woensdag 7 oktober 2015

14. De verhoring

Ze pakte de oude man liefdevol bij de hand en keek hem vertederend in de ogen.
Maar een gemene por in de rug gaf haar ruw te kennen dat ze door moest lopen.
Ze liet de hand van Stuart los, rechtte opnieuw haar rug, en volgde gelaten de aanwijzingen van de wacht.
“Laat de Lady maar op de gang blijven staan wachten terwijl ik beide heren hier op de kamer aan een verhoor zal onderwerpen” beval Astray aan de mannen die Lord Brightton en William stevig in hun greep hielden.
Ruw werden ze de kamer binnengeduwd.
“Dit is doorgestoken kaart” fluisterde Lord Brightton William toe op een moment dat de mannen van de wacht even niet op hen lette.
“Ik heb die documenten nog nooit van mijn leven gezien, het is mij daarom dan ook een raadsel hoe ze hier gevonden konden worden.”
“Laat hier een stoel en bureau neerzetten” beval Astray aan één van de drie mannen die hen naar binnen hadden geleid, “En zorg ook voor inkt en papier, en vlug een beetje!”
“Jawel my Lord” de man haastte zich weg om de order uit te gaan voeren.
Korte tijd later werd het bureau door twee man sterk naar binnen gedragen.
Even later volgde de stoel.
Toen die uiteindelijk op de plek was neergezet waar Astray hem wilde hebben ging hij demonstratief zitten, pakte de documenten, en keek ze een ogenblik aandachtig in.
De stilte in de kamer was zo drukkend als een stilte voor de storm.
Astray keek ineens van zijn papieren op en zag dat de twee mannen die het bureau binnen hadden gebracht geduldig stonden te wachten op nieuwe orders.
“Wat hebben jullie hier nu nog te zoeken, maak dat je weg komt!, als ik jullie weer nodig heb laat ik jullie wel weer roepen” beet hij hen toe terwijl hij met zijn handen hen ook wegwuifde.
“Zo, en dan nu het volgende probleem.”
Opnieuw keek hij weer geconcentreerd naar de documenten die voor hem lagen.
Lord Brightton en William wachtten rustig af op de dingen die komen zouden.
Maar na enige tijd van stilte besloot William uiteindelijk toch het woord te nemen.
“Dit alles is klaarblijkelijk een groot misverstand dus ik stel voor, ...”
Maar nog voor hij zijn zin kon afmaken kreeg William een harde klap in het gezicht van de man naast hem.
“Naar uw mening wordt niet gevraagd!” merkte Astray scherp op, “Verraders hebben geen enkel recht van spreken, dat hebben jullie bij deze volkomen verspeeld.
Dus geeft u alleen nog maar antwoord op de vragen die ik u stel, is dat begrepen!“
Het duizelde William nog van de klap die hij net had gekregen en hij voelde een machteloze woede in zich opkomen waardoor zijn handen zich balden tot vuisten.
Maar hij hield zichzelf nog net onder controle omdat hij besefte dat hij nu op dit moment geen enkele kans zou maken tegenover de overmacht die in de kamer aanwezig was.
“Zoals u ziet heb ik het bewijs van uw verraad hier voor mij liggen” zei Astray sarcastisch tegen Lord Brightton, terwijl hij met zijn handen naar de documenten wees.
“Of kunt u mij soms een logische verklaring geven hoe deze documenten in uw bibliotheek terecht zijn gekomen?”
“Ik heb die documenten nog nooit eerder gezien, en ik zou dus niet weten hoe u eraan komt” merkte Lord Brightton kalm en geërgerd op.
“Ja, ja, uw verweer klinkt mij erg ongeloofwaardig in mijn oren mijn heer!
Denkt u nu echt dat ik dit zal geloven!” bulderde hij terwijl hij met zijn gebalde vuist hard op het bureaublad sloeg.                                                                                                                
“Ik raad u aan sir!, om eerst wat zorgvuldiger na te denken voordat u nog wat tot uw verdediging zegt!
Ik vraag u bij deze dus nogmaals hoe u aan deze documenten bent gekomen!.
Ze bevatten nota bene zeer gedetailleerde plannen om onze geliefde Excellentie, premier William Pit, te vermoorden in opdracht van Napoleon Bonaparte zelf!
En u wilt mij dan ook nog steeds proberen wijs te maken dat u van niets weet?“
”Ik blijf bij wat ik u net gezegd heb en u krijgt mijn woord van eer als gentleman erbij.”
“Uw woord van eer!” snoof Astray minachtend “Een verrader en moordenaar heeft geen eer!”
Hij stoof van zijn stoel op en stompte Lord Brightton vol in zijn maag zodat die dubbel klapte en kreunend op zijn knieën voor hem neer viel.
Verachtend keek hij op hem neer terwijl hij weer kalm achter zijn bureau ging staan.
William stoof op zijn vader af en hielp hem om zich weer op te richten.
Zijn vader snakte naar adem, maar probeerde toch hoestend en hijgend weer uit alle macht zo recht mogelijk overeind te komen.
“U, sir!, mag zich van geluk spreken dat ik u moet overleveren aan het gerecht, anders had ik u op staande voet opgehangen aan de hoogste boom!”
En waar blijft trouwens de pen en inkt waar ik om gevraagd heb!” bulderde hij de wacht toe.
“Jij daar!, ga eens kijken waar het blijft!” beet hij één van de mannen, die de wacht hield toe.
De man haastte zich om zo snel mogelijk het gevraagde te gaan halen.
Door de deur heen klonk het net alsof hij in het Frans om de spullen brulde en zijn ondergeschikte daarna de huid vol schold.
Lord Brightton keek een ogenblik vluchtig naar William en merkte dat ook hij iets had gehoord wat hem duidelijk maakte dat er hier iets vreemds aan de hand was.
Korte tijd later kwam de man weer haastig binnenlopen met in zijn handen de ganzenveer en inkt waar Astray om gevraagd had.
Echter door die grote haast zette hij het potje inkt zo ongelukkig neer dat het omviel en over de documenten vloeide die op het bureaublad lagen.
“Stommeling, rund, achterlijke idioot!” schold Astray terwijl hij hem een flinke klap in het gelaat gaf.
De man stapte bevend achteruit, “Pardon monseigneur, excusez - moi” terwijl hij zijn gezicht verborg achter zijn handen om een eventuele volgende klap af te weren.
Astray verloor nu helemaal zijn kalmte en woedend schopte hij de man waar hij hem maar raken kon zodat die kreunend met handen en voeten op de vloer terechtkwam.
“Spreek Engels idioot!” brulde hij, terwijl hij hem nog een extra trap in zijn maag na gaf.
De man kroop kreunend en steunend de kamer uit.
“Sergeant!” bulderde Astray woedend, “Zorg dat die man zwaar wordt gestraft!”
Lord Brightton en William keken elkaar veel betekenend aan.
En toen zij de wacht die naast hen stond eens goed van top tot teen nader bekeken, bleek het dat zijn uniform gevlekt was op de plek waar een vluchtig gestopt gaatje zat.
Het leek verdacht veel op een kogelgat vond William.
Opeens begrepen ze beiden dat deze mannen geen Engelsen waren maar Fransen!.
En dat dit smerige complot enkel maar ten doel had om Lord Brightton in diskrediet te brengen zodat ze hem van hoog verraad konden betichten om hem vervolgens daarna voorgoed uit de weg te kunnen ruimen.
Nu werd ineens alles duidelijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten