woensdag 14 oktober 2015

21. Afschuw

Maar Lord Brightton blufte verder ”Ook al zou je schieten, dan nog kan ik ze je niet geven en wel om de simpele reden dat ze er gewoon niet meer zijn!
Ik had ze in een kluis op mijn kamer verborgen, achter een schilderij links in de kamer.
Laat één van je mannen maar gaan kijken als je me niet gelooft!”
“Ik wil de nummers en sleutel van die kluis van je” eiste Astray, terwijl hij de haan van zijn pistool dreigend overhaalde als teken dat hij het meende.
Lord Brightton gaf met gespeelde tegenzin de combinatie en de sleutels van de kluis af.
Astray gaf onmiddellijk bevel de kluis te gaan controleren.
Enige tijd later kwamen ze terug en bevestigden ze zijn verhaal.
Nijdig draaide hij zich naar Lord Brightton toe.
“Maar wie zegt mij dat je ze niet ergens anders hebt verstopt? ”
“Ik denk niet dat onze Nappie erg blij met je zal zijn!” merkte Lord Brightton droogjes op.
Astray’s opmerking negerend.                                                      
“Het is geen onoverkomelijk probleem als je dat soms dacht, het is alleen maar een kwestie dat we het plan nog wat meer zullen moeten gaan aanpassen” pareerde Astray “En daar gaan we nu dus maar direct aan beginnen!”
Plotseling richtte hij het pistool op Lord Brightton!
Zijn vinger haalde de trekker over, .. en het schot ging af!
Lord Brightton greep naar zijn borst en keek een ogenblik met zichtbaar ongeloof naar het gat dat de kogel in zijn borst had geslagen.
Langzaam zeeg hij op zijn knieën neer en viel hij met een klap voorover op de grond.
“Moordenaar!, vuile smerige moordenaar!” krijste Lady Brightton en William verbijsterd, terwijl ze beiden neer knielden bij haar man en vader die zwaar bloedend op de grond lag.
Voorzichtig draaiden ze hem op zijn rug.
Verslagen en in shock zat William naar zijn beide ouders te kijken.
Wanhopig haar hand op de wond bij zijn borst houdend in een vruchteloze poging het hevige bloeden te stoppen, nam zijn moeder zijn geliefde vader in haar armen.
“Richard lieveling, kun je mij horen?“ zei ze zacht terwijl de tranen vrijelijk langs haar wangen stroomden.
Teder streek ze met haar bebloede hand door z’n haar.
“Lieveling, mijn lieveling “ herhaalde ze maar telkens weer.
Bloed sijpelde lang de hoeken van zijn mond.
Tevergeefs probeerde zij het met een doekje dat ze altijd in haar mouw had weg te deppen.
Bleek en met gesloten ogen lag hij in haar armen, toen hij ineens in een kleine opleving moeizaam zijn ogen opsloeg en naar haar opkeek.
Er verscheen een flauwe glimlach rond zijn lippen.
“Cha, ....Charlotte, en Wi, ..William, ...i, ..ik, ...h, ..heb, ..n, ...nooit meer van, ....i, ..iemand geh, ...gehouden als v, ...van, .. jullie!“ fluisterde hij bijna onhoorbaar.
Zijn hand zocht de hare en vond hem, maar de ademhaling ging nog slechts moeizaam en klonk reutelend.
Er overviel hem een pijnlijke hoestbui die gevolgd werd door een felle kramp op zijn borst.
Zijn gezicht vertrok van hevige pijn, maar hij maakte een gebaar dat hij haar nog wat wilde zeggen.
In een poging hem nog te kunnen verstaan legde zij haar oor vrijwel op zijn mond te luisteren.
Fluisterend kwamen de laatste woorden van vaarwel over zijn lippen.
Daarna trok er een hevige schok door zijn lichaam en zagen ze zijn ogen breken.
Zijn hoofd viel opzij en zijn hand lag vanaf dat moment levenloos in de hare!
Lady Brightton en haar zoon kwamen tot het vreselijke besef dat haar zo geliefde man en vader van hen heen was gegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten