zondag 6 december 2015

76. Nu, of nooit!

William schreeuwde dat ze een handspaak moesten pakken van het dichtst bijstaande kanon.
Hiermee konden ze misschien de vaten die de voet van de man afknelde, iets opzij zien te wrikken.
Één van de maats baande zich een weg door het water om het gevraagde te gaan halen.
”Hee jij daar!, haal zo snel mogelijk ergens een spreektrompet vandaan en breng hem hier.”
Hij bracht zijn beide handen rond zijn mond om duidelijk te maken wat hij bedoelde.
De man knikte naar hem dat hij hem begrepen had en ook hij baande zich een weg naar achteren.
Opnieuw helde het schip sterk naar stuurboord over waardoor het water het hoofd van de man weer een tijdlang overspoelde.
Alleen de handen van de man klauwden boven het water uit in een vergeefse poging ergens houvast te vinden waardoor hij zichzelf boven water zou kunnen trekken.
Boven het geluid van krakend hout en klotsend water uit klonk er plotseling een geluid als van een harde zweepslag.
William keek schuin boven zich om te ontdekken waar het geluid precies vandaan was gekomen.
Één van de twee sjorkabels, die de middelste rij vaten op hun plaats hielden, was onder de grote druk die ontstond toen het schip sterk overhelde bezweken.
Er was nu nog maar één kabel over die de boel op zijn plaats hield.
Als die het ook begaf werd de arme drommel bedolven onder een berg eikenhouten vaten waarbij hij zeker het leven zou laten.
Het schip kwam weer recht en de mannen probeerden opnieuw uit alle macht de voet van de onfortuinlijke man te bevrijden.
Maar het bleek met de blote handen gewoonweg niet te doen.
De man begon, evenals de anderen overigens, onderkoeld te raken en te verstijven.
William ondersteunde zijn kin om te voorkomen dat hij zou verdrinken.
De man begon zijn bewustzijn te verliezen en zijn hoofd hing nu al slap in zijn handen.
Hij schreeuwde hem toe en sloeg hem vervolgens in het gezicht in een poging hem weer bij bewustzijn te brengen.
“Waar blijft die ellendige handspaak!“ brulde hij.
Minuten, die voor zijn gevoel wel uren leken te duren, gingen voorbij, waarbij de mannen tot het uiterste vochten om de beknelde maat in leven te houden.
Eindelijk was daar dan de handspaak die snel van hand tot hand werd doorgegeven.
Vlug griste William hem uit de handen van degene die vlak bij hem stond.
Hij gaf een ander opdracht om de kin van de man omhoog te blijven houden en probeerde daarna zelf wanhopig met de handspaak de vaten weg te wrikken.
Maar tot zijn ontsteltenis bleken die van geen wijken te weten.
Dit was een onverwachte tegenvaller, het was om dol van te worden.
“Vlug!, er moeten nog meer handspaken gehaald worden” gilde hij.
Tot zijn grote opluchting bleek de man al zo verstandig te zijn geweest om uit voorzorg er meerdere mee te nemen.
Hij moest niet vergeten de man hiervoor straks even een compliment te geven, bedacht hij.
Ook de tweede man die hij had weg gestuurd verscheen weer ten tonele en hield de spreektrompet waar hij om gevraagd had triomfantelijk in zijn hand.
Hoe hij die zo snel in deze chaos had weten te bemachtigen was William een raadsel, maar dankbaar gaf hij opdracht om de spreektrompet zo stijf mogelijk op de mond van de beklemde man te zetten, zodat hij weer vrij zou kunnen ademen.
De man was inmiddels lijkbleek geworden en het was duidelijk dat hij het niet lang meer zou kunnen volhouden.
Daar de situatie levensgevaarlijk was, doordat de wand met tonnen op instorten stond, gaf William bevel dat buiten de twee anderen verder iedereen zich naar achteren moest terug trekken.
De bootsman, wat werkelijk een boom van een kerel was, een adelborst en hijzelf, bleven als enige achter om nog een laatste poging te ondernemen de man van de verdrinkingsdood te redden. Het schip maakte opnieuw een hevige rolbeweging.
Angstig keek William naar de rijen vaten die nu zowat schuin boven hem hingen.
De kabel stond snaarstrak onder het enorme gewicht en kraakte vervaarlijk.
Elk ogenblik kon hij knappen, en hij wist, dat als dat zou gebeuren, ze het waarschijnlijk alle drie niet zouden overleven.
Onder die berg vaten zouden ze, als ze al niet eerst verpletterd waren, als ratten verdrinken.
Hij hoopte maar als dat zou gebeuren hij eerst door een vallend vat bewusteloos geslagen zou worden.
Het leek wel eindeloos te duren voordat het schip eindelijk weer aanstalten ging maken om recht te komen.
Steeds merkbaarder bleek het schip gaandeweg meer moeite te krijgen om zich te herstellen van de slagzij.
In zijn ooghoeken zag William dat er een nieuw probleem was bijgekomen.
Twee van de metalen ringen waar de sjorlijnen doorliepen die vastgenageld zaten in de scheepshuid bleken het te gaan begeven.
De druk van de vaten was te groot gebleken waardoor de nagels zeker al twee centimeter uit de scheepshuid getrokken waren.
Als de lijn het al zou houden dan ging het met de ringen zeker mis!
Er restte hen nog maar zeer weinig tijd.
Het schip rolde door naar bakboord maar werd kort daarop weer opgenomen door een nieuwe golf waardoor er weer een lichte slagzij naar stuurboord ontstond.
William zag de nagels onheilspellend millimeter voor millimeter uit de scheepswand tevoorschijn komen!
Hij stak de handspaak op een andere plaats tussen de vaten in een wanhopige poging toch op de één of andere manier wat ruimte te forceren, met de hoop dat de beknelde voet misschien dan wel los zou komen.
“Kom op mannen, geef alles wat je hebt!” moedigde hij zijn doodvermoeide mannen aan.
“Één, .. twee, .. hieuw!, .....één, .. twee, .. hieuw!”
Maar wat ze ook deden, er was geen beweging in te krijgen.
De zaak bleek volkomen uitzichtloos.
Opnieuw moesten de mannen zich uit alle macht staande zien te houden toen het schip zich plotseling met zijn boeg hoog in de lucht op een hoge golf verhief waardoor iedereen naar achteren werd geworpen.
De beknelde maat, die inmiddels weer was bijgekomen en net weer boven water kwam gilde het uit van de pijn.
Zijn voet werd langzaam en meedogenloos door de schuivende vaten verbrijzeld.
Dit alles werd hem uiteindelijk te veel, en levenloos als een lappenpop hing hij bewusteloos tussen de vaten ingeklemd.                                                    
Het schip bereikte blijkbaar de kam van de golf en begon weer naar voren te kantelen.
Hierdoor begonnen de voorste vaten al langzaam maar zeker naar voren te schuiven. Het was nu of nooit!, begreep William.
Hij wist dat dit de allerlaatste poging zou zijn die ze nog zouden kunnen ondernemen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten