dinsdag 3 november 2015

41. Halen!, ..halen lamstralen!


Opnieuw hing hij nu half met zijn lichaam in het woeste, ijskoude water, en in doodsangst voelde hij dat zijn verkrampte handen de grip op de boot begonnen te verliezen.
Dit is het einde!, dacht hij.
Opeens grepen stevige armen hem in zijn kraag en sleepten ze hem met een ruk aan boord.
Hij kwam niet bepaald zachtzinnig tuyssen de roeiers terecht en versuft bleef hij even liggen.
Op het moment dat hij voorzichtig in de hevig stampende boot probeerde overeind te komen voelde hij een vlammende pijn bij zijn ribben.
Hij kreunde zacht en probeerde door diep adem te halen de pijn weg te zuchten.
Dankbaar keek hij de mannen aan die hem uit het water hadden weten te trekken.
Maar het gevaar bleek nog niet voorbij!, want de sloep had zo’n vaart gemaakt dat de roeiers hem nu niet meer in bedwang konden houden.
Met een enorme klap liep hij op het stootkussen.
Iedereen tuimelde over elkaar heen en er ontstond grote paniek!
“Zitten lamstralen!” bulderde de luitenant tweede klas, die blijkbaar het bevel over de sloep voerde, “Halen met die riemen!, halen!, voordat we als ratten verzuipen!”
De golf had de sloep ondertussen in zijn zuiging een aantal meters mee terug gesleurd naar een diep golfdal en zo’n honderd tachtig graden gedraaid.
Maar een nieuwe monstergolf rees alweer reuzen hoog onder hen op!
“Halen, halen!, lamstralen, gelijk op èèn, twee!” bulderde de luitenant boven het gieren van de wind uit.
De mannen rukten uit alle macht aan de riemen in een wanhopige poging te voorkomen dat ze opnieuw door de nieuwe golf zouden worden mee gevoerd.
De mannen spanden zich hard kreunend werkelijk tot het uiterste in en de riemen beten diep in het wild kolkende water.
Langzaam maar zeker kregen ze weer enigszins controle over de boot en verwijderden ze zich meter voor meter van de dreigende kliffen.
Tot hun geluk liep de golf onder de boot door en sleurde hij hen slechts enkele meters tot vlak voor het stootkussen met zich mee zonder hen enige schade toe te brengen.
Vlak voordat de boot opnieuw met hevige kracht het stootkussen zou raken, werd hij door de enorme zuiging van de golf teruggetrokken.
Ze maakten daar dankbaar gebruik van om de afstand tussen hen en de rotsen zo groot mogelijk te maken door als bezetenen mee te roeien.
Toen ze enige tijd later gelukkig weer op open water waren aangekomen liet de luitenant het roeien staken en de boot even drijven om de uitgeputte roeiers de gelegenheid te geven wat op adem te kunnen komen.
Een kort moment van rust was even hard nodig voordat er sprake kon zijn van een nieuwe afhaalpoging.
Iedereen was door en door verkleumd tot op het bot.
Vlug werden er dekens tevoorschijn gehaald om henzelf tegen de bittere kou te beschermen.
De luitenant beval om een vaatje rum, dat bij de lading bleek te zitten open te breken en iedereen daarvan wat te geven.
Haastig werd er in de lading naar mokken of andere dingen gezocht waarin ze het fel begeerde vocht konden uitdelen.
William, die bevend als een rietje in elkaar zat gedoken, voelde dat er een deken om zijn schouders werd geslagen en keek de man dankbaar aan.
Ook aan hem werd er wat van de rum aangeboden.
Gretig nam hij het aan en gulzig goot hij het met grote teugen naar binnen.
Hij voelde de weldadige warmte van de rum naar binnen stromen, en na enige tijd kwam hij weer een klein beetje bij zijn positieven.
Nog wel wat versuft door de kou en pijn keek William de sloep rond, om tot de geruststellende conclusie te komen dat zijn moeder, weliswaar eveneens verkleumd tot op het bot, veilig en wel samen met hem in de sloep zat en hem van afstand enige bezorgde blikken toe wierp.
Hij stak geruststellend zijn hand op ten teken dat het met hem wel goed ging en dwong zichzelf naar haar te glimlachen.                                                        
De luitenant gaf een lichtsignaal naar het kasteel als teken dat ze er weer klaar voor waren om de volgende afhaal poging te wagen, en dat de laatste man aanstalten moest maken om naar beneden af te dalen.
Het signaal werd vanaf het kasteel bevestigd en de bemanning van de boot maakte zich gereed om opnieuw het gevecht met de woeste elementen aan te gaan.
Iedereen, op lady Brightton na, kreeg het bevel om zijn deken weer in te leveren zodat ze in een waterdicht compartiment droog konden worden opgeborgen.
Er werd gecontroleerd of de lading wel goed vast zat gesjord om te voorkomen dat het door de overkomende golven over boord geslagen zou worden.
Alhoewel ze door de duisternis de man die ze moesten afhalen niet konden zien, wisten ze dat hij nu bezig moest zijn aan de gevaarlijke afdaling.
De sloep werd met zijn boeg weer in de richting van de rotsen gedraaid en in positie gebracht voor de nieuwe afhaalpoging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten