maandag 23 november 2015

62 Vertwijfeling en depressie

Dat was volgens hem alleen maar weer eens duidelijk het bewijs dat hij een grote lafbek was.
Een echte man zou de commandant de waarheid hebben gezegd, en hem niet in de waan hebben gelaten dat hij een man van eer voor zich had.
Hij wist diep van binnen best dat dit wel het domste zou zijn geweest wat hij ooit had kunnen doen, en dat hij dit dus ook niet van zichzelf kon eisen.
Maar ja, kon hij er wat aan doen dat hij het wel zo voelde?
Hij was inmiddels bij de hut van zijn moeder aangekomen en klopte zachtjes op de deur.
De chirurgijn deed open en geleidde hem zachtjes naar binnen.
“ Monsieur, kunt u mij vertellen hoe het met mijn moeders gezondheid is gesteld?” vroeg hij direct ongeduldig.
“Madame heeft een ernstige longontsteking opgelopen” zei de man bijna fluisterend terwijl hij hem zeer verontrust in de ogen keek.    
“Daarbij is ze emotioneel en lichamelijk ook nog eens zwaar uitgeput, waardoor ze zeker enige tijd nodig zal hebben om weer wat op krachten te komen.
Dit is slechts het goede scenario, helaas moet u bij u zelf ook rekening houden met de mogelijkheid dat uw moeder het misschien niet zal overleven.
Ze is net een kort moment bij kennis gekomen en heeft toen even een klein beetje water gedronken. Ik heb haar wat versterkende middelen toegediend, en nu is het afwachten, hoe en of, ze daar op gaat reageren.
Ik heb bij haar ook nog een kleine aderlating gedaan in de hoop dat ze daardoor wat sneller zal herstellen.” Met afgrijzen zag William een klein flesje bloed naast haar kooi op het dek liggen.
Zijn moeder kreunde zacht. Blijkbaar was deze man nog van de oude stempel, dacht hij.
Want zelf geloofde hij er niet zo in dat die behandelmethode zoveel positief effect zou opleveren, maar hij durfde de man daarover nu niet te bekritiseren.
“Mijn advies is om uw moeder zo veel mogelijk te laten drinken.
U moet namelijk absoluut zorgen dat ze niet uitdroogt, is dat begrepen?” Willam knikte.
“Ik zal de kok vragen of hij iets lichts voor uw moeder klaar wil maken.
Op het tafeltje daar staan een paar flesjes medicijnen.
Deze moet u haar om de twee uur toedienen, denk erom, het is erg belangrijk!
Ik kom over een paar uur wel weer even bij uw moeder kijken.”
“Dank u monsieur, dat zal ik erg op prijs stellen” zei hij dankbaar.
 De man verliet de hut en liet William met zijn moeder alleen.
         ---------------------
Zijn moeder ging de eerste dagen eigenlijk alleen maar verder achteruit.                         
Hoge koortsen teisterden haar lichaam, en een tijdlang zweefde ze tussen leven en dood.
Al die dagen hield William in de bedompte hut zittend bij de rand van haar kooi de wacht over haar waarin opnieuw de gevoelens van de vertwijfeling in hem hun kans grepen.
Genadeloos bleven die hem dagenlang pijnigen.
Hij bleef innerlijk steeds maar opnieuw worstelen met zijn vraagstuk op welke manier hij de situatie het beste had kunnen aanpakken.
Zijn ongenadige zelfkritiek zorgde ervoor dat hij geestelijk diep in een depressie wegzakte waaruit hij schijnbaar tevergeefs probeerde te ontsnappen.
Een storm van tegenstrijdige gevoelens joeg onophoudelijk dagenlang door hem heen. Hij bleef zichzelf maar verwijten dat hij door zijn houding van besluiteloosheid noch zijn land, noch zijn moeder een dienst had bewezen.
Telkens opnieuw worstelde hij diep van binnen met het gevoel van schaamte over zijn zwakke, besluiteloze karakter, die hem op zulke belangrijke momenten zo enorm in de weg konden staan om overtuigend en daadkrachtig te handelen.
Eigenlijk voelde hij zich nu onwaardig om de naam Brightton te dragen.
Zijn moeder kreunde, waardoor hij opnieuw uit zijn overpeinzingen werd opgeschrikt.
“Wi, .... William“ fluisterde ze zacht, “Ben, ..ben jij het, jongen?”
“Ja moeder, ik ben het.“ Ze probeerde uiterst moeizaam haar hoofd op te tillen om hem aan te kunnen kijken.
Maar hij sprong op en streek met zijn hand door haar klamme haar terwijl hij haar liefdevol aankeek. “Blijft u maar lekker rustig liggen moeder, alles komt wel weer goed.”
Ze glimlachte flauwtjes, en heel even kwam er weer wat glans op haar vaalbleke gezicht.
“H, .. hoe is het met jou jongen?, je ziet zo bleek.”
Dat was nu weer echt haar typische moedergevoel, dacht hij cynisch.
Zelf lag ze bijna voor dood, maar toch jezelf nog even zorgen maken over het feit dat je zoon een beetje bleek zag. “Met mij gaat het prima, moeder,” loog hij, “Ik ben blij te zien dat het nu iets beter met u gaat.”
“Kun je me eens vertellen wat er precies is gebeurd?” Verwonderd keek hij haar aan. “Weet u dat dan niet meer moeder?” vroeg hij haar zacht.
Ze was toch naar zijn mening in die dagen een enkele maal bij kennis geweest en hadden soms zelfs een aantal keren enkele woorden met elkaar gesproken. “Sorry jongen, ik kan me er niets meer van herinneren.”
Hij moest toch eens aan de chirurgijn vragen of dit wel helemaal normaal was, bedacht hij bezorgd. “Weet u dan helemaal niet meer dat u heeft staan zwaaien naar het Engelse fregat?, en dat u daarna tegen het dek sloeg van uitputting?”
Hij zag vaag enkele tekenen van herkenning op het gezicht van zijn moeder komen.
“Oh ja!, nu herinner ik het me weer.”
“Daarna heb ik onafgebroken bij u gewaakt omdat u een longontsteking had opgelopen en wij niet zeker waren of u het wel zou gaan halen.
Gisteren hadden wij terwijl u wakker werd elkaar zelfs nog even begroet, weet u nog wel?.”
“Sorry jongen, daar weet ik echt niets meer van.
Ik weet enkel nog dat ik stond te zwaaien en daarna, .. niets meer.”    
Dit gaf voor William duidelijk aan dat zijn moeder behoorlijk ver heen was geweest.
Iets wat hij natuurlijk allang al wist, maar door dit voorval nog maar eens extra aan hem werd bevestigd. “Gelukkig lijkt u nu wat sterker te worden, hoe voelt u zich vandaag moeder?”
“Al een ietsje beter jongen, alleen voel ik mijzelf nog zo vreselijk zwak en moe.
Maar hopelijk zal ik door goed te eten en de frisse zeelucht weer snel op krachten komen.”
William voelde met zijn hand aan haar voorhoofd om te kijken of zij soms nog koortsig was.
Maar die was van haar geweken, want ze voelde niet echt overdreven warm meer aan.
Volgens hem was nu het ergste gevaar wel voorbij. Hij haalde even opgelucht adem.
Hopelijk bleef dit zo en zou ze de komende dagen alleen nog maar sterker worden.
Het was alsof er een loden last van zijn schouders werd afgenomen en hij slaakte een grote zucht van verlichting. “Zal ik uw gezicht even met een koele doek opfrissen moeder?
Misschien knapt u er wat van op.” “Graag jongen, ik voel mij op dit moment zo klam en vies.
Zal ik daarna misschien wat te eten kunnen krijgen?, ik zou nu best wel wat lusten.”
Dat was in iedergeval een goed teken bedacht hij verheugd.
“Natuurlijk moeder, ik zal er direct om vragen. Hij riep direct om de marinier die altijd voor de deur op wacht stond en legde hem uit dat zijn moeder iets te eten wenste.
Daarna pakte hij de schaal die gevuld was met een klein beetje zoet water, iets wat aan boord van een schip een ware luxe was en slechts bij hoge uitzondering voor zoiets werd verstrekt, pakte een zachte doek en begon daarmee haar gezicht liefdevol wat op te frissen.
Zijn moeder genoot zichtbaar, met gesloten ogen.
Nadat hij klaar was droogde hij haar voorzichtig af.
“Hoe is het eigenlijk met je ribben gesteld William, heb je er nog veel pijn aan?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten