maandag 2 november 2015

40. Angstige momenten


Het platform stak wel een meter of vier, gemeten vanaf de krans van de toren, uit, zodat hij  naar schatting zeker wel een meter of tien zonder enig houvast voor zijn voeten langs het touw moest zien af te dalen.
William zette zich met beide voeten van de rand af en klemde zijn benen krampachtig kruislings om het touw, waarna hij zich langzaam naar beneden liet glijden.
Het touw zwaaide als een kronkelige slang heen en weer in de harde wind, waardoor het behoorlijk vermoeiend werd voor zijn armen en benen.
Zijn handen, die al verkleumd waren van de kou, begonnen nu pijn te doen door het schuren over de ruwe vezels van het touw.
Langzaam maar zeker naderde hij de voet van de toren, waar de rotsen waarop hij was gebouwd begonnen.
Boven hem werd geschreeuwd dat hij moest opschieten omdat ze niet de hele dag de tijd hadden.
“Hou toch je kop!” gromde William nijdig in zichzelf, “Jij kunt makkelijk praten daarboven.”
Hij moest nu slechts maar enkele minuten onderweg zijn, maar naar zijn gevoel leek het wel of er geen eind aan kwam.
Maar uiteindelijk voelde hij met zijn voeten enig houvast en bereikte hij de glibberige rotsen.
Vanaf daar was het voor hem nu iets eenvoudiger om af te dalen.
De rots glooide zo’n tien meter naar buiten, waarna er een gedeelte kwam wat vrijwel steil naar beneden liep.
Tot zover ging het hem allemaal nog vrij goed af en liep alles wonderwel vlot.
Hij wist dat als hij het steile gedeelte eenmaal voorbij zou zijn, hij de uitstulping van de rots, die hij eerder op de dag had gezien zou bereiken.
Daar ongeveer moest ook het stootkussen zijn bevestigd, dacht hij.
De branding was nu slechts nog maar enkele meters bij hem vandaan en vlokken schuim en fijne zoute water nevel vlogen hem om de oren.
Het geluid van de woeste golven onder hem was zo nu en dan oorverdovend.
Verblind door de fijne nevel die opgezweept door de wind hem in het gezicht werd geblazen, zochten zijn vermoeide ogen naar de sloep, terwijl hij nu voorzichtig met zijn voeten naar een stabiele ondergrond op de bovenste rand van het stootkussen zocht.
Achter zich hoorde hij een luide schreeuw die vanuit de sloep moest komen.
Met moeite draaide hij zijn hoofd in de richting vanwaar hij dacht dat het geschreeuw vandaan moest komen.
Het bleek dat de sloep zich schuin achter hem bevond, waarop hij vervolgens een schreeuw naar hen terug gaf.
“Let op!, u moet springen op het moment dat de sloep het hoogste punt heeft bereikt!, heeft u dat begrepen!”
Hij gaf een bevestigende schreeuw naar hen terug en knikte daarbij heftig met zijn hoofd als teken dat hij hen begrepen had.
“U moet nog zo’n anderhalve voet dalen!” schreeuwde ze hem opnieuw toe.
Hij knikte nogmaals en liet zich wat naar beneden zakken.
Maar plotseling slipte het touw door zijn verkleumde handen, waardoor hij minstens een meter of twee naar beneden gleed!
Hij voelde hoe het ruwe touw zijn handen ontvelde en in paniek kneep hij zijn handen en benen zo hard mogelijk om het touw heen om te voorkomen dat hij nog verder naar beneden zou glijden.
Hij was nu over de rand van het stootkussen gegleden voelde hij, en besefte, dat hij weer zo snel mogelijk op de rand moest zien te komen.

Zijn armen en benen voelden aan als lood en hij voelde dat zijn handen verkrampten van de inspanning en de kou.
Hij moest nu snel zijn want hij zou het niet lang meer kunnen volhouden!
Uit alle macht probeerde hij weer omhoog te klimmen.
Woest spartelend met zijn benen probeerde hij wanhopig enige houvast voor zijn voeten te vinden.
Maar een golf had alweer de rotswand bereikt!, en dreigde hem woest van het touw af te beuken en met zich mee te sleuren.                                                      
Het was een geluk bij een ongeluk dat hij nu met zijn lichaam langs het stootkussen hing, dat er voor zorgde dat hij niet zwaar gewond raakte toen de golf hem met grof geweld tegen de rotswand aan smakte.
Hij hing nu tot aan zijn middel in het ijskoude water en voelde zijn lichaam in snel tempo verstijven!
Naar adem snakkend hapte hij als een vis op het droge naar lucht, terwijl hij woest heen en weer werd gesleurd door de sterke zuiging van de zich terugtrekkende golf.
Verbeten vocht hij zich een weg naar boven, beseffende dat dit zijn enige kans was tot overleven!
Hij moest en zou weer op de rand van het stootkussen zien te komen!
Minuten die uren leken te duren gingen voorbij voordat hij opnieuw de rand van het stootkussen beteikte.
Met uiterste krachtinspanning zag hij uiteindelijk kans om zichzelf weer op de rand te hijsen, waar hij, onderwijl zich krampachtig aan het touw vast houdend, een moment volledig uitgeput bleef zitten.    
Hij draaide zijn hoofd in de richting van waar hij de sloep voor het laatst had gezien en zag tot zijn blijdschap dat die behoedzaam naderbij kwam.
Het was de hoogste tijd dat hij zich klaar maakte voor de sprong.
Hij beefde over zijn hele lichaam van de kou en uitputting, maar dwong zichzelf om weer met zijn gezicht naar de sloep gericht op de rand van het stootkussen te gaan staan.
Achterover tegen de rotsen leunend en onderwijl zijn voeten schrap zettend tegen de rand van het wiebelige stootkussen wachtte hij ongeduldig op de sloep die nu vakkundig in positie werd gemanoeuvreerd.
Zijn hart bonkte in zijn keel en zijn spieren stonden gespannen als vioolsnaren.
De sloep kwam rollend en stampend over de wilde branding naderbij, hierbij veel water overnemend waardoor iedereen in de sloep tot op zijn hemd nat moest zijn.
Dichter en dichter kroop de sloep voorzichtig naar de donkere rotsen toe en trachtte hij de juiste positie te verkrijgen die nodig was om hem aan boord te kunnen nemen.
Plotseling werd de sloep als een veertje door een enorme hoge golf opgenomen!
William zag hem rijzen, ... hoger en hoger kwam hij!
Hij telde de seconden in zichzelf af, drie, .. twee, .. één, .. nu!
Uit alle macht zette hij zich af.
Maar de zompige rand van de matrassen gaf teveel mee waardoor zijn afzet ongelukkigerwijs niet de juiste kracht ontwikkelde die nodig was om de afstand tussen hem en de sloep te overbruggen!
Te laat voelde hij zijn voeten diep wegzinken in het matras.
Een klein ogenblik zweefde hij door de lucht en zag hij de boeg van de sloep levensgroot op zich af komen.
Direct hierop volgde een hevige klap op de rand van de boeg waardoor alle lucht hem met geweld uit z’n borstkas werd geperst.
Zijn gehavende handen klauwden wanhopig naar enig houvast, en vonden die aan de scheergang van de sloep net op het moment dat hij in zee dreigde te storten.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten