zaterdag 9 januari 2016

110. Onheilspellend moreel

Maar zonder nog verder enige acht op hem te slaan liep hij langzaam langs hem heen.
De man wilde hem nog achterna kruipen, maar direct pakten twee mariniers de man stevig beet en sleepten ze hem naar de groep afgewezen mannen die al naar de bakboordverschansing waren geleid.
Thonnon wendde somber zijn gezicht van het mensonterende tafereel af en keek vertwijfeld naar het zwaar bewaakte watervat.
Hij wist dat dit waarschijnlijk één van de laatste keren zou zijn dat er nog wat water aan de mannen gedeeld kon worden.
Vandaag, of zeker morgen, zou de allerlaatste druppel water verbruikt worden en daarna??
Hij gruwde bij de gedachte en voelde zich volkomen machteloos.
Er was verder niets meer wat hijzelf nog kon doen om zijn schip en bemanning van de ondergang te redden.
De onzekere toekomst van hen beiden had hij vanaf nu niet meer in eigen hand.
Zonder water waren ze volledig kansloos om deze vervloekte missie te kunnen overleven.
Ze zouden het heel misschien nog ten hoogste twee dagen langer kunnen uitzingen, maar omdat zijn bemanning in de afgelopen tijd al zo enorm was verzwakt, betwijfelde hij sterk dat ze dat nog zouden kunnen opbrengen.
De meesten van hen waren al zo ver uitgedroogd geraakt dat ze binnen één dag al niet meer te redden zouden zijn.
Ook William die zelf ook verging van de dorst en zich zo slap als een vatendoek voelde volgde het geheel zeer nauwgezet.
Evenals iedereen maakte ook hij zich zeer grote zorgen over de ellendige situatie waarin ze zich nu bevonden.
Het was onmenselijk om te zien dat de meest zwakke mannen keihard werden geweigerd bij de uitdeling van het toch al zo minimale rantsoen water.
Het kostbare water dat scheiding bracht tussen leven of dood.
Hij wist bij voorbaat dat de nu afgewezen mannen ten dode opgeschreven waren.
Reeds morgen zouden de meesten van hen niet meer op hun voeten kunnen staan en kort daarop bewusteloos raken en de geest geven.
Waarschijnlijk zou morgen rond deze tijd de helft van hen al niet meer in leven zijn, of zo ver uitgedroogd zijn geraakt, dat ze niet meer te redden waren.
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat ze als door een wonder toch door een overkomende regenbui aan water konden komen zou de redding te laat komen .
Hij keek scherp in het rond en vestigde zijn aandacht op enkele gezichten.
Bij de meesten zag hij hopeloosheid en pure wanhoop in de ogen, maar ook zag hij woede, haat en radeloosheid, hetgeen natuurlijk wel te verwachten was in deze onmenselijke omstandigheden.
Maar op één of andere manier rees er nu een bang voorgevoel in hem op.
Iets van binnen waarschuwde hem dat er wat stond te gebeuren.
Zijn hand gleed naar zijn hartvanger die aan hem persoonlijk door de commandant was uitgereikt.
Hij had hier natuurlijk nogal verbaasd op gereageerd aangezien hij tenslotte toch nog steeds een vijandelijke gevangene van hen was.
Maar blijkbaar had de commandant in de loop van de tijd zoveel vertrouwen in hem gekregen dat hij hem tot een van zijn getrouwen rekende.
Misschien wel mede doordat bij een eventuele aanval zeer zeker ook zijn leven, en dat van zijn moeder in gevaar zou komen. 
De mannen waren inmiddels door de bootsman uitgeselecteerd en kregen de order zich in een rij voor de stuurboordopgang naar de kampanje op te stellen.
Hunkerend nagestaard door de rest van de onfortuinlijke maats namen ze ongeduldig hun aangewezen positie in.
Hier en daar waren jammerkreten en smeekbedingen te horen, hetgeen William door merg en been ging.
Het rantsoen dat nu aan de overgebleven gelukkigen zou worden uitgedeeld bestond nu nog maar slechts uit een halve pollepel drabbig water, dat door de meesten met de grootste voorzichtigheid om maar geen druppel van het kostbare vocht verloren te laten gaan, langzaam in hun mond werd gegoten.
Hierna probeerden ze het nog zo lang mogelijk in hun mond te houden in de hoop dat dit hun dorstig gevoel enigszins zou lessen.
Het hoeft geen uitleg dat dit natuurlijk totaal niet aan de orde was en dat hun dorst daarna nog even groot bleef als daarvoor.
De mannen mochten slechts één voor één en ook nog pas na een teken van de commandant via de stuurboordopgang van de kampanje naar boven komen om hun karige rantsoen water af te halen.
Nadat dat aan hem was uitgereikt en de persoon het had opgedronken werd hij via de bakboordopgang weer naar het halfdek teruggeleid.
Pas wanneer de maat weer op het halfdek was teruggekeerd werd er een teken gegeven dat de volgende ongeduldig hunkerende maat naar boven mocht komen om zijn rantsoen af te halen.
De smeekbedes werden luider en luider en William begon zich ernstig zorgen te maken over het nog nauwelijks overgebleven moreel van de manschappen.
De sfeer was al enige tijd niet meer te harden, en hij had bovendien ook terloops nog eens vernomen dat er een hardnekkig gerucht de ronde deed dat de officieren water voor zichzelf achter hielden.
Het was natuurlijk te verwachten dat roddels de ronde zouden gaan doen, maar toch?
Hij werd opgeschrikt uit zijn sombere gepeins door een hevig schor gekrijs van de man die zojuist nog smekend op zijn knieën voor de bootsman had gelegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten