dinsdag 6 oktober 2015

13. De arrestatie

“Wie waagt het om midden in de nacht mensen uit hun bed te halen voor zoiets belachelijks!” zei ze zwaar geïrriteerd.
“Rustig nou maar” probeerde hij haar te sussen ”Lord Astray hier moet ook enkel maar zijn plicht doen.”
“Wat is dat dan voor plicht om fatsoenlijke mensen s’nachts zo laat uit hun slaap te laten halen!” reageerde ze fel.
“Het spijt mij u onder deze omstandigheden te moeten ontmoeten my Lady”, zei lord Astray onderdanig terwijl hij een lichte buiging maakte en haar hand pakte om die te kussen.
Ze trok echter haar hand snel in en keek hem fel aan, “Vertel me direct wat dit allemaal te betekenen heeft!”
Licht geërgerd door deze openlijke afwijzing, antwoordde hij met gemaakt medelijden,
“Het spijt me my Lady, maar ik heb helaas de orders gekregen om uw echtgenoot, Lord Brightton, te arresteren op verdenking van hoogverraad.
En ik heb tevens de order om hem direct onder strenge bewaking naar Londen over te brengen voor zijn berechting.”
“Arresteren!” riep ze vol ongeloof uit “Ha!, man, weet je eigenlijk wel wie je daar voor je hebt!”
“Ja” riep nu ook William “Dit is wel het meest belachelijke wat ik ooit gehoord heb.
Als er één man is die ongelofelijk veel voor Engeland heeft gedaan, dan is het wel mijn vader!
Is dit nu Engeland’s dank?”
“Richard!, je laat toch niet toe dat die lui ze je zo beledigen?, roep de wacht en gooi ze het kasteel uit!” “Rustig lieverd, rustig nou maar”, probeerde hij haar opnieuw te kalmeren.
“Ik heb zijn mannen toestemming gegeven om door het kasteel heen te lopen zodat ze hun rapport kunnen uitbrengen over dit domme misverstand, ze zijn zo weer weg.”
Ondertussen was het hele kasteel in rep en roer en kwamen mensen nog half slaapdronken nieuwsgierig kijken wat er allemaal wel niet aan de hand was.
Er was duidelijk een gemurmel van afkeur te horen.
Wie waagde het om één van Engeland’s meest belangrijkste mannen van dit gewest midden in de nacht uit zijn bed te halen voor zoiets belachelijks.
Overal hoorde je Astray’s mannen luidruchtig de kamers binnen stampen om die van onder tot boven te doorzoeken.
“My lord!”
Lord Astray keek omhoog waar één van zijn mannen met een stapeltje documenten in zijn hand vanaf de overloop naar hem stond te zwaaien.
“Is dit soms hetgeen u zocht?”
“Breng het direct bij me!”riep hij bars terug.
De man rende snel de trap af en overhandigde het stapeltje documenten aan Astray die ruim de tijd nam om ze intensief te bestuderen.
Op het moment dat hij op Lord Brightton af liep trok er een valse grijns over zijn gezicht.
”Kunt u mij dan nu eens verklaren wat dit is?” vroeg hij sarcastisch, terwijl hij met zijn vinger op de documenten wees die hij hem triomfantelijk voor zijn neus hield.
Lord Brightton griste ze nijdig uit zijn handen en bekeek ze uitvoerig.
Zijn ogen werden groot van verbazing en zijn gelaat sloeg wit uit van schrik toen hij stamelde, “Di, ..dit heb ik nog nooit van mijn leven gezien!”
“Wat is het Richard?” vroeg zijn vrouw hem nu wantrouwend, toen ze haar man ineens zo bleek zag worden bij het bekijken van de documenten.
“Dit zijn officiële documenten gericht aan uw man my Lady.
En wel ondertekend door, ..nou, .. raad eens?, .. Napoleon Bonaparte in hoogst eigen persoon!” zei Lord Astray koud en dreigend, terwijl hij de documenten weer uit de handen van haar man terug griste.                                                                                                              
“Zoals u nu met eigen ogen kunt zien my Lady”wees hij met z’n vinger, “Staat hier zelfs het nieuwste officiële zegel die nog maar net hoogst persoonlijk door Napoleon zelf in gebruik is genomen in afgedrukt” ging hij meedogenloos door.
Een luid gemurmel klonk uit de menigte die zich nu inmiddels rondom het hele gebeuren
verzameld had.
Lady Brightton keek naar het zegel en toen naar haar man die bleek en verontwaardigd naar Lord Astray en zijn documenten stond te kijken.
“Maar dat kan helemaal niet!, mijn man zou zoiets verachtelijks nooit doen!” riep ze luid zodat iedereen het kon horen.
“Hij heeft juist zijn hele leven in dienst gesteld van het vaderland en zijn persoonlijk leven daarmee op de tweede plaats gezet.”
Een bijvallend geroezemoes klonk op uit de groep van personeelsleden, die dit alles met stijgende verbijstering aanschouwden.
“Ik bewonder uw trouw aan uw man en dat u uw man zo probeert te verdedigen, my Lady” schamperde Astray.
“Maar hoe kunt u dit dan verklaren!”
Hij duwde hij haar vervolgens stevig de documenten onder d’r neus.
Onheilspellend keek hij haar met z’n git zwarte ogen aan en ontblootte hij triomfantelijk grijnslachend zijn gele tanden..
“Het is verraad!” schreeuwde William “Een smerig complot!, dat is het!”
Fier ging hij naast zijn vader staan.
Ook zijn moeder voegde zich meteen bij hen.
“Als u mijn man wilt arresteren, zult u ook mij mee moeten nemen” zei ze trots Astray’s blik trotserend.
Een kort moment vlamde er woedde in Astray’s ogen, maar hij wist zich nog net te beheersen en smaalde, ”Daar kan natuurlijk voor gezorgd worden my Lady!” hij draaide zich om.
“Grijp hen en voer ze af naar hun slaapkamer waar ik ze zal verhoren” beval hij zijn mannen.
Lord Brightton en William werden hardhandig beet gepakt.
“Blijf met je poten van me af!” beet William ze toe, terwijl hij hun handen probeerde af te weren
Maar hij kon door de overmacht niet voorkomen dat ze hem toch stevig in hun greep kregen..
“Laat dan tenminste mijn moeder gaan, smeerlap!” schreeuwde hij naar Astray, die gemeen grijnslachend stond aan te zien hoe zijn orders werden uitgevoerd.
Twee van zijn mannen liepen op Lady Brightton af.
Plotseling stak hij zijn hand op als teken dat ze moesten wachten.
“My lady, wilt u mij vrijwillig volgen, of moet ik u persoonlijk dwingen met mij mee te gaan?, aan u is de keuze!”
“Ik zou niet willen dat u mij met uw smerige handen zou aanraken" Antwoordde ze trots. "Ik kan zelf wel lopen dank u!”
Met een rechte rug en zonder hem ook nog maar een blik waardig te keuren, volgde ze haar man en zoon onder bewaking de trap op.
Boven aangekomen stond Stuart hen handenwringend op te wachten.
“Milaydy ik wil u en uw man mijn spijt betuigen vanwege deze jammerlijke affaire” zei hij zichtbaar bedroefd “Maar helaas heb ik u dit alles, tot mijn grote verdriet, niet kunnen besparen.” De oude man stond met tranen in zijn ogen van verontwaardiging machteloos toe te zien hoe zijn Lord en Lady deze vernederende behandeling moesten ondergaan.
“Het geeft niet Stuart”, zei ze troostend, “Het is tenslotte niet jou schuld, ik wil je bij deze hartelijk bedanken voor al je trouw die je ons de afgelopen jaren hebt betoont, en ik verzeker je dat deze affaire niet lang zal duren en dat ze spoedig zullen ontdekken dat dit alles slechts enkel maar op een groot misverstand berust.”                                                                                                                  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten