vrijdag 16 oktober 2015

23. Ellendig nieuws

De man wenkte met zijn hoofd naar een korporaal die op dat moment net een order stond te uit te delen aan een ondergeschikte om een lichaam dat hij aanwees naar buiten te brengen.
Direct stapte ze stoutmoedig op de man af en sprak ze hem aan.
“Ik zou u graag willen verzoeken om persoonlijk op de begrafenis van deze man te willen toezien dat het eerbaar en met het nodige respect zal gebeuren” zei ze in het Frans.
“Hetzelfde wilde ik u vragen, mocht u ook de order krijgen om mijn man te moeten begraven.
Kunt u mij daarop uw woord van eer geven?“
De korporaal keek haar begrijpend aan en knikte kort, “U heeft mijn woord, ma dame. “
“Dank u“ antwoordde zij hem, oprecht dankbaar.
Daarna liep ze naar haar bewakers terug die nu met nog meer ongeduld op haar stonden te wachten.
“Dank u vriendelijk dat u mij hiervoor de gelegenheid heeft geboden, ik zal nu verder bereidwillig met u meegaan.”
Ze werden nu verder geleid naar de kamer waar ook de andere gevangenen zaten.
“Open de deur!“ beval de officier waarop direct de deur met een grote zwier werd opengegooid.
“Mag ik uwe Lord en Lady verzoeken om binnen te treden?“
William liep samen met zijn moeder naar binnen en keek belangstellend de kamer rond.
Een schamel restje overlevenden werd hier in deze bedompte kamer onder strenge bewaking vast gehouden.
Er ontstond even een luid geroezemoes.
Enkelen van hen gingen snel opzij om plaats voor ze te maken, en er werd hen van alle kanten een stoel aangeboden.
“Is alles goed met u my Lady?“ werd er bezorgd gevraagd.
“Jawel, met mijzelf gaat het wel, dank u.“
Één van de ouderen van het personeel kwam naar voren.
“Vergeef mij dat ik de vrijmoedigheid neem u te vragen of het wel is met my Lord uw echtgenoot, my Lady, maar u moet weten dat wij ten diepste met u meeleven in deze treurige situatie.”
“Helaas moet ik u met diepe smart meedelen dat hij koelbloedig is neergeschoten en daarna aan zijn verwondingen is overleden.“
Een schok van afgrijzen golfde door de kamer.
“Het spijt ons dit slechte nieuws van u te moeten vernemen, my Lady.
Mag ik u namens alle overige personeelsleden hier, u ons medeleven betuigen en tevens condoleren met uw grote verlies?
En u ook, young Lord William?
Uw man en vader had zich in kortte tijd op Culzean Castle al bijzonder geliefd gemaakt,my Lady.
Wij ervaren zijn heengaan dan ook als een groot verlies.“
“Dank u voor uw troostvolle woorden en warme blijk van medeleven“ antwoordde ze ontroerd.
“Mijn man mocht jullie allen bijzonder graag, en had het mede door jullie warme zorgzaamheid een bijzonder fijne tijd hier op Culzean Castle.”
Er viel er een moment van diepe stilte, en de man scheen even te aarzelen.
Maar opnieuw nam de oude man schuchter het woord. “Helaas ben ik genoodzaakt om u nog meer verdrietig nieuws te melden, my Lady.
Uw persoonlijke bediende Stuart is helaas tijdens een gevecht gesneuveld.
Hij gaf moedig leiding aan een opstand tegenover de bezetters in een wanhopige poging uit te breken.
Maar dat is helaas jammerlijk mislukt zoals u waarschijnlijk wel opgemerkt zult hebben.
Hij is u trouw gebleven tot in de dood, my Lady, net zoals velen anderen hier.”
“Ik was van dit droeve nieuws al reeds op de hoogte, maar dank u voor de inzet en informatie.                                    
Wij zullen nooit vergeten wat jullie allemaal voor ons hebben gedaan.
Nogmaals, wij danken u lieden uit het diepst van ons hart.”
“Kunt u ons misschien vertellen wat er met ons gaat gebeuren my Lady?“
“Ik wou dat ik u kon zeggen dat ik het wist, maar ik weet helaas nu net zo veel als u.
We zullen het maar rustig moeten afwachten.”
William keek de kamer nogmaals in het rond.
Zijn hart bonkte hem in de keel.
Zou Jeanne nog in leven zijn?
Hij kon haar niet zo gauw ontdekken en vreesde daarom het ergste.
Een meisje maakte zich plotseling los uit de groep van mensen die in een hoek van de kamer op de grond zaten.
William keek verrast op.
“Jeanne!“ riep hij opgelucht uit, terwijl hij zo snel mogelijk overeind schoot.
Zij keek hem blij en opgelucht aan.
Hij zag aan haar dat ze zich oprecht zorgen over hem had gemaakt.
“My Lord, is alles wel met u?“
”Niet echt, maar nu ik jou hier zo zie voel ik me in ieder geval weer een stukje beter” zei hij opgelucht. Ze bloosde bij zijn compliment.
“En hoe gaat het met jou?” vroeg hij bezorgd. Ze haalde enkel maar haar schouders op.
“Ik wil je condoleren met het verlies van je oom, ook wij persoonlijk zullen hem erg missen.”
“Het was vreselijk William, ze hebben hem werkelijk doorzeefd met kogels en ze bleven maar schieten en schieten!”
Dikke tranen welden in haar mooie blauwe ogen.
Hij nam haar troostend in zijn armen, waarbij het hem totaal niet interesseerde wat iedereen daarvan wel denken zou.
“Ik maakte me doodongerust over wat voor vreselijke dingen er allemaal met je gebeurd zou kunnen zijn“ zei hij zachtjes in haar oor.“Hebben ze je verder geen kwaad gedaan?”
“Het was vreselijk, maar ik heb het er in ieder geval nog levend afgebracht.”
“Ik heb gezien dat jullie behoorlijk gevochten moeten hebben“ zei William.
“Ja, maar we slaagden er helaas niet in de wapen kamer te bereiken“ zei ze,
“We werden meedogenloos afgeslacht.“
“De schoften!“schold William bitter, “Die Astray blijkt een smerige verrader te zijn die onder één hoedje speelt met de Fransen, en hij wil de naam van mijn vader te schande maken door hem van hoogverraad te betichten.
Ik wou dat ik wist wat die smeerlap precies van plan was.”
“Ik hoorde net dat je vader door hem in koelen bloede is vermoord, het spijt me heel erg voor je, William.”
Hij knikte en wende zijn hoofd af om zijn opkomende tranen voor haar te verbergen.
Aarzelend legde zij haar hand op zijn schouder, niet precies wetend wat ze met deze situatie aan moest.
Kon ze zich deze vrijheid wel permitteren?, hij was tenslotte wel een Lord en zij maar een eenvoudig dienstmeisje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten