donderdag 21 januari 2016

122. Vijanden tegen wil en dank

Het tweede korvet escorteerde hen vervolgens langzaam naar de staart van het konvooi.
Thonnon grijnslachte van oor tot oor!
De list scheen wonder boven wonder geslaagd!
“Die Engelse pikkebroeken lopen er met open ogen in!” lachte hij daverend.
Hij stelde bij zichzelf voor hoe de andere commandanten zich nijdig zouden verbijten op de order van het korvet dat ze vaart moesten minderen om zich op de snelheid van een vleugellamme collega aan te passen!
Wat een mop!, die arme donders moesten eens weten wie ze werkelijk onder bescherming hadden genomen.
“Ik voel me nu net een wolf in schaapskleren!” grinnikte hij opgelucht.
“Bertraud!, je hebt niets teveel gezegd!
Ik moet je complimenteren, je hebt je bijzonder goed van je taak gekweten.
Boots!, geef die man een extra oorlam!” lachte hij.
“Dank u commandant, het was maar een kleine moeite.”
William en zijn moeder hadden dit alles met gemengde gevoelens aangezien.
Nu werden ze nota bene geëscorteerd door schepen van hun eigen marine!
Het was haast om gek van te worden!
Op ongeveer slechts een halve mijl afstand van hen gleden in het flauwe maanlicht langzaam de schepen die voor hen het verschil uitmaakte tussen vrijheid of gevangenschap aan hen voorbij.
Maar hier stonden ze dan, nog steeds als gevangenen die niet gebonden waren door ketens maar tot ironie, door hun eigen woord van eer!
Het was werkelijk niet te geloven!, bedacht William bitter.
Even overwoog hij bij zichzelf om samen met zijn moeder een ontsnappingspoging te wagen door overboord te springen en naar het eerste de beste dichtstbijzijnde Britse schip te zwemmen.
Maar direct daarop verwierp hij het idee al bijna weer net zo snel als het in hem was opgekomen.
Zijn moeder en hij waren nog veel te zwak om de afstand in het koude water levend te kunnen overbruggen.
Buiten dat, het zou bovendien de aanwezigheid van de Fransen verraden, hetgeen tegen hun woord van eer in zou gaan.
Hij voelde zich opnieuw volkomen machteloos en gefrustreerd.
Er was op dit moment niets waarmee hij zonder de eer van zijn familienaam te schaden de situatie naar zijn hand kon zetten.
Spoedig zouden de beide Franse schepen als ze de blokkade doorbroken hadden vermoedelijk zichzelf stilletjes en langzaam laten afdrijven om buiten het bereik van de Engelsen te geraken.
Eenmaal in Frankrijk aangekomen zou ontsnappen voor henzelf nagenoeg onmogelijk worden begreep hij.
Radeloos besloot hij om toch nog één poging te wagen om in ieder geval te proberen zijn moeder vrij te krijgen.
Abrupt draaide hij zich om en beende hij tot verbazing van zijn moeder in de richting van de kampanje recht op commandant Thonnon af.
“Monsieur de commandant, ik wil hierbij een dringend beroep tot u richten.”
Zonder zijn reactie af te wachten ging hij brutaal door.
“Ik wil u uit naam van de medemenselijkheid verzoeken om mijn moeder vandaag in vrijheid te stellen, en haar de gelegenheid te geven om aan boord van één van onze koopvaardijschepen te gaan.
Ik verzoek u om slechts eenmaal uw hart te laten spreken en haar d’r welverdiende vrijheid te schenken.
U weet als geen ander dat ze zich in de afgelopen tijd onder zeer zware omstandigheden volledig heeft ingezet om uw gewonde bemanningsleden met grote liefde en toewijding te verzorgen.
Daarbij heeft zij zichzelf, zoals u weet in het geheel niet ontzien en heeft ze een groot medeleven getoond voor uw manschappen.
Ik vraag u daarom vriendelijk nu aan haar hetzelfde medeleven te betonen, en een positieve verandering te brengen in haar moeilijke situatie.”
Hij hoopte een gevoelige snaar bij Thonnon te raken en hem op milde gedachtes te brengen.
Thonnon werd enigszins overvallen door zijn onverwachte verzoek en zocht zichtbaar naar woorden.
Er volgde een korte, beladen stilte.
Na een kleine aarzeling maakte hij toch aanstalten om hem over dit gevoelige onderwerp te woord te staan.
“U zult mij waarschijnlijk niet geloven monsieur William, maar het zou mij persoonlijk een groot genoegen hebben gedaan als ik bij machte zou zijn geweest om aan uw billijke verzoek te kunnen voldoen.
Maar u bent zelf ook een officier in dienst des konings en bent daarom gewoon geraakt om diens bevelen op te volgen is het niet?
U weet dan ook als geen ander dat ook ik mijn orders van mijn superieuren heb gekregen waarbij het, volgens mijn eed aan koning en vaderland, mijn plicht is om die naar beste kunnen ten uitvoer te brengen.
Ook al hebben wij persoonlijk soms ook onze bedenkingen aangaande de ontvangen orders die we moeten uitvoeren, toch wordt er van ons verwacht dat wij die zo plichtsgetrouw als maar mogelijk is zonder protest of vragen zullen opvolgen.
Daarom is het helaas niet aan mij om uw verzoek in te kunnen willigen.
Hoe moeilijk ook, toch hoop ik dat u begrip voor mijn situatie zult kunnen opbrengen.
Persoonlijk spijt het mij ten zeerste dat ik helaas nu niet op uw verzoek in kan gaan.
Ik kan u slechts oprecht zeggen dat het mij op dit moment ook zeer zwaar valt om mijn orders uit te moeten voeren.
Niet eerder zou ik zo vurig gewenst hebben om met iemand bevriend te mogen zijn als met u beiden nu het geval is.”
“Helaas verhinderen moeilijke omstandigheden deze mogelijkheid, maar ik heb goede hoop dat we na deze oorlog elkaar nog eens zullen mogen weerzien en dan samen mogen drinken op ons beider gezondheid.”
William wist niet goed wat hij hier tegenin moest brengen.
Het was wel duidelijk dat de orders van zeer hoge personen of een zeer belangrijk persoon afkomstig moesten zijn.
Negeren van deze orders zou de man waarschijnlijk letterlijk de kop kosten.
Opnieuw bleek maar weer dat er in een oorlog geen ruimte was voor persoonlijke gevoelens van sympathie.
Ze bleven ten alle tijden vijanden van elkaar, al was het zelfs tegen wil en dank.
Wetende dat hij van de commandant nu niets meer te verwachten had, draaide hij zich somber om en wilde hij naar zijn moeder lopen die nog steeds verbaasd op het voordek op hem stond te wachten.
Maar de commandant sprak hem onverwachts nog aan, en hield hem staande door zijn hand op zijn schouder te leggen.
“Monsieur William, .. ik wil u vriendelijk verzoeken om morgenavond in bijzijn van uw moeder naar mijn kajuit te komen.
Ik zou het erg op prijs stellen indien u op dit verzoek zou willen ingaan.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten