vrijdag 4 december 2015

74. Een ondenkbaar verzoek

Een ploeg maats werd onder leiding van de scheepstimmerman naar voren gestuurd om te onderzoeken waar het lek zich precies bevond.
Met gevaar voor eigen leven, strompelden de mannen naar voren.
Het was bijna onmogelijk om langer dan tien minuten op het voordek te blijven rondhangen.
Vanaf het dek konden ze blijkbaar niet al te veel ontdekken.
Ze verdwenen benedendeks, en bleven zeker zo’n drie kwartier weg.
Maar uiteindelijk kwam de scheepstimmerman zijn rapport bij de commandant uitbrengen.
Er bleken, zoals al vermoed, twee huidplanken losgeslagen te zijn.
Het gat bevond zich ongeveer een meter onder het berghout aan stuurboord, zo ongeveer ter hoogte van de kraanbalk.
Dit, tezamen met de gespleten deknaden, maakten Thonnon dringend duidelijk dat er zeer snel iets aan gedaan moest worden, anders liep het schip binnen een paar uur vol!
Als het gat ook nog maar iets groter zou worden was er geen redden meer aan, en waren ze zeker verloren, want ze konden het nu al niet eens meer met pompen bijhouden.
Toen de timmerman en de commandant met elkaar over dit probleem aan het beraadslagen waren en bezig waren met een plan van aanpak, was het net William’s rust periode.
Hij zat dodelijk vermoeid met zijn ogen dicht achterover geleund in een luw plekje tegen de verschansing.
Even genoot hij van een moment van betrekkelijke rust, na weer een periode van hard werken aan de pomp.
Hij keek dan ook vreemd op toen hij werd aangetikt door de bootsman.
Veel verstaan van wat de man zei kon hij niet, maar uit zijn bewegingen kon hij opmaken dat de commandant schijnbaar naar hem had gevraagd.
De man wenkte nog eens dat hij moest opschieten.
“Ja, ja” bromde William, terwijl hij uiterst moeizaam overeind probeerde te komen.
“Ik lijk wel tachtig!” morde hij in zichzelf terwijl hij zijn stijve rug rechtte.
Verwonderd maar ook nieuwsgierig naar de reden dat de commandant hem verzocht had te komen, liep hij gewillig achter de bootsman aan.
Hij schrok toen de commandant zich naar hem toedraaide.
Een gemiddeld lijk zag er beter uit dan hij!
Zijn gezicht was asgrauw en gestoppeld en onder zijn holle ogen waren dikke opgezette blauw- rode kringen te zien.
De man was slechts nog maar een schijntje van de man die hij was van enige dagen voor de storm. “Ah, monsieur William“ klonk het vermoeid.
“Dank dat u gehoor heeft gegeven aan mijn verzoek naar hier te komen” bulderde hij nog steeds vormelijk beleefd tegen de wind in.
“Mag ik de reden van uw verzoek van u vernemen, sir?“ Schreeuwde hij terug.
“Ik kan mij uw verwondering voorstellen monsieur, maar helaas ontbreekt mij de tijd om u hierover uitgebreid toe te lichten.”
Hij zette de situatie in het kort uiteen.
“U bent zelf ook een officier monsieur, dus u begrijpt dat we ons in groot gevaar bevinden.
Ik zou buiten de andere suggesties ook graag uw mening horen.
Alle hulp is nu van harte welkom, we zitten zo gezegd in hetzelfde schuitje!“
William moest zich flink aanzetten om helder te kunnen denken.                                                    
Dit alles overviel hem en de vermoeidheid lag als een waas over zijn hersenen.
Maar na een kort moment had hij toch al een goed inzicht in de situatie en naar welke oplossing zijn voorkeur zou uitgaan als hij hierover wat te zeggen zou hebben.
“Mij zou met deze wetenschap het verstandigste lijken om niet meer met de kop op de wind te blijven liggen.” begon hij.
“Het zou mij beter lijken om het schip voor top en takel voor de wind te laten lenzen.
Dit zal de druk op het voorschip wat doen verminderen.
Maar daarvoor zou eerst het schip van voren beduidend lichter moeten worden gemaakt.
Dat zou moeten gebeuren door onder andere de lading naar achteren te verplaatsen.
En als dat ook al niet meer zou blijken te helpen dan moesten er desnoods maar een aantal kanonnen van het voorschip aan geloven.
Maar het voorschip moet!, koste wat kost, hoger op de golven komen te liggen, anders bestaat er de kans dat vanwege het grote gewicht het voorschip tijdens het over stag gaan niet meer rond zal willen komen.
Ik mag aannemen dat er al mensen van binnenuit aan het werk zijn en trachten het lek zoveel mogelijk af te dichten?” vroeg hij.
De commandant knikte bevestigend.
“Maar zoals u al zei, is door de grote druk die de beukende golven op het voorschip uitoefenen het onmogelijk gebleken om het lek te dichten.
Aangezien blijkt dat we allemaal dezelfde conclusie uit deze gegevens hebben getrokken, lijkt het mij het beste om het maar op deze manier aan te pakken” besloot de commandant.
Hij gaf de bootsman en timmerman opdracht om aan te vangen met het verplaatsen van de lading.
Nadat ze waren verdwenen richtte de commandant zich tot William.
“Ik zou het erg op prijs stellen indien u besloot hier op de kampanje te blijven, monsieur.”
William keek hem stom verbaasd en onderzoekend aan.
“Ik begrijp uw verwondering, monsieur, maar het is nu onder deze omstandigheden bittere noodzaak om een goede officier naast me te hebben.
En aangezien de anderen hun handen vol hebben of gewond zijn afgevoerd heb ik geen andere keuze meer dan u.”
William, nog steeds verbaasd knikte begrijpend.
“Maar uw mensen kunnen mij helemaal niet verstaan, sir” wierp hij tegen.
“Dat is nu niet van het grootste belang monsieur, ze zullen uw aanwijzingen blindelings kunnen volgen en met de nodige gebaren komen ze er vast wel uit.”
William bedacht dat het nu toch niet veel gekker meer moest worden!
Nu moest hij zelfs de bemanning van een vijandelijk schip gaan commanderen!
”Maar sir!, protesteerde hij, dit zal zeker kwaad bloed gaan zetten onder uw onderofficieren en overige bemanning!“
Hij wist hoe explosief de stemming de laatste dagen onder de bemanning was.
“Dat zal misschien dan wel, maar ze willen op hun beurt ook wel weer veilig naar hun vrouwen en kinderen terugkeren, monsieur “ wierp de commandant op zijn beurt weer tegen.
“ En ik heb besloten dat deze keuze daarvoor de beste kans biedt, de rest is voor nu even bijzaak en van later belang!
Ik heb hen overigens al voor dit gesprek op de hoogte gebracht van mijn besluit.
Goed, we hebben nu genoeg tijd verloren met discussiƫren, het is nu tijd om spijkers met koppen te gaan slaan.
Ik verzoek u naar het voorschip te gaan en daar te controleren hoe het met het verplaatsen van de lading staat.                                                      
Als er meer mensen nodig blijken te zijn om de klus te klaren heeft u de vrije hand om er een aantal extra uit te kiezen.”
Toen William na veel moeite eindelijk in het voorruim was aangekomen waren daar de mannen als paarden aan het werk om de lading naar achteren door te geven.
Ze stonden in twee tot drie voet ijskoud zeewater maar door het hevige hellen van het schip steeg het soms ook wel tot aan borsthoogte.
Daardoor vorderde het werk uiterst traag en moeizaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten