zaterdag 5 december 2015

75. Beklemd!

Het hevige rollen en stampen van het schip maakte het er niet bepaald éénvoudig op om op de been te blijven.
Er stonden een flink aantal houten kratten in rijen tegen de bakboordzijde op elkaar gestapeld die stevig gesjord zaten met dikke kabels.
Ze moesten voorzichtig worden losgesneden zodat ze konden worden afgestapelt om vervolgens te worden doorgegeven naar achteren.
Dat was op een rollend en stampend schip als dit werkelijk een levensgevaarlijke klus die veel precisie van de mannen eiste.
Maar de maat die het mes hanteerde was blijkbaar iemand die precies wist wat hij deed.
Hij voelde perfect aan op welk moment hij ze moest doorsnijden.
Zodra een touw was doorgesneden grepen gespierde armen zo snel mogelijk de losstaande kratten er af om te voorkomen dat ze bij een volgende kaaier door het hele ruim geslingerd zouden worden.
William zag al snel dat er meer hulp nodig was om dat binnen de gestelde tijd te kunnen klaren. Hij wenkte een maat en gaf hem opdracht er nog vijf man bij te halen.
Daarna gaf hij order de eerste ploeg af te lossen en hen een extra oorlam te geven.
Hopelijk zouden ze hierdoor weer wat op temperatuur komen.
De mannen strompelden tot op het bot verkleumd door het koude water naar het droge gedeelte om even op adem te komen.
Na enige tijd zette William ze weer op het droge gedeelte in om de lading die van voren werd doorgegeven verder naar achteren te transporteren.
Deze arbeid zorgde ervoor dat de spieren weer wat sneller werden opgewarmd.
De ploeg die een tijdje achterin aan het werk was geweest werd dan vervolgens weer voor in het schip ingezet.
De andere vijf man waar William om gevraagd had kwamen zich bij hem melden.
Hij stelde in totaal drie ploegen samen die telkens elkander om de beurt zouden aflossen.
Dat was de enige manier waarmee ze het waarschijnlijk het langst vol konden houden.
Het werk begon na verloop van tijd toch redelijk te vorderen.
Nu was het de beurt aan William en zijn ploeg om in het voor-ruim de handen uit de mouwen te gaan steken.
Samen met vier anderen daalde hij in het ijskoude water af.
Direct voelde hij zijn spieren verstijven en voor een moment snakte hij naar adem.
Het leek wel of er een ijzeren band strak om zijn borst werd aangetrokken en hij besefte dat hij flink in beweging moest blijven om zijn spieren niet door de kou te laten verkrampen.
Het bleek zeer moeilijk te zijn om in het water op de been te blijven.
Telkens als het schip een kaaier maakte steeg het water soms letterlijk tot aan zijn lippen, waardoor hij hevig hoestend en proestend uit alle macht probeerde zijn hoofd boven water te houden.                                                    
Het was vrijwel ondoenlijk om hier nog lang in dit ruim te blijven werken.
Hij bereikte een aantal opgestapelde vaten die hij voorzichtig probeerde los te snijden.
Maar zijn handen waren door de kou zo gevoelloos geworden dat hij ongelukkigerwijs het mes liet vallen.
Hij tastte uit alle macht wild met zijn handen onder water, maar hoe hij ook zocht, hij kon het mes met geen mogelijkheid meer terugvinden.
Één van de maats worstelde zich naar voren met een mes boven zijn hoofd.
Met een krachtige haal sneed hij het touw door.
In zijn haast om te helpen had de man ongelukkigerwijs niet gewacht op een gunstig moment.
Het schip maakte juist een enorme haal naar stuurboord waardoor nu de hele handel ging schuiven.
De bovenste laag die uit vaten bestond stortte krakend naar beneden.
In een poging ze te ontwijken nam William een duik naar achteren.
Een vat mistte zijn hoofd op een haar na en plonsde vlak naast hem neer.
De man die voor hem had gestaan was echter minder gelukkig.
Een vat had hem vol op zijn schouder geraakt en hem omver geworpen.
Hij verdween onder water en kwam niet meer boven.
Even ontstond er lichte paniek!
Vele handen graaiden onder water naar de man tot een maat na enige tijd schreeuwde dat hij hem te pakken had.
Met vereende krachten sjorden ze hem omhoog tot ze zijn hoofd boven water kregen.
Blijkbaar zat een voet van de man tussen de vaten beklemd want wat ze ook probeerden, ze kregen hem daar met geen mogelijkheid meer weg.
De man hoestte benauwd en kon ternauwernood zijn mond boven water houden.
Bij elke beweging van het schip werd zijn hoofd overspoeld en kwam hij pas na enige tijd hevig naar adem snakkend weer boven.
De man raakte in paniek en begon wild met zijn armen om zich heen te slaan.
Uit alle macht probeerden ze hem te kalmeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten