vrijdag 5 februari 2016

137. "Zoek dekking mannen!"

Op het eerste moment leek het alsof het anker zich koppig niet gewonnen zou geven, maar een nieuwe kleine schok gaf te kennen dat hij gelukkig toch uit de rotsbodem was losgekomen.
“Haal snel het anker binnen voordat hij zich opnieuw in de rotsbodem vastbijt!” beval Thonnon.
Doordat het schip nu niet meer werd afgeremd had het de mogelijkheid onder de druk van zeil en stroming vaart te zetten.
Hierdoor kreeg het roer meer vat en begon de steven naar bakboord te draaien.
“Midscheeps je roer!”
De boegspriet schoof nu rakelings langs de steile rotswand.
Links en rechts daarvan plonsden, daarbij hoge fonteinen opwerpend, grote zware stukken rots in de kolkende stroom.
Ook de achtersteven scheerde nu rakelings langs de scherpe uitstekende rotspunten.
Dit was echt geluk bij een ongeluk besefte Thonnon opgelucht.
Helaas hadden zij dat geluk aan de bakboord boegzijde niet, waar nu een waar bombardement van middelmatige en kleine rotsblokken ontstond doordat de hele richel in zijn volle breedte bezig was het te gaan begeven.
Velen van die keien konden het voordek bereiken doordat ze in de snelheid van hun val ver van de rotswand weg stuiterden.
Het stortregende nu letterlijk keien op het voordek.
“Zoekt dekking mannen!” probeerde Thonnon nog boven het donderende geraas van het vallende puin uit te komen.
Maar het was al te laat!
Verscheidene mannen werden door de stukken steen bedolven en sloegen hevig bloedend aan hoofd en schouders tegen het dek, waar ze direct begraven werden onder centimeters dik puin, stof en zand.
Het schip draaide eindelijk helemaal af en schoof het met een flinke vaart door de nu nog maar zeer krappe doorgang.
Enkele stenen kletterden nog tegen de bakboordzijde van het schip wat hier en daar nog wat onbetekenende putten in het hout veroorzaakte.
Maar ze waren er nog niet!
De roerganger had nu weer goed grip op de bewegingen van het schip en hield op het midden van de geul aan.
Na opnieuw enkele zeer harde,doffe, krakende knallen, kwam nu de totale richel bestaande uit tonnen puin en enorme rotsblokken met een ontzagwekkend donderend geraas als in slow-motion achter hen naar beneden zetten!
Er ontstond een enorme waterzuil en door de drukgolf, die tevens gepaard ging met een ware vloedgolf, werd de achtersteven van de brik hoog opgenomen, waardoor de boeg diep in de golven werd gedrukt en daarbij enorm veel water overnemend krakend in al zijn voegen de scherpe rotsbodem schampte.
Schreeuwend om hulp moest de roerganger zich tot het uiterste inspannen om het nu snel voortrazende schip recht en in het midden van de geul te houden.
Ondanks dat hij er met zijn hele lichaamsgewicht tegenaan hing dreigde het stuurrad door de enorme krachten, die de vloedgolf op het roerblad uitoefende, uit zijn handen geslagen te worden.
Dit zou zeker alsnog het einde betekenen voor schip en bemanning.
Als het rad ging staan rondtollen, zouden ze stuurloos dwars op de golf komen te liggen en het schip worden verpletterd tegen de rotswanden.
Vlug sprongen een aantal manschappen, waaronder Thonnon zelf, de man bij.
Met z’n vieren gelukte het ze uiteindelijk om het rad onder controle te houden.
De voorsteven kwam moeizaam weer uit de golven tevoorschijn, waardoor het schip nu gelukkig weer goed bestuurbaar werd.
De mannen aan het roer haalden opgelucht adem nu het grootste gevaar leek te zijn geweken.
“Bootsman!, ga met een paar man zo snel mogelijk naar voren om die arme drommels daar te helpen en de schade op te nemen.
Breng ze zo snel mogelijk benedendeks en kom daarna rapport uitbrengen!”
“Tot uw orders, commandant!”
Thonnon bestudeerde door zijn kijker de situatie achter hen en trachtte, door de wolken van stof heen, te bepalen of de doorgang nu volledig was geblokkeerd door het gevallen puin.
Als dat het geval bleek te zijn dan was dit opnieuw weer een zeer ernstige tegenvaller.
Dat zou betekenen dat hun terugweg was geblokkeerd en ook de kotter zou in het donker ernstig gevaar kunnen lopen om op het puin te stranden.
Om dat te voorkomen moesten ze op één of andere manier de boel zien op te blazen, bedacht hij somber.
Hij begon zo langzamerhand spijt als haren op z’n hoofd te krijgen dat hij zo stom was geweest om voor zo’n ellendige locatie als deze te kiezen.
Er rustte schijnbaar geen enkele zegen op deze reis.
Van begin af aan was het niets anders dan één grote opeenstapeling van ellende geweest.
Tot zijn verassing bleek het echter dit keer toch nog iets mee te vallen.
Inderdaad was de hele boel naar beneden komen zetten, maar het leek hem toe dat de rotsblokken dicht tegen de wand waren blijven liggen.
Misschien kon dit wel betekenen dat er mogelijk toch nog een weliswaar zeer nauwe, maar vrije doorgang was over gebleven.
Alleen de brandende vraag was of de geul nog wel diep genoeg zou zijn.
Hij besloot om er zo snel als maar mogelijk was een patrouille over land op af te sturen.
Zodra ze in de lagune voor anker gingen zou hij ze direct op pad sturen, nam hij zich voor.
Die moesten voor de zekerheid dan maar het nodige buskruit met zich mee nemen zodat, indien het toch nodig bleek te zijn, ze de boel meteen maar uit de weg konden blazen.
Volgens zijn berekeningen restte hen maar weinig tijd.
De doorgang moest absoluut weer volledig vrij worden gemaakt.
Het was sowieso wel nuttig om daar een aantal mannen te posten, want zij zouden de kotter uitermate waardevolle aanwijzingen kunnen geven.
Het moesten natuurlijk wel mannen zijn die wisten wat ze deden, want deze klus zou niet bepaald eenvoudig zijn.
Ze moesten onder andere de boel zien weg te blazen zonder dat er nog meer puin via de rotswanden naar beneden zou komen.
Als ze het verprutsten dan kwamen ze hier nooit en te nimmer meer met hun schuit vandaan.
Hij rilde bij de gedachte.
Dat moest er niet ook nog’es bijkomen zeg!.
Maar goed, dat was even voor latere zorg.
Hij moest zich nu goed concentreren om het schip verder veilig door de nauwe kloof te loodsen.
Hij wist zich nog goed te herinneren dat er over enkele ogenblikken weer een vrij scherpe bocht naar stuurboord kwam.
“Maak je klaar om te wenden over de stuurboordboeg!”
Gespannen wachtte de manschappen op zijn teken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten