woensdag 16 december 2015

86. Ellende, ellende en nog meer ellende!

Emotioneel draaide hij zich om en zocht daarna weer tastend met zijn handen en voeten de weg naar het bovendek terug.
Uiteindelijk daar aangekomen leek het hem toe dat het schip wat stabieler maar ook beangstigend dieper met het voorschip in de golven lag dan even daarvoor.
Het schip maakte nu niet meer van die enorme grote halen als een klein half uurtje geleden.
Waarschijnlijk zorgde het water in het schip ervoor dat hij nu niet meer zo rolde en dat hij daardoor wat meer overeind bleef.
Hij zag tot zijn tevredenheid de mannen van alle kanten komen aanzetten met materialen waarmee ze de vlotten in elkaar konden zetten, en dat de commandant aan de voet van de opgang van de kampanje bezig was om een ploeg mannen samen te stellen die moesten gaan proberen om de lekken in het voorschip zo goed mogelijk te dichten. Vlak bij hem kwamen twee mannen met een bundel lijnen aansjouwen die bedoeld waren om de balken van de vlotten aan elkaar te binden.
Een paar anderen kwamen juist met lege handen aanlopen en waren blijkbaar op zoek naar materialen die ze verder nog zouden kunnen gebruiken. “Hé, jullie daar!, kom eens even hier!”
Hij gebaarde daarbij druk met zijn handen zodat ze goed zouden begrijpen wat hij bedoelde.
“Ik wil dat jullie voor het proviand van de vlotten gaan zorgen.
Haal eerst vanuit de kombuis zoveel mogelijk aan dek en sjor het tijdelijk maar zolang rondom de grote mast.
Doe het wel zo, dat in geval van nood, het zo snel mogelijk op de vlotten geladen kan worden. “Aye, aye, sir“ kwam het er in half Frans uit.
Onbewust moest William even in zichzelf lachen.
Wie had nou ooit zoiets kunnen bedenken?
Hij vroeg voor de zekerheid nog eens aan hen of ze zijn orders wel goed begrepen hadden en zond ze toen weg.
Daarna keek hij in de richting van de kampanje of hij al iets van de scheepstimmerman kon ontdekken.
Een ogenblik later kwam die strompelend en doornat vanuit de richting van het voordek aanlopen.
Hij was bezig geweest om de mannen beneden instructies te geven hoe ze de lekken moesten gaan dichten.
Geen simpele klus, want alles moest in en onder het ijskoude water worden gedaan, dat ook nog eens werd bemoeilijkt door de druk van het binnenstromende water.
Hijgend kwam de man zich bij hem melden. “Zullen we dan maar?” vroeg hij hem. Hij knikte puffend en even later gingen beide mannen via het luikhoofd naar beneden.
Daar liepen ze op de tast in de richting van het achterschip, waarna ze even hijgend stil hielden.
De timmerman was zo slim geweest om een stormlantaarn met zich mee te nemen, die hij nu hier beneden aanstak om wat zicht te krijgen.
Ze besloten om eerst het onderste dek te controleren op lekkage en zich daarna op deze manier weer dek voor dek naar boven te werken.
Beneden in het onderste ruim bleek ongeveer twee tot drie voet water te staan.
Hetgeen wel verontrustend, maar daarbij toch nog minder dramatisch was dan dat ze zelf  hadden gedacht.
Waarschijnlijk was er veel naar voren gelopen doordat het schip voorover lag. Dat kon verklaren waarom de boeg weer een heel stuk dieper lag dan er voor, dacht William.
De schade viel hen hier eigenlijk wel mee en zover ze konden zien was er ook verder nergens een lek te bekennen. De timmerman haalde even opgelucht adem.
Blijkbaar was de golf een paar dekken hoger ingeslagen.
Het water was weliswaar via luikopeningen en andere kieren tot het onderste ruim door gedenderd maar had verder de scheepswand volledig intact gelaten.
Er deed zich hier alleen een ander probleem voor.
Er bleken in deze ruimte namelijk ook een aanzienlijk aantal vaatjes buskruit opgeslagen te zijn, die nu natuurlijk volkomen onbruikbaar waren geworden. William vond de plaats voor een lading buskruit op zichzelf nogal bijzonder maar het was nu niet de tijd om zich daarmee bezig te houden.
Ze besloten dit dek vanaf het achterschip tot aan ongeveer het middenschip te gaan bekijken om te zien tot hoe ver het water door was gelopen en tot op welke hoogte het daar dan zou staan.
Voornamelijk het ruim waarin de proviand lag opgeslagen was van het grootste belang.
Hun bangste vermoedens werden bewaarheid toen ze met kloppend hart door het gat waadde waar eens een zwaar beveiligde deur van het ruim had gehangen.
Het proviand bleek in minstens drie tot vier voet water te liggen!
En alleen enkele hoog gestapelde zakken en vaten waren nog enigszins intact gebleven.Verreweg het grootste gedeelte van het proviand was volkomen oneetbaar geworden! Hetgeen betekende dat ze het met de resterende voorraad alleen konden redden als er vanaf nu een zeer streng rantsoen zou worden ingesteld.
Beide beseften dat ze te allen tijde onrust onder de bemanning moesten zien te voorkomen, en dat ze het slechte bericht daarom zorgvuldig en enkel en alleen aan de commandant konden rapporteren.
Dit was een ramp van de eerste orde! Een nog grotere onrust maakte zich van hen beiden meester.
Ze wisten dat het voorschip er nog veel erger aan toe moest zijn.
Het voorste ruim, wist William, was bijna in z’n geheel vol gelopen.
In het ruim vlak voor de grote mast lagen de vaten water en wijn opgeslagen!
Als hier al vier tot vijf voet water stond, hoe zou het er daar dan wel niet voor staan!
Hoe verder ze naar voren kwamen hoe meer water er kwam te staan.
Uiteindelijk konden ze het wadend niet meer aan en moesten ze zich min of meer drijvend vooruit zien te trekken.
Op het moment dat ze eindelijk in het bewuste ruim aankwamen waar de water en wijnvaten in opgeslagen lagen, werd de ergste nachtmerrie die je jezelf maar als zeeman kon voorstellen voor hen bewaarheid!
De ravage in het ruim was werkelijk enorm!
Half in het water, of volledig daarin, dreven overal gebarsten en beschadigde vaten in het rond.
William schatte dat zeker twee derde van de drinkwatervoorraad beschadigd of onbruikbaar was geworden.
Dit was buitengewoon ernstig en William en de timmerman keken elkaar daarom zwijgend maar veelzeggend aan.
Vertwijfeld schudde de timmerman zijn grijze hoofd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten