vrijdag 25 december 2015

95. Dood en verderf

Na de ceremonie klonken weer de snerpende fluitjes waarna iedereen weer stil zijn’s weegs ging alsof er niets ernstig was gebeurd.
Een dag later stelde de commandant een aantal nieuw officieren aan ter vervanging van de gesneuvelden.
Ondertussen werd de toestand met de dag onhoudbaarder en William begreep dat als het op deze manier door zou gaan het niet alleen bij deze drie zou blijven.
De bemanning begon nu zo verzwakt te raken dat ze het eindeloze laveren bijna niet meer op konden brengen.
Ook hijzelf begon zich met de dag zwakker te voelen.
Zijn tong voelde aan als een uitgedroogde lap leer en zijn lippen waren pijnlijk gebarsten en gezwollen. Hij kauwde ten einde raad maar op een leren riem in de hoop toch nog wat speeksel te kunnen produceren, hetgeen helaas niet echt een groot succes bleek te zijn.
Met de anderen was het al niet veel beter gesteld en velen zaten niets doende alleen nog maar wat apathisch voor zich uit te staren.
De wacht rondom het afgesloten watervat was inmiddels verdrievoudigd, om een eventuele plotselinge aanval op het vat door manschappen die hevig gekweld werden door de dorst, het hoofd te kunnen bieden.
De vraag was alleen of de mannen, in het geval dat de maats werkelijk tot de aanval over zouden gaan,nog echt wel in staat zouden blijken te zijn om hen  tegen te houden tot de rest van de mariniers gearriveerd waren.
Eerlijk gezegd was dat ernstig te betwijfelen daar de meesten van hen zelf ook zwaar waren verzwakt geraakt ten gevolge van het gebrek aan water en voedsel.
Als er door een wonder niets zou veranderen zou spoedig de situatie volkomen onhoudbaar worden.
De volgende dag was het wat harder gaan waaien waardoor de hitte iets dragelijker werd, maar daarentegen bleef hij nog steeds wel gestaag uit de verkeerde hoek komen.
Hierdoor moest de vertwijfelde commandant tot zijn ergernis toezien dat het schip eerder van zijn doel verwijderd werd dan dat het dichterbij kwam.
Nog maar slechts enkelen van de bemanning waren nog in staat om naar boven te klimmen om de zeilen bij te stellen.
Maar binnen korte tijd zou het volslagen onverantwoordelijk worden om nog iemand naar boven te sturen.
De commandant besloot alleen nog maar de hoogst noodzakelijke opdrachten uit te laten voerden om de krachten van de mannen zoveel mogelijk te sparen.                                                      
Maar het dilemma daarvan was weer dat ze daardoor niet veel om handen hadden.
Hierdoor ontstond er een nog grotere voedingsbodem voor gemor, lasterpraat en ontevredenheid.                              
Twee dagen erna lagen er nogmaals twee ingenaaide lichamen op het kokend hete dek.
Één ervan bleek de Britse verrader te zijn die de opdracht van Lord Astray had meegekregen om hen te begeleiden en uit te leveren.
William had hem, eerlijk gezegd, tot nu toe eigenlijk al zo’n beetje vergeten.
Want nadat ze hier aan boord waren aangeland had hij hem niet meer gezien.
Hij bleek al die tijd zijn verblijf te hebben gehad in een privéhut die op het achterdek gelegen was geweest.
Grimmig bedacht hij dat de man al vanaf dag één dat hij aan boord was gekomen zo ziek als een hond in zijn kooi had gelegen.
Uiteindelijk had zijn lichaam het blijkbaar niet meer kunnen bolwerken waardoor het resulteerde in het trieste feit dat hij nu naast een voor hem volslagen onbekende Fransman op het hete dek klaar lag om overboord te worden gezet.
Op het signaal van de kwelende bootsmanfluitjes begonnen de mannen zich opnieuw strompelend bijeen te vergaren en voor de begrafenis aan te treden.
Het lichaam van de Fransman werd op de plank gelegd en bedekt met de Franse vlag.
De inmiddels bekende droeve ceremonie herhaalde zich nogmaals in een langzaam tempo.
Met zichtbare moeite sprak de commandant schor en nauwelijks hoorbaar een kort gebed uit.
Hierna was er weer een kort moment van stilte.
De commandant gaf een vluchtig teken met zijn hand waarna het lichaam bijna geruisloos onder de vlag vandaan in zee schoof.
Alleen de plons verbrak even de drukkende stilte.
Daarna sloten de golven zich weer boven het verdwenen lichaam alsof er niets was gebeurd.
Vervolgens werd nu het lichaam van William’s landgenoot op de plank gereed gelegd.
Toen de mannen met de Franse vlag kwamen aandragen en hem daarmee wilde bedekken keek de bootsman even aarzelend in de richting van de commandant.
Die maakte met zijn hoofd duidelijk dat deze handeling achterwege moest blijven en draaide zich nu vervolgens naar William.
“Monsieur William, bent u van mening dat ik de Britse vlag voor dit doel naar beneden moet laten halen?”
Hij schudde ontkennend zijn hoofd.
“Ik wil verzoeken om u die moeite te besparen commandant.
Alleen officieren die eervol zijn gevallen voor koning en vaderland komen deze eer te beurt.”
De commandant knikte begrijpend en gaf vervolgens zwijgend een teken met zijn hand dat ze het lichaam moesten opnemen om het op de verschansing te zetten.
Een kort moment van stilte en gebed volgde waarna het lichaam van de man zonder verdere plichtplegingen roemloos in zee plonsde waar de al vergetende golven zich voor altijd boven hem sloten.
De dagen daarna werd de watervoorraad nijpender en nijpender.
Dit had tot gevolg dat de commandant nu gedwongen was om een aantal uitermate moeilijke beslissingen te nemen.
Èèn daarvan was de moeilijkste uit zijn gehele loopbaan.
Hiervoor had hij de hele nacht peinzend op het halfdek heen en weer gelopen, maar hij had desondanks daarbij geen andere uitweg uit de problemen kunnen vinden.                                        
De enige mogelijkheid die overbleef om snel water te krijgen was als het eens een poosje heel hard ging stortregenen.
Maar daar zag het nu nog op geen ende naar uit, want er was zelfs ook maar niet het kleinste regenwolkje aan de strak heldere blauwe hemel te zien.
Maar hij liet er voor de zekerheid toch maar voor zorgen dat ze er klaar voor waren.
Mocht het per ongeluk toch, tegen alle logica in gaan regenen, dan zou elk drupje kostbaar vocht zo goed mogelijk worden opgevangen.
Hij had daarom opdracht gegeven om zoveel mogelijk hersteld waarloos doek op zo’n anderhalve meter hoogte over het dek te laten spannen.
Hetgeen ook nog eens voor wat schaduw zorgde maar tevens ook direct paraat was ingeval dat er toch een spatje regen zou vallen.
Maar helaas was daar dus het probleem, dat langzaam maar zeker de bodem van het watervat in zicht kwam, niet mee opgelost.
Hij moest nu met een radicale maatregel komen om het met dat weinige water wat hen nog restte nog zo lang mogelijk uit te zingen.
Zuchtend liep hij met zijn handen op de rug het kleine halfdek van de brik op en neer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten