vrijdag 15 januari 2016

116. Hulp uit onverwachte hoek

Het doet mij waarlijk genoegen dat u mijn invitatie wilt accepteren madame.
Goed, dan is dat nu bij deze geregeld.
Mag ik u beiden dan morgenavond aan boord van de La Confiance verwachten?
Ik zal de opdracht aan mijn adjudant geven om u beiden na zonsondergang op te laten halen.”
“Wij danken u voor uw vriendelijkheid en zullen zorgen dat wij op de afgesproken tijd gereed staan.”
“Dank u, madame, als u mij nu zult willen excuseren?”
Hij boog nog eens galant naar haar en liep toen samen met Thonnon naar het achterdek waar de commandant hem voorging naar zijn provisorisch herstelde hut.
“Het spijt mij dat ik u niets te eten of te drinken kan aanbieden monsieur Surcouf, gaat u zitten alstublieft.”
Hij bood hem een stoel aan en nam vervolgens daarna ook zelf tegenover hem plaats.
Surcouf nam niet de beleefdheid te wachten tot Thonnon zelf het woord nam en stak direct van wal. “Mag ik u vragen welke bestemming deze reis heeft, monsieur?”
“Het spijt me, monsieur Surcouf, maar ik mag u daar helaas geen enkele informatie over verstrekken aangezien de missie van het schip uiterst vertrouwelijk is.
Ik kan u slechts alleen laten zien wie hiertoe het bevel heeft gegeven.”
Hij pakte een verzegeld document en liet hem het zegel van dichtbij zien.
Surcouf knikte vol ontzag toen hij het persoonlijke zegel van eerste consul Napoleon Bonaparte herkende.
Hij floot tussen zijn tanden en zei vol ontzag, ”Ik begrijp het volkomen, monsieur.”
Thonnon ging daarop direct verder.
“Ik wil dan ook een dringend verzoek tot u richten, monsieur.
Ik ben er zeker van dat de eerste consul het zeer op prijs zal stellen indien u deze ontmoeting niet in uw logboek zou opnemen” merkte Thonnon fijntjes op. “Het is van het allergrootste belang dat deze missie absoluut geheim blijft.
Hij zal dan ook zeker zijn erkentelijkheid aan u betonen indien u aan mijn verzoek gehoor zou willen geven.”
Surcouf knikte begrijpend, “U kunt hierover gerust zijn commandant.
Ik zal er persoonlijk zorg voor dragen dat er over deze ontmoeting niets bekend zal worden.
U kunt mij en mijn mannen vertrouwen, ik geef u hier persoonlijk mijn woord van eer op.”
“Dank u, ik had eerlijk gezegd niets anders van u verwacht.”
“Maar nu moeten we gaan zorgen dat de zaak met de muiters word geregeld” merkte Surcouf op, “En dat we het schip weer zo snel mogelijk zeewaardig krijgen monsieur Thonnon, want in de huidige staat maken we geen schijn van kans aan de Engelsen te ontsnappen die in grote getale naar mij op zoek zijn.
En neemt u maar van mij aan dat ze zeer verbeten bezig zijn om mij te vinden,” grijnslachte hij “Aangezien ze weten dat ik behoorlijk wat buit van de Kent aan boord heb.
U begrijpt wel dat ze uit alle macht zullen proberen om hun geleden gezichtsverlies ongedaan te maken.
Mag ik u vragen wat uw plan was omtrent de slechte situatie van schip en bemanning?”
“Ik ben van plan om de muiters flink af te laten straffen.
Verder was ik wel gedwongen om eerst Ferrol aan te doen voor de broodnodige herstellingen en proviandering voordat ik een poging zou kunnen gaan wagen onze uiteindelijke bestemming te bereiken.
Helaas waren de omstandigheden ons opnieuw zeer ongunstig gezind, en zouden wij het zonder deze toevallige ontmoeting met u zeker niet hebben gered.”
“U had het ook niet gered als u koers had gezet naar Ferrol commandant.
Het is daar op dit moment tamelijk ongezond voor ons Fransen.
Volgens mijn laatste inlichtingen zeilt er daar op dit moment zo’n beetje een half eskader Britse fregatten rond die naarstig naar mij op zoek zijn.
Schijnbaar hebben de Engelsen inlichtingen weten te bemachtigen die hen op de hoogte stelde van het feit dat ik weer op weg ben naar mijn thuishaven.
Zo’n beetje de halve Britse vloot is naar mij op zoek.”
“Dat moest er nog even bij komen” zuchtte Thonnon.
“Die verrekte Britten lijken wel zo talrijk als een zwerm bijen.”
“Ach zo’n vaart zal het wel niet lopen” lachte Surcouf luchtig.
“Zo gemakkelijk krijgen ze ons nog niet te pakken.”
“Nee, dat nog niet, maar je kunt er donder op zeggen dat ze alle Franse havens geblokkeerd zullen hebben” reageerde Thonnon somber ”Of dat ze door kleine snelle schepen goed in de gaten gehouden zullen worden.”
“Dat zien we tegen die tijd dan nog wel” reageerde Surcouf nonchalant en nog steeds niet onder de indruk.
“Ze zitten me nu al maanden achter de broek, en nu dubbel zo fel na het enorme gezichtsverlies na het teloorgaan van de Kent.
Maar in al die tijd zijn ze er nog steeds niet in geslaagd om me te pakken te krijgen.”
“Ja, maar u heeft een snel en goed bewapend schip tot uw beschikking terwijl de mijne vleugellam en tot wrakhout is geslagen.”
“Hierin heeft u misschien dan wel gelijk monsieur, en daarom zullen we zo snel mogelijk met vereende krachten moeten zien te proberen uw schip een grotere zeewaardigheid en snelheid te laten krijgen.
Ik zal u daarbij met al mijn beschikbare middelen bijstaan, en een gedeelte van mijn bemanning bij u aan boord inzetten.
Ik zal de zeilmaker vragen om van zeildoek een aantal slangen te fabriceren en die vervolgens daarna op onze pompen te laten aansluiten.
Hiermee kunnen we proberen om in versneld tempo het waterpeil in de voorruimen te verlagen.
Tevens moeten de timmerlieden proberen om de lekken zoveel mogelijk te dichten en het rondhout te herstellen zodat er meer zeil aangeslagen en vervangen kan worden.”
“Dank u voor uw hulp, monsieur, maar ondanks alles zal het schip nog steeds de snelheid hebben als van een gewonde zeeschildpad waardoor we voor u een extra groot gevaar zullen vormen.
Het lijkt mij beter dat onze wegen zich scheiden zodra mijn schip weer enigszins zeewaardig is
”Surcouf stoof fel van zijn stoel overeind.
“Dat nooit!, donders nog aan toe!” schreeuwde hij woest.
“Niemand zal ooit van Robbert Surcouf kunnen zeggen dat hij een landgenoot die in nood verkeerde aan zijn lot heeft over gelaten!
Ik zal met mijn schip het uwe beschermen, al zou dat het laatste zijn wat ik doe!
“Maar monsieur! Ik, .......”
“Genoeg!” zei Surcouf nu vastberaden en kalm, “Het laatste woord hierover is wat mij betreft gesproken.
Ik zal u net zolang met de La Confiance begeleiden tot we de blokkade van de Britten doorbroken hebben of samen ten onder zullen zijn gegaan.
Mochten we kans zien om de blokkade te breken, kunt u hierna alsnog uw eigen weg vervolgen.
Dan is hierbij ons onderhoud beĆ«indigd, we hebben geen tijd meer te verliezen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten