maandag 18 januari 2016

119.' Vijandelijke ' warme gastvrijheid

“Ik kan uw opvatting wel enigszins begrijpen moeder.
Hij is inderdaad erg galant en rechtvaardig in zijn daden, maar u moet toch ook begrijpen dat hij ons vaderland in de afgelopen jaren enorm veel schade heeft toegebracht.
Daarom kun je hem tot een van onze grootste vijanden rekenen en is hij een gevaar voor onze zaak.
Ziet u, .. we mogen ons helaas niet door gevoelens van sympathie laten leiden, we zijn tenslotte met hem in oorlog!
Maar, ..ik moet u ook eerlijk bekennen dat ik het erg jammer vind dat hij en Thonnon niet aan onze kant staan” voegde hij schoorvoetend aan zijn betoog toe.
Ach, hij kon zijn moeders redenering best goed begrijpen.
Al sinds de eerste ontmoeting met Robbert had ook hijzelf hem in stilte bewonderd.
En zijn waardering was nog groter geworden na het diner wat ze bij hem aan boord van de La Cofiance hadden genoten.
Daar had hij zich een zeer galante en goede gastheer getoond, en had hij goed rekening gehouden met hun persoonlijke gevoelens aangaande hun gevangenschap.
Er was bij hem geen enkel neerbuigend woord over de lippen gekomen, noch over hun vaderland, noch over hun marine of over hun koning.
Daarentegen had hij een warme belangstelling voor hen beide getoond, en was hij in staat geweest om hen werkelijk op hun gemak te stellen.
De kleding die hij zijn moeder had geschonken was werkelijk beeldschoon, en hij had er zelfs aan gedacht om er een paar sieraden bij te geven.
In eerste instantie had ze die geweigerd en had ze ze aan hem terug laten sturen omdat het volgens haar door bloedvergieten in zijn bezit was gekomen.                                                      
In plaats dat hij zich daardoor beledigd had gevoeld, had hij uitgesproken dat hij haar besluit zeer goed kon begrijpen, en had hij verder alleen maar bewondering voor haar houding getoond.
Hij had haar vervolgens alleen maar vriendelijk gevraagd,:”Indien ik u enkele sieraden zal aanbieden waarop ik u mijn woord van eer geef dat deze beslist niet door bloedvergieten in mijn bezit zijn gekomen, zou madame die dan wel van mij willen accepteren?”  
Uiteindelijk had ze ingestemd, waarna hij ze direct aan haar had laten bezorgen.
Ook voor William had hij voor de nodige kleding en zelfs schoenen gezorgd.
De avond was in eerst instantie wat gespannen begonnen, maar al zeer spoedig waren de gesprekken tijdens het diner onderhoudend en luchtig en ja, zelfs behoorlijk vrolijk geweest.
Op het einde van de avond werden ze door hemzelf geëscorteerd tijdens de terugweg naar hun eigen schip, en konden ze terug zien op een werkelijk zeer geslaagde avond.
Hun gemijmer werd wreed verstoord.
“Alarm!, ...alarm!, ...” klonk het vanuit de hoge zaling, en vele wijsvingers wezen in de richting van het westen.
“Alarm!,.. er zijn een groot aantal vijandelijke schepen in zicht gekomen!”
Ook op de La Confiance hadden ze blijkbaar de vloot in de gaten gekregen, want direct daarop vloog het sein ‘Steven wenden zuidwaards’ omhoog, dat direct werd gevolgd door, ‘Attentie, ik kom langszij.’
“Blijf de bewegingen van de vijand goed volgen!” bulderde Thonnon naar de uitkijk.
De beide schepen gingen bijna gelijktijdig als balletdansers overstag waarna Surcouf omzichtig langzaam zijn La Confiance langszij de Monitor manoeuvreerde.
De schepen lagen nu nog maar slechts enkele kabellengtes uit elkaar waardoor ze elkaar makkelijk met de roeper konden aanroepen.
“Hee, .. hooo, .. beneden!, het Britse konvooi blijft gewoon op hun oude koers verdergaan.
Ze hebben ons blijkbaar nog niet in de gaten gekregen!”
“Ahoy Monitor!, we zetten onze jol naar jullie uit!
Kapitein Surcouf wil graag een plan aan jullie voorleggen.”
“Ahoy La Confiance!, we hebben het begrepen!”
Binnen korte tijd klom Surcouf aan dek en ging commandant Thonnon hem voor naar de kampanje.
Zonder verder nog tijd te verdoen met vormen en plichtplegingen stak hij onmiddellijk van wal.
“We hebben bij ons aan boord een plan bedacht dat ik u graag zou willen voorleggen.
Het plan gaat als volgt, ...... “

Geen opmerkingen:

Een reactie posten