vrijdag 18 december 2015

88. Een gewaagd idee

De commandant draaide zich opnieuw om en verbrak tenslotte zijn stilzwijgen.
“Monsieur Caspaar, ... denkt u dat de mannen nog in staat zullen zijn om de lekken in het voorschip te dichten?
En indien dat mogelijk is,.. hoeveel tijd schat u dan dat ze daarvoor nodig zullen hebben?”
De timmerman dacht even na voordat hij zijn antwoord gaf. “Ik denk nog wel dat het mogelijk is om de lekken dicht te krijgen commandant, maar ik ben bang dat ze daar op z’n minst nog zeker twee tot drie uur voor nodig zullen hebben.”                                                
“En hoelang denkt u, naar uw schatting natuurlijk, dat het schip het nog zou kunnen houden voordat het tenslotte in de golven zal verdwijnen monsieur?”
De timmerman weifelde om op deze moeilijke vraag een antwoord te geven.
“Het is niet eenvoudig om hierop met zekerheid antwoord te geven commandant, daar het sterk afhankelijk is van een aantal onzekere factoren.
Maar ikzelf schat dat het schip het op z’n hoogst nog maar één à twee uur kan volhouden.
Tegen die tijd zal het voorschip al zo diep in het water komen te liggen dat de golven vrij over het dek zullen spoelen, waarna het volgens mij dan zeer snel bekeken zal zijn, commandant.”
“Ik was helaas zelf ook al tot deze conclusie gekomen, monsieur.
En dat betekend dus,” zei hij langzaam voor zichzelf uitsprekend alsof hij bang was om zijn overpeinzingen hardop met hen te delen, ”Dat we te weinig tijd overhouden en het schip dus in feite reddeloos verloren is!“
Na deze verpletterende conclusie viel er een moment van doodse stilte.
Iedereen besefte de vreselijke inhoud van zijn woorden.
Alle inspanningen om het schip drijvende te houden, hadden uiteindelijk helaas niet mogen baten.
Binnen één à twee uur zou dit eens zo trotse schip onherroepelijk naar de bodem van de Atlantische oceaan afdalen. Konden ze nu maar een manier bedenken om het schip nog een paar uur langer drijvende te houden!, bedacht William wanhopig.
Misschien zou er zich dan toch nog een kleine mogelijkheid voor kunnen doen om alsnog het schip wat leger te pompen waardoor het weer wat hoger op de golven zou komen te liggen.
Als hen dat toch op de een of andere manier zou kunnen lukken was er misschien nog een minimale kans om de orkaan rustig voor top en takel uit te rijden zonder dat ze gedwongen waren het schip te verlaten.
Iedereen wist bij zichzelf dat de overlevingskansen op de open onbeschutte vlotten vrijwel nihil was. Vrijwel de meesten zouden zeker na een korte tijd door onderkoeling komen te sterven of er simpelweg gewoon afgespoeld worden. Eigenlijk waren de vlotten niet meer dan een vorm van uitstel van executie.
William keek onbewust in de richting van het kuildek waar de mannen in grote haast bezig waren met de constructie van de vlotten.
Balken en planken werden aan elkaar gebonden tot er een houten vlak ontstond van ongeveer dertig vierkante meter.
Daaronder werden lege vaten aangebracht om het drijfvermogen van het vlot zo hoog mogelijk te maken en werd het geheel voorzien van een klein mastje waar een zeiltje aan bevestigd werd.
Om de gehele bemanning, tezamen met het overgebleven proviand en water te herbergen, moesten er zeker drie van dit soort vlotten worden gemaakt.
De commandant schraapte even luidruchtig zijn keel.
“Heeft één van deze heren soms nog een idee hoe we het naderende noodlot alsnog kunnen afwenden?”
Helaas bleef het onder hen onheilspellend stil, en de timmerman schudde meewarig zijn hoofd.
”Monsieur Caspaar, als we nu eens alle lading overboord zouden zetten of naar achteren zouden brengen, kan er dan nog sprake zijn van enig gunstig effect?” vroeg hij hopend tegen beter weten in. ”Ik wil u er aan herinneren, commandant, dat we al zoveel mogelijk vanuit de voorruimen naar achteren hebben verplaatst.
En dat we zelfs ook al enige stukken geschut over boord hebben gezet.
Doordat er voor in het ruim nu zoveel water staat is daar het grootste gedeelte van het drijfvermogen weggenomen.
Ik ben dus bang dat die maatregel volstrekt onvoldoende zou zijn.
Misschien als we in staat kunnen zijn om nog een aantal stukken geschut naar achteren te verplaatsen dat daardoor het voorschip dan een tikkeltje hoger zou komen te liggen.
Maar ik zie echt niet in hoe we dat onder deze omstandigheden nog voor elkaar zouden moeten krijgen. Buiten dat denk ik bovendien niet dat we er genoeg tijd mee zouden winnen.
Ik denk dat het verschil daarvoor te klein zou zijn.”
“Ik ben bang dat u helaas gelijk heeft, monsieur” knikte de commandant.
“Dan zit er voor mij nu helaas niets anders meer op dan u heren te danken voor uw grote inzet. Indien u zo vriendelijk zou willen zijn om mij nu te excuseren?
Ik trek mij even op het halfdek terug en wens daar een tiental minuten onder geen beding te worden gestoord.” “Jawel, commandant!“
William draaide zich om en keek onbewust opnieuw in de richting van de mannen die bezig waren een aantal vaten onder de houten vlonders te bevestigen.
Plotseling draaide hij zich met een ruk om.
“Commandant!, zou ik u toch nog éénmaal even een moment mogen storen?
Ik krijg plotseling een idee maar weet helaas niet zeker of het wel zal werken, maar het valt zeker te proberen.
Met uw toestemming zou ik graag mijn plannetje aan u voorleggen.“
De timmerman draaide zich ietwat geschokt maar toch ook weer nieuwsgierig om.
Hij wilde zien waar deze jongen het lef vandaan haalde om dwars tegen het persoonlijke verzoek van de commandant in het te wagen hem alsnog aan te spreken.
De commandant fronste gestoord even zijn wenkbrauwen maar gaf met zijn hand een teken dat hij kon zeggen wat hij op z’n hart had.
“Tijdens de werkzaamheden in het ruim was mij opgevallen dat er veel lading in vaten en kratten zit opgeslagen.
Verder is er veel proviand wat in de vaten zat door het zeewater onbruikbaar geworden evenals vele vaatjes buskruit en drinkwater.”
“Ja en?, wat wilt u daar eigenlijk precies mee zeggen, monsieur William?
Ik neem aan dat het uw idee is om alles maar overboord te zetten om zodoende het schip lichter te maken?”
William knikte, “De inhoud wel commandant, maar de vaten niet!”
De wenkbrauwen van de commandant kwamen verbaast iets omhoog.
“En wat zou u daar dan mee voor hebben, monsieur?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten