woensdag 20 januari 2016

121. List en bedrog

Hierna begon weer het tergend lange gespannen wachten tot het moment was aangebroken dat de duisternis dicht genoeg was om het konvooi veilig te kunnen benaderen.
Rond een uur of twee s’nachts was het dan eindelijk zover!
Er was duidelijk een niet mis te verstane order door Thonnon gegeven dat er alleen manschappen gestoken in Britse uniformen aan dek te zien mochten zijn.
“Houdt de kanonnen gereed om te vuren maar laat de geschutspoorten gesloten.” riep hij.
“Ontsteek de heklantaarns en ook de toplichten en de lampen in de achterkajuiten.                                                      
Hopelijk zal dat hen wat minder wantrouwig maken.
Er is normaal gesproken geen enkele vijand die zich al van mijlen vooruit vanuit het donker laat zien.”
Ook achter hem gebeurde vrijwel direct hetzelfde.
Nu waren beide schepen gereed om de gok te gaan wagen!
Langzaam gleed het kleine flottielje in de richting van het Engelse konvooi.
Weldra kwamen zij in hun zichtsveld.
Ze bleken al snel te zijn opgemerkt want in de stille nacht bulderde plotseling een kanonschot als signaal aan de andere schepen dat er een mogelijke vijand was ontdekt.
Direct daarop stevenden de beide escorterende korvetten van het konvooi met grote snelheid op hen af om te zien welk vlees ze precies in de kuip hadden.
Thonnon hield hen beide door zijn kijker scherp in de gaten, en kon zien dat de schepen klaar werden gemaakt voor het gevecht.
Bijna gelijktijdig werden de geschutspoorten geopend en de kanonnen dreigend uit gereden.
Een doodse spanning hing over zijn schip.
Iedereen besefte dat er nu geen weg meer terug was.
“Hee, jullie daar!” riep hij naar een groepje maats dat gespannen naar de snel naderende korvetten stond te gluren.
“Enter op en klim tot ongeveer halverwege het staande want van de grote mast en juich vandaar onze vrienden vrolijk toe!”
“Komt in orde commandant!” grijnsde één van de maats hem breed toe.
Hij zag er blijkbaar de lol wel van in en wenkte een aantal maats om hem te volgen.
Blijkbaar had Surcouf hetzelfde plan opgevat, want ook daar aan boord zag Thonnon een aantal mannen snel naar boven openteren en gaan staan juichen en zwaaien naar de hen tegemoet snellende korvetten. William en zijn moeder stonden dit alles stilzwijgend op het voordek gade te slaan.
Met haast ingehouden adem volgden ze beiden nauwgezet al de verwikkelingen.
Ze waren benieuwd of het plan van Surcouf wel zo goed zou werken als dat hij zelf had bedacht.
Thonnon richtte zijn kijker op het linker aanstormende korvet dat recht op hem af stevende.
Door het duister zag hij in eerste instantie alleen nog maar de boordlichten en contouren van het schip, maar al snel was het schip zo dicht genaderd dat hij de officieren bij het lamplicht van het kompashuis kon onderscheiden.
Hij zag enkele officieren naar boven wijzen en hun commandant ergens opmerkzaam op maken.
“Ah, ze hebben onze vlag gezien.” mompelde hij tevreden in zichzelf.
Hij was benieuwd naar hun reactie, zouden ze er in trappen?
Het was er op of er onder.
Hij rilde even bij de bange gedachte dat ze alsnog ontdekt zouden kunnen worden.
“Bootsman!, laat de zeilen aan de fokkemast tegenbrassen, maar hou de mannen paraat bij de vallen zodat we bij ontdekking zo nodig snel kunnen volbrassen om alsnog weg te komen!”
“Jawel, tot uw orders, commandant!”
Deze handeling zou de Britten hopelijk nog meer het vertrouwen geven dat ze met vriendelijk gezinde schepen te maken hadden.
Ook de La Confiance liet in navolging van hen zijn zeilen tegenbrassen.
De korvetten minderden vaart en kwamen nu behoedzaam naderbij om de boel te verkennen.          
Maar ook daar aan boord waren nu maats in het want geklommen die naar hen terug begonnen te juichen.
Dit gaf Thonnon goede moed op het welslagen van de list.
Hij liet de man die Surcouf bij hem had achtergelaten om als tolk te fungeren zich klaarmaken om zijn woorden in het Engels vertaald aan het korvet door te geven.
“Luister goed!, je vertaalt in het Engels precies wat ik je zeg.
Spreek vlot zonder haperen en maak geen fouten!
Het welslagen van deze list hangt nu voor een groot gedeelte van jouw kwaliteiten af en ligt daarom volledig in jouw hand!”
De man knikte grijnzend.
“U kunt gerust zijn, commandant!, dit is precies een kolfje naar mijn hand!
Ik verzeker u dat ze het verschil met een echte Engelsman niet zullen merken.”
“Dat is je geraden!” gromde Thonnon dreigend.
“Als je het verknalt schiet ik je zonder pardon ter plekke neer!”
De man grijnsde en scheen blijkbaar niet erg onder de indruk van zijn dreigement.
“Die kogel kunt u uzelf besparen, commandant!” lachte hij nog eens zelfverzekerd.
Het korvet was hen inmiddels genaderd tot op een halve kabellengte en manoeuvreerde zich in korte tijd tot op enkele tientallen meters langszij de Monitor.
Op deze manier hield hij hen in het schootsveld van zijn dreigende kanonnen.
“Hee, .. hoo!, .. maak uzelf aan ons bekend!, .. wie zijn jullie?, en wie voert het commando?”
Vlug fluisterde Thonnon de man zijn verhaaltje in wat hij naar hen terug moest roepen.
“Mijn naam is kapitein Thorpe!, commandant van de H.M.S Monitor om u te dienen sir!
Ik ben samen met mijn vandaag prijsgemaakte Franse kaper op weg naar Londen.
Zoals u wel kunt vaststellen heb ik tijdens het gevecht nogal wat averij opgelopen en ik heb tevens gehoord dat er zich in de buurt nog meer Franse kapers moeten ophouden.
Daarom willen wij u vriendelijk verzoeken om gebruik te mogen maken van de bescherming die uw konvooi ons kan bieden.
Heeft u er bezwaar tegen als wij beiden ons bij u voegen?”
Pas enige spannende minuten later kwam er reactie op hun vraag terug.
“Mijn complimenten voor uw prachtige prijs, sir!, ze is een fraai exemplaar.
Ik nodig u beiden uit om uw plek in het konvooi in te nemen.
U kunt gerust zijn!, geen Fransman krijgt jullie nu nog te pakken!”
“Mag ik u dan ook bij deze brutaal verzoeken om de snelheid van het konvooi wat te verlagen?, gezien mijn ernstige averij is het helaas niet meer mogelijk om veel snelheid te halen.” “
We zullen trachten daar rekening mee te houden, sir!, ik sein het wel aan de andere schepen door.” “Dank u, sir, wij zullen van onze kant ons best doen om zo goed mogelijk bij te blijven.” De commandant van het korvet groette hem door middel van zijn steek af te nemen, hetgeen galant door de tolk beantwoord werd door hetzelfde te doen.
Het korvet wende nu zijn steven om zijn plaats voor in het konvooi weer in te gaan nemen, onderwijl met lampen zijn berichten seinende naar de andere schepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten