maandag 28 december 2015

98. Dorst!

Haar afgetobde gezicht verbleekte een ogenblik van schrik maar kort daarna werd het dieprood van woede.
“Wat denkt die kerel wel!” schreeuwde ze woest, “Als hij denkt dat ik op zijn order deze mensen zomaar laat verrekken dan heeft hij het goed mis!
Dit is gewoon moord met voorbedachte rade!
Ik weiger dan ook aan dit afschuwelijke bevel gehoor te geven, hoor je!“
Met vurige ogen keek ze hem strijdlustig aan.
Haar hele houding straalde grote onverzettelijkheid uit.
“Ik vind het een schande dat je je hiervoor laat gebruiken, jongen!
Dat had ik nooit achter jou gedacht!
Wat zou je vader hier wel niet van gevonden hebben.
Als hij dit zou weten zal hij zich uit schaamte misschien nog omdraaien in zijn graf!“ Hij liet d'r even uit razen, want hij had deze reactie eigenlijk wel van haar verwacht.
Maar toen ze naar adem hapte om aan de volgende ronde te beginnen vond hij het de hoogste tijd om haar reprimande te onderbreken.
“Moeder ik begrijp dat u kwaad bent” schreeuwde hij “Maar sta mij toe u een moment te onderbreken.
Geloof me, toen ik de bevelen voor het eerst hoorde was ik net zo geschokt en woest als u nu.
Maar probeer nu alles eens een moment zonder verdere emoties op een rijtje te zetten. Plaats uzelf even in de schoenen van de commandant.
Wat zou u doen als u hem was?, en als u wist dat er bij lange na niet voldoende water meer aan boord is om de gehele bemanning nog voor drie dagen te voorzien?
En dat vervolgens met de wetenschap dat we waarschijnlijk met dit weer nog vele dagen, zo niet weken, nodig zullen hebben om de eerstvolgende nabije haven te bereiken.
Zeg eens eerlijk moeder, u heeft zich de afgelopen dagen samen met de chirurgijn met de grootst mogelijke ijver en zorg ingezet voor de gewonden hier beneden.
U moet hierbij in vrijwel alles gebrek hebben geleden.
Zeg eens eerlijk, .. op welke manier heeft u voor uw zelf bepaald wie er iets kreeg van de wijn of van de andere schaars geworden medicijnen?”
Zijn vraag trof haar als een bliksemschicht diep in het hart.
Plotseling haalde ze uit en sloeg ze hem met de vlakke hand vol in het gezicht.
Daarna draaide ze zich direct van hem af en begroef ze d’r gezicht snikkend in haar handen.
Troostend lag hij zijn beide handen op haar schokkende schouders, waarna ze zich plotseling omdraaide en haar hoofd, dat nog steeds begraven lag in haar handen, op zijn borst liet rusten. Ineens kon ze al d'r opgekropte gevoelens niet langer meer de baas en liet ze haar tranen de vrije loop.
De tranen drongen langzaam door haar slanke bevuilde vingers en drupten op zijn borst.
“Oh, ..William, het is zo afschuwelijk!“ snikte ze verstikt “Zo verschrikkelijk afschuwelijk!“
“Ik weet dat het moeilijk voor u is moeder, maar toch vraag ik u om het nog zo lang mogelijk vol te houden. U heeft gedaan wat u kon, en zelfs meer dan dat ooit iemand voor mogelijk had gehouden.
Helaas kunnen we nu niet veel meer voor hen doen.
Maar geloof me moeder, dat uw troostrijke woorden van onschatbare betekenis voor deze mannen zijn.
Uw liefdevolle aandacht is een ware balsem voor hun eenzame, gemartelde zielen.
Haar strijdlustige houding was nu volkomen weggeëbd en begon langzaam plaats te maken voor gelatenheid. Hij deed zijn best haar zo goed en kwaad het kon te troosten.
Na enige tijd liet hij haar op eigen verzoek weer alleen met haar gedachten en gewonden.
De uitzichtloze dagen regen zich aaneen als een ellenlange zwarte begrafenisstoet bij maanloze nacht.
Elke dag opnieuw vielen er een aantal slachtoffers te betreuren wiens lichamen bezweken waren door het gebrek aan water en voedsel.
De omstandigheden waarin ze nu verkeerden was regelrecht mensonterend te noemen.            
Volledig ten einde raad probeerden de mannen zelfs door het drinken van hun eigen urine wat extra kostbaar vocht binnen te krijgen.
Maar omdat hun lichaam met de dag meer uitdroogde werd ook deze hoeveelheid natuurlijk steeds minder en door de scherpe stank volledig ondrinkbaar.
De absurde situatie had vanmorgen zelfs nog geleid tot een schaamteloze vechtpartij die was ontstaan doordat één van de mannen de urine probeerde te stelen van een ander.
De dader werd door de bootsman genadeloos afgestraft met zijn eindje touw en had te horen gekregen dat hij bij de volgende wateruitreiking zou worden overgeslagen.
De man was hierop wanhopig op zijn knieën gevallen en had hem uit alle macht gesmeekt om deze straf alsjeblieft om te zetten in een lijfstraf.
Maar de bootsman had hem onverbiddelijk van zich afgeduwd.
William werd tijdens de achtermiddagwacht plotseling opgeschrikt door een hevig gekrijs.
Toen hij om zich heen keek bleek die uit de mond te komen van de maat die deze morgen nog zo hardhandig door de bootsman was afgestraft.
Wild om zich heen maaiend rende hij over het dek, onderwijl angstig achter zich kijkend alsof er een zwerm bijen achter hem aan zat.
“Dat moest er nog even bij komen!“ werd er naast hem hardop gemompeld.
Hij keek de man niet begrijpend aan.
“Hoe bedoel je?” merkte hij op.
“Nou, het is wel duidelijk dat die arme drommel daar blijkbaar aardig wat zeewater naar binnen heeft gewerkt!
Hierdoor ga je dingen zien die er niet zijn, kortom je word knettergek!“
William reageerde direct. “Houdt die man tegen!, probeer hem te pakken te krijgen!”
Maar voordat ze kans konden zien om hem te pakken te krijgen, vloog de man als een kat het want van de grote mast in.
“Wat is hier voor de drommel aan de hand!” foeterde Thonnon, terwijl hij nijdig op William af liep.
William wees daarop zonder een woord te spreken naar boven.
De commandant onderdrukte een binnensmondse vloek waarna hij de handen om zijn mond kromde en naar boven begon te brullen dat ie als de gesmeerde bliksem naar beneden moest komen.
Maar de man verkeerde blijkbaar volledig in zijn eigen wereldje want hij reageerde totaal niet op het gebrul van zijn commandant.
Hij was nu al ter hoogte van de mars geklommen maar begon daarna nog steeds krijsend naar het eind van de ra van het grootzeil te lopen.
Op het eind van de ra aangekomen ging de man weer wild staan wapperen met zijn armen alsof hij de onzichtbare horde bijen van zich af wilde slaan.
“Houd je vast, ongelukkige!, houd je vast!” bulderde de commandant machteloos uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten