vrijdag 23 oktober 2015

30. Gebroken harten, leed en verdriet


William zag tot zijn stomme verbazing de sergeant, met de grijnslach nog rond zijn lippen, bloedend vanuit zijn borst voor zijn voeten neervallen.
Verschrikt keek iedereen in de richting van waar het schot gekomen was.
Daar stond Lord Astray, met het rokende pistool nog in zijn hand.
“Ik had volgens mij heel duidelijk gezegd dat niemand hen ook maar een haar mocht krenken!
Schijnbaar worden mijn orders niet echt serieus genomen!”zei hij dreigend.
“Laat dit een waarschuwing zijn voor iedereen die aan mijn woorden twijfelt!
Laat hem direct los!” beval hij.
“En zorg dat dit stuk ellende uit mijn ogen komt!” minachtend wees hij naar de dode sergeant die nog steeds voor William’s voeten lag.
Zwaar onder de indruk gekomen van zijn dreigement volgden de mannen direct zijn orders op en lieten ze William snel gaan.
Die viel naar adem snakkend op zijn knieën.
Zijn moeder liep op Astray af.
“Ik wil u mijn dank overbrengen dat u mijn zoon heeft behoed voor een zekere dood.”
“Ha, ha, ha” lachte Astray honend “Ik denk dat u er over een tijdje wel heel anders over zult denken.
Heb maar niet de illusie dat ik het deed om hem die aframmeling te besparen of uit èèn of ander gevoel van sympathie voor jullie Brighttons.
Het maakt mij namelijk totaal niet uit of je zoontje lief de aframmeling wel of niet overleefd zou hebben, sterker nog, het liefst maak ik jullie nog vandaag eigenhandig als beesten af!”
Hij keek haar smalend met kille ogen aan.
“Maar eerst heb ik nog heel wat anders voor jullie in petto” grijnslachte hij onheilspellend.
“Geloof me, je zou liever hebben gewenst dat hij dood was!”
Lady Brightton draaide hem zichtbaar geschokt de rug toe en wilde naar William lopen die nog versuft door de aframmeling op de grond zat.
Maar Astray lag stevig zijn hand op haar schouder en hield haar tegen.
Vervolgens bracht hij zijn mond dicht bij haar oor en hijgde hees, “Jammer dat ik geen tijd had om u op mij feestje uit te nodigen, ik weer zeker dat ik me ook met jou bijzonder goed geamuseerd zou hebben.”
Lady Brightton rechtte haar rug en terwijl ze voor zich uit bleef kijken zei ze rustig:
”Uw woorden getuigen mij van iets wat ik al reeds wist, namelijk dat goede smaak niet tot uw toch al niet zo talrijke vaardigheden behoort.
Als u mij dan nu wilt excuseren!, mijn zoon heeft hard verzorging nodig.”
Astray’s greep verslapte en met een duw liet hij haar los.
“Als ik u was zou ik uw zoon ook maar even een waarschuwing geven en hem duidelijk vertellen, dat als hij hierna ook nog maar een keer een probleem zal veroorzaken, ik zijn moeder dan direct zonder enige vorm van pardon aan de vlaggenmast van het kasteel zal laten ophangen.
En ik verzeker u, dat ik u daar dan net zo lang zal laten hangen tot de vogels uw stinkende karkas in z’n geheel hebben leeg gevreten!”
Lady Brightton, die tijdens het aanhoren van dit dreigement star voor zich uit was blijven kijken vertrok geen spier op haar gezicht en zei slechts op formele toon “Als u mij dan nu even excuseert!” Zonder hem ook nog maar een blik waardig te keuren stapte ze op William af en knielde ze bij hem neer.
Astray draaide zich abrupt om en beet één van zijn mannen toe “Bewaakt hen goed, en bij de minste last die ze veroorzaken kom je naar mij toe en reken ik met ze af, is dat begrepen!”
“Jawel, my Lord, tot uw orders”
Met grote stappen beende hij de kamer uit, en met een klap sloeg hij de deur achter zich dicht.
Zijn moeder vroeg bezorgd aan William, “Hoe gaat het met je jongen?”
William knikte geruststellend “Ik heb wel betere tijden gekend, maar het gaat nu wel weer een beetje moeder. Alleen heb ik voorlopig geen trek meer in eten denk ik” grimaste hij, in een poging haar wat gerust te stellen.
Maar ze zag aan hem dat hij toch behoorlijk veel pijn in zijn rug en maagstreek had, terwijl ze glimlachte om zijn grapje.
Ze keek verontrust naar Jeanne, die nog steeds als een zielig hoopje ellende in elkaar gedoken op de grond zat.
Haar hele lichaam schokte en beefde nog na van de zojuist weer doorstane spanningen, terwijl ze haar handen voor haar gezicht hield alsof ze zichzelf wou verbergen voor haar schaamte.
Aarzelend maakte ze aanstalten om een bemoedigende hand op haar schouder te leggen.
Maar William lag veelbetekenend zijn hand op haar arm en keek haar vragend in de ogen om aan te geven dat hij liever zelf een poging wou wagen om Jeanne te troosten.
Ze begreep hem direct, knikte en stond op.
“Als je mijn hulp nodig heb kan je me aan de andere kant van de kamer vinden.”
Hij knikte terug “Dank u moeder “ zei hij zacht.
Ze keek hem liefdevol aan en liet hen toen alleen.
William keek met intens medelijden naar Jeanne, die nu bezig was haar ogen vol tranen zo goed en kwaad het ging met een doekje droog te deppen.
Haar eens zo open en vriendelijke gezicht was nu vreselijk gehavend en gezwollen, terwijl haar mooie lange en slechts enkele uren geleden nog zulke glanzende haren, nu verwart en plakkerig in klitten en slierten langs haar betraande gezicht hing.                                                      
Haar diep blauwe ogen, die gisteren nog straalde van volle levenslust, zaten nu bijna dicht doordat de oogleden dik, paars-groen en gezwollen waren.
Haar wangen, bevuild door stof, bloed en de tranen die ze in grote getale had vergoten en die ze blijkbaar vluchtig met haar stoffige bebloede handen had weggeveegd, waren bont en blauw van de klappen die ze blijkbaar had moeten incasseren.
Ook haar mooie volle mond met kersenrode lippen hing nu scheef door de zwellingen van haar oog en wang en uit haar linker mondhoek sijpelde lichtjes nog wat bloed, doordat er duidelijk te zien was dat er ook een paar tanden uit haar mond waren geslagen.
Haar sierlijke slanke handen waren deerlijk verwond en overal op haar armen en benen waren net als bij de andere vrouwen grote blauwe plekken te zien.
Die smeerlap had zich letterlijk totaal op haar uit geleefd, nooit had hij zo’n hoopje miserabele ellende gezien als nu.
Zowel geestelijk als lichamelijk was er niets meer te ontdekken van het eens zo vreugdevolle, beeldschone meisje, waar hij gisteren nog zo’n heerlijke tijd mee had beleefd.
William’s hart brak bij het zien van zoveel leed dat haar was aangedaan.
Met tranen in zijn ogen keek hij haar aan en wist een tijdlang sprakeloos van ontzetting niet meer wat hij nu tegen haar zeggen moest.
Wat voor verschrikkelijke dingen had dit meisje allemaal gedwongen wel niet moeten doorstaan? bedacht hij met pure afschuw, terwijl zijn hart verscheurd werd door verdriet.
Wat een gevoelloos monster moest je zijn om haar dit soort dingen aan te kunnen doen.
In zijn hart vlamde opnieuw die zelfde enorme woede die de wanhopige aanval op die schoft van een sergeant had gevoed.
Even balde hij zijn vuisten, maar toen bedacht hij op tijd, dat hij haar daarmee niet helpen zou. Hij dwong zichzelf om weer te kalmeren, terwijl zijn vuisten zich weer langzaam ontspanden.
Toen hij zich weer enigszins hervonden had schoof hij langzaam een klein beetje dichter naar haar toe. “Jeanne “ zei hij zacht, in de hoop dat ze naar hem zou opkijken.
Maar er kwam geen reactie. “Jeanne!, .. ik ben het, .. William!”
Maar opnieuw kwam er geen enkele reactie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten