zondag 13 december 2015

83. Maak alles klaar om het schip te verlaten

William volgde nu met ingehouden adem de verrichtingen van het geteisterde schip.                  
Nog steeds weigerde het koppig om zijn zware kop voor de wind af te draaien en ploegde het, onderwijl grote hoeveelheden water overnemend, stug voort op zijn oude koers.
Blijkbaar, wanhoopte hij, was het voorschip door het overkomende water weer veel te zwaar geworden en was de druk op het zeil onvoldoende om hem nog af te laten draaien.
In dat geval zouden ze verloren zijn want deze schuit was echt niet veel langer meer bestand tegen dit enorme natuurgeweld.
Waarschijnlijk had het water dat in het schip was gelopen er voor gezorgd dat ze nog niet waren gekapseisd maar tegelijk tekende het nu ook voor zijn ondergang doordat ze door het gewicht nu niet meer voor de wind konden komen.
Ze hadden gevochten wat ze konden maar uiteindelijk hadden ze dan nu alsnog verloren, bedacht hij bitter.
Hij voelde dat het schip de neiging kreeg om nog meer over te gaan hellen.
Het was nu echt niet langer meer verantwoord om nog op deze manier door te gaan.
Hij moest nu gaan ingrijpen! 
Zo’n vijfhonderd meter naast het schip rees er plotseling een monster van een golf op!
“Je mes!, geef me je mes!” schreeuwde hij naar de maat naast hem.
De man begreep hem direct en wierp hem zijn matrozenmes toe dat bij hen altijd standaard aan de broekriem bevestigd zat.
Razendsnel bevrijde hij zichzelf van zijn lijf lijn en probeerde hij op handen en voeten met het mes tussen de tanden geklemd naar de schoot te komen.
Hij had nu slechts nog maar één doel en gedachte!, hij moest de schoot zien te kappen voordat de golf hen zou bereiken!
Uiterst moeizaam zag hij kans om zich op te richten en de schootlijn te bereiken.
Hij zette het mes op de schootlijn die snaar stijf stond en begon als een razende een zagende beweging te maken.
De maat schreeuwde iets naar hem wat hij door de gierende wind niet kon verstaan.
Maar uit de gebaren kon hij opmaken dat hij wilde dat hij direct zou stoppen.
Want op het moment dat alles reddeloos verloren leek begon het voorschip eerst aarzelend maar dan toch, langzaam maar zeker, eindelijk weg te draaien.
Er ging een kort gejuich onder de manschappen op, maar iedereen wist dat ze er nog lang niet waren! 
Met donderend geweld stormde de monsterlijk hoge golf op het nog steeds met slagzij kampende schip af. 
Krakend in al zijn voegen draaide het schip tergend langzaam zijn kwetsbare zijde van de naderend golf af.
William besefte dat ze met een slagzij als deze geen enkele kans zouden maken om dit enorme monster te overleven.
Eindelijk kwam het schip stampend voor de wind. Dat was waarop hij had gewacht!
Hij begon nu opnieuw weer als een razende op de taaie schootlijn in te snijden.
Wilden ze nog enige kans maken dan moesten zo recht mogelijk voor de wind zien te blijven! 
Onder het snijden door keek hij zo nu en dan even angstig over zijn schouder om in te schatten op welk moment de golf hen zou overvallen.
Hij hoopte zichzelf weer op tijd vast te kunnen maken voordat hij zou inslaan!
Met een geluid als van een zweepslag schoot de lijn eindelijk zwiepend in de wind los waardoor het stagzeil als een rollende donder vrij in de gierende wind aan flarden woei.                                      
Bevrijd van de druk die het zeil op hem had uitgeoefend richtte het schip zich tot William’s opluchting weer langzaam overeind.
Direct omwond hij zich vluchtig met zijn lijflijn en wachtte hij gespannen op de klap die zeker komen zou.
Hij zag angstig de donkere muur van water dreigend op het achterschip afkomen.
Als ze hier nog dwars voor hadden gelegen was dit absoluut het einde geweest!
Maar zou het gehavende schip nog wel in staat zijn om dit monster te kunnen weerstaan?
Enkele seconden later stortte de golf zich met verpletterend geweld achter op de brik.
Het wit-schuimende, kolkende water begroef zelfs de gehele kampanje.
Ze werden omringd door oorverdovende geluiden van versplinterend hout en glas, vermengd met de gierende wind en het enorme gedonder van de woeste, vernietigende watermassa.
Het was werkelijk onvoorstelbaar huiveringwekkend! 
Niemand verwachtte nog dat ze het zouden overleven! 
Het schip werd eerst bedolven onder tonnen water.
Maar kort daarop werd het weer hoog opgenomen en als het ware woest als een notendop door de golf weggesmeten.
Alsof hij woedend was dat hij de kans had gemist om het schip op zijn zwakste moment te raken.
Maar hierdoor raakte het schip ook weer verlost uit zijn greep en kon het zich even moeizaam herstellen van de enorme aanslag die hij te verduren had gekregen. 
Ze hadden het weliswaar overleefd, maar de Monitor bleef nog maar slechts ternauwernood drijven.
Het was duidelijk dat er opnieuw weer veel water was binnen gedrongen.
William en zijn maat hingen als verzopen katten in hun lijflijnen maar hadden nog relatief beschut gezeten omdat de achterspiegel en de kampanje het meeste te verduren hadden gehad en de kracht van de golf had gebroken.
Nadat hij even had zitten bijkomen ontdeed hij zich zo snel als hij kon van zijn lijflijn.
Hij spoedde zich samen met de andere maat naar de getroffen kampanje om te kijken of hij kon helpen bij de gewonden en waarschijnlijk ook doden die hierbij volgens hen zeker gevallen moesten zijn. Hij worstelde zich de trap op en zag tot zijn grote verbazing dat er zo op het eerste oog geen enkele dode te betreuren viel.
Wel lagen er een aantal gewonden waarvan enkelen toch nog probeerden moeizaam op eigen kracht overeind te komen.
Hij knielde neer bij één van de mannen die waarschijnlijk aan het roer had gestaan.
Zijn arm lag in een vreemde bocht en een hevig bloedende wond was zichtbaar op zijn achterhoofd.
Hij gaf de andere maat de opdracht om naar een man te gaan kijken die bewusteloos met zijn lichaam tegen de reling lag geklemd.
Om hen heen zwermden nu meer mannen uit om bij de gewonden een helpende hand te bieden en het roer weer snel te bemannen.
William voelde dat er een hand op zijn schouder werd gelegd en keek op om te zien wie dat wel kon zijn. Het bleek commandant Thonnon te zijn die hem een vermoeide grijns toewierp.
“Ah, monsieur William, blij om u hier te zien.”
Hij wenkte één van de mannen, die hetgeen waar William mee bezig was van hem moest overnemen en nam hem daarna even apart. “Zoals u ziet is de situatie buitengewoon ernstig geworden.                             
Ik ben bang dat we het schip niet erg veel langer meer drijvende kunnen houden.
We zullen ons moeten voorbereiden om het schip te kunnen verlaten op het moment dat er geen andere mogelijkheid meer over is.
Aangezien we geen sloepen meer tot onze beschikking hebben moeten er dus een aantal vlotten worden gebouwd van alles wat maar drijven wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten