woensdag 4 november 2015

42 Gevecht met de dood!

  
Gespannen zochten de mannen met hun ogen de rotswand af in de hoop dat ze misschien al een schim van de man konden ontwaren.
Ze hadden nu toch wel zo’n beetje de verwachting dat hij ongeveer tot op de hoogte van het stootkussens moest zijn afgedaald.
De sloep danste als een dolle stier, rollend en stampend over de hoge wit-schuimende golftoppen die met de minuut meer en meer in hoogte en kracht schenen toe te nemen.
De luitenant bulderde opnieuw “Haal op gelijk!”
“Stop!” schreeuwde William hem toe. Verontwaardigd keek de man hem aan.
Ook de roeiers vielen op hun beurt even verbaasd stil terwijl één van hen al aanstalten begon te maken om William met zijn vuist even hardhandig het zwijgen op te leggen.
“Vergeef mij dat ik uw bevel onderbreek, sir!, maar ik wil u verzoeken om een ogenblik naar mij te luisteren.” schreeuwde hij tegen de wind in.
De luitenant wenkte de man dat hij zijn handen thuis moest laten.
“Heeft u hier een anker en een lange lijn aan boord?” vervolgde William, snel van de mogelijkheid gebruik makend. “Jawel, bij de boeg” antwoordde hij hem.
“Mag ik u dan verzoeken om die achter de sloep uit te werpen?
Hierdoor ontstaat misschien de mogelijkheid om de sloep tijdens de benadering wat beter onder controle te houden en hem af te remmen door de kabel langzaam te laten vieren.
Zonder dat anker zou het afremmen van de sloep slechts alleen op de roeiers aankomen.”
De luitenant keek hem enigszins bewonderend aan en knikte bevestigend.
“U heeft daar een goed punt sir, dat zou nog wel eens kunnen werken.”
Direct gaf hij het bevel om het anker van de boeg naar achteren te brengen, wat nu niet bepaald een eenvoudig karwei bleek te zijn in een rollende en stampende sloep.
Maar tenslotte werd dan toch met vereende krachten de klus geklaard en werd het anker klaar gemaakt om het uit te kunnen werpen.
De kabel klaar maken was een precies werkje, hij mocht niet te lang zijn, maar zeker ook niet te kort, anders bestond het gevaar dat ze met de kont van de sloep in de golf getrokken zouden worden, met alle dramatische gevolgen van dien.
“Ik stel u persoonlijk aan over het vieren van de kabel, sir, ik heb voor die taak namelijk geen man over.” De luitenant keek William doordringend aan.
“Ik denk dat ik u dit wel kan toevertrouwen, ik hoop voor ons allemaal dat u mijn vertrouwen niet zult beschamen.”William knikt terug, “Dank u voor uw vertrouwen monsieur.”
“Mannen, aan de riemen en werp het anker uit!”
Met een plons verdween het anker onder het water oppervlak.
Nu waren ze klaar om de volgende poging te gaan wagen.
De luitenant nam zijn plaats bij de helmstok weer in en bulderde opnieuw, “Haal op gelijk!” waarna de sloep met krachtige slagen steeds dichter onder de wal kroop.
Opnieuw tuurden ze door de duisternis naar de rotsen, waar ze nu flauwtjes een menselijke schim konden ontwaren.                                                      
Er werd naar hem geschreeuwd dat hij zich gereed moest maken voor de sprong.
Ze hoorden hem bevestigend terug schreeuwen en zagen dat hij inmiddels het geïmproviseerde stootkussen had bereikt en dat hij bezig was zichzelf met zijn gezicht in de richting van de sloep te keren in voorbereiding om op het juiste moment te kunnen springen als de sloep binnen zijn bereik zou komen.
De sloep werd opnieuw een moment stil gelegd om een geschikte golf af te wachten die hen op de juiste hoogte zou moeten brengen.
William zat in gespannen afwachting op de achterplecht naast de luitenant die de sloep bestuurde.
Hij rilde een moment van de kou, of was het van de spanning?, hij kon het zelf niet goed bepalen en dacht er maar verder niet meer over na.
Een hoge golf rees onder hen op!
Hij vierde de kabel zo snel als hij kon, waardoor die met grote snelheid langs hem heen schoot.
“Hou hem recht!” bulderde de luitenant tegen zijn mannen.
De sloep werd door de huizenhoge golf mee gesleurd en stoof met grote snelheid op de rotsen af! “Rem hem af!, rem hem af!” bulderde de luitenant “Neer die riemen!”
De mannen duwden met hun volle lichaamsgewicht tegen de riemen en probeerden de snelheid van de boot zoveel mogelijk af te remmen.
Alle ogen waren gericht op de rotsen en de man op het stootkussen.
De sloep stoof, ondanks dat de mannen hem uit alle macht probeerden af te remmen, pijlsnel op zijn doel af!
Alle hens zette zich tot het uiterste in om de sloep toch maar enigszins in bedwang te houden met de wetenschap dat ze hem ten alle tijde recht op de golf moesten zien te houden.
Iedereen besefte drommels goed dat als ze ongelukkigerwijs toch dwars op de golf zouden komen te liggen ze zeker zouden kapseizen, en vervolgens daarop verpletterd werden tegen de rotsen.
Plotseling zagen ze tot hun ontzetting dat de man boven op het stootkussen wankelde en met een gesmoorde gil in het ijskoude water stortte!
Hevig naar adem snakkend zagen ze hem gelukkig weer uit de kolkende golf tevoorschijn komen, terwijl hij met zijn handen hulpeloos in het rond klauwde in de hoop nog een touw te pakken te krijgen die daar voor dat doel was uitgeworpen.
De man spande zich wanhopig tot het uiterste in om zijn hoofd boven water te houden, hetgeen helaas in het woest schuimende water onmogelijk bleek.
“We zullen hem verpletteren met de sloep!” werd er ontzet geschreeuwd uit meerdere kelen.
De man dreef precies juist op de plek waar de sloep het stootkussen met grote kracht zou raken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten