het schip lag nog niet geheel in de juiste positie, maar ze konden niets anders meer doen dan het er maar op te wagen!
“Zet twee man met bijlen bij de voor en achtersteven!
Let op!, want ze moeten gelijktijdig en direct op mijn teken alle kabels kappen.
Laat de zeilen weer volbrassen!” bulderde hij gejaagd maar toch niet paniekerig.
Opnieuw ontstond er een onheilspellend gerommel, en verbijsterd zag hij weer een flink stuk van de richel afbreken en met donderend geraas naar beneden komen zetten.
Twee van de enterhaken werden in de kleine lawine luid rinkelend meegesleurd en stuiterden langs de rotswand naar beneden, waar ze tenslotte samen met de rotsblokken in een zuil van hoog opspattend water voorgoed verdwenen.
Door die lawine werd ongelukkigerwijs ook nog een kabel van een derde haak geraakt, waardoor die onder de enorme druk met een grote knal brak.
Het voorschip werd nu nog maar slechts door één haak in positie gehouden!
De mannen werkten zich uit de naad om de zeilen in een recordtijd vol te brassen.
Met een geweldig geraas zwaaiden de ra’s van de bovenbramzeilen om.
Ook de kluivers werden snel naar de wind gezet om te proberen zo snel mogelijk de druk op de kabel van de enterhaak te verminderen en de boeg van de rotsen aan stuurboord weg te houden.
Kostbare seconden tikten weg voordat de zeilen met luide knallen zich goed bol vulden met wind.  Thonnon begreep heel goed dat hij de kabels vrijwel gelijktijdig zou moeten laten kappen om te voorkomen dat het schip alsnog door de stroming dwars getrokken zou worden.
Maar eigenlijk wilde hij niet de beide achterankers opgeven en toch nog proberen er minstens één te redden.
Er was helaas geen mogelijkheid om hem nog via de kaapstander binnen te krijgen.
Dus de enige mogelijkheid die er over bleef, was om te proberen hem er met het schip uit te varen.
Het eerste anker lag verder dan het tweede.
Als hij de tweede ankerlijn een aantal meters liet vieren en de eerste daarna snel liet kappen, zou het schip hopelijk in staat blijken te zijn door die vrije meters voldoende snelheid en kracht te ontwikkelen om het anker met een ruk uit de rotsbodem los te wrikken.
Maar mocht dit echter niet het geval blijken te zijn dan werd het schip ineens met een grote schok geremd, waardoor zelfs zijn masten konden afbreken als luciferhoutjes en vervolgens de voorsteven waarschijnlijk onverbiddelijk door de stroming tegen de rotsen geslagen zou worden.
Toch besloot hij dat hij het er op moest wagen!
Hij kon zich simpelweg het verlies van al zijn ankers niet veroorloven, en wist dat hij het anker op de terugweg en in de lagune hard nodig zou hebben.
Razendsnel legde hij zijn plan in het kort aan de bootsman uit.
Die knikte begrijpelijk en gaf die gegevens direct snel door aan de man die met zijn bijl al reeds positie had genomen bij de beide ankerkabels.
“Opgelet!” bulderde Thonnon gespannen.
Zijn woorden werden echter ruw onderbroken door doffe knallen en hevig diep krakende geluiden!
In de overhangende richel ontstonden nu zichtbaar grote scheuren en het was duidelijk dat hij binnen enkele ogenblikken in z’n geheel zou gaan afbreken!
“Kap de kabels!, ... snel, ..snel!” brulde Thonnon.
Met doffe houwen werden de kabels van de voorsteven en die van het eerste achter anker doorgekapt.
Het schip begon gelukkig vrijwel meteen vaart te maken.
De roerganger probeerde zoveel mogelijk bakboord aan te houden om van de rotsen aan stuurboord weg te blijven.
Maar het achterschip werd door de sterke stroom weggezet, waardoor nu het gevaar groot was dat het alsnog met grote kracht tegen de rotsen zou slaan!
Tevens ontstond het gevaar dat de boegspriet langs de rotsen aan bakboord schuurde waardoor ze hem samen met de kluivers zouden verspelen.
“Hard stuurboord je roer!” bulderde Thonnon boven al het geraas uit.
Maar het schip reageerde slechts traag en dreigde nu over enkele ogenblikken zelfs zowel met zijn boegspriet aan bakboord als met zijn achtersteven aan stuurboord de rotsen te gaan raken, waar nu tot overmaat van ramp ook nog eens met donderend geraas grote stukken rots in een grote wolk van stof die het zicht volledig ontnam, naar beneden begonnen te komen.
Plotseling werd het schip met een schok geremd door het overgebleven tweede anker, waardoor het voorschip met een ruk naar stuurboord begon af te zwaaien.
“Bakboord je roer!“ bulderde Thonnon naar de roerganger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten