zondag 15 november 2015

54. Hoop!

William wist dat zijn moeder begiftigd was met een sterk karakter, maar zag dat ze het met al die ellende achter elkaar nu toch bijzonder moeilijk had.
Er was in enkele dagen dan ook zo ongelofelijk veel gebeurd!
In één klap was het gezin en het veilige leven dat ze kende uiteengeslagen en veranderd in een ware nachtmerrie.
Ondanks al deze ellende vertrouwde hij erop dat ze sterk genoeg zou zijn om zich er toch weer bovenop te vechten.
Maar de eerste zaak was om haar lichamelijk weer zo snel mogelijk op krachten te laten komen. Bezorgd keek hij in haar eens zo heldere ogen die nu dof in haar bleke gelaat stonden.
Hij zou er werkelijk alles voor over hebben gehad als hij haar dit alles had kunnen besparen.
Weer voelde hij in zichzelf die machteloze woede opkomen, die gemengd was met een intens verdriet over het verlies van zijn vader.
Ook gingen zijn gedachten weer uit naar Jeanne en Stuart en al die anderen die hij zo lief had gehad. Wat waren de gevolgen van een oorlog toch vreselijk, en wat gaf het toch een groot verlies aan waardevolle onschuldige mensen.
Zijn moeder verslikte zich in een stukje scheepsbeschuit en hij klopte haar voorzichtig, zachtjes op haar rug.
Ze pakte zijn hand en keek hem dankbaar en liefdevol aan.
“Als ik jou toch niet meer had mijn jongen, dan zou mijn leven geen enkele waarde meer voor me hebben. Ik zou dan niets meer over hebben om nog voor te willen leven, begrijp je dat?”
“Zeg dat niet moeder!, er zal altijd iets blijven wat het de moeite waard maakt om voor te blijven leven. Al zou het alleen maar zijn om deze verraders te ontmaskeren.
Alstublieft moeder geeft het nooit op!, .. beloof het me!”
Maar ze schudde vermoeid haar hoofd. “Ik denk dat ik dat niet meer op zou kunnen brengen William, vergeef me!” “Jij bent de enige waar ik nog om geef, de rest kan me gestolen worden!”
Ze viel uitgeput weer terug in haar kussens en ademde zwaar en onregelmatig. William vond het beter om dit gesprek op een ander moment voort te zetten. “Gaat u maar weer wat rusten moeder, het is voor ons beiden beter dat we nu lekker gaan slapen.
Morgen is er weer een nieuwe dag, dan praten we wel weer verder.”
Maar ze hield zijn hand nog stevig vast en vroeg hem zacht, ...”Zou je mij nog even willen blijven vergezellen tot ik in slaap val, alsjeblieft? Ik wil zo graag nog even van je aanwezigheid genieten en je vasthouden als dat mag.” William knikte bevestigend en gaf haar teder een kus op haar voorhoofd.
Ze keek hem met betraande ogen aan.
“Ik hou van je, jongen, ik hou van je! “ ze kneep hem stevig in zijn hand, waarna ze langzaam haar ogen sloot en een paar ogenblikken later rustig in een diepe slaap viel.
Voorzichtig maakte hij haar hand van de zijne los en trok hij het schapenvel netjes recht zodat hij zeker was dat ze er goed warm onder lag.
Hierna blies hij de olielamp uit en verliet stilletjes haar hut.
Ook hijzelf ging zich klaarmaken voor de nacht en dook daarna zijn kooi in.
Maar pas na enige uren viel hij van vermoeidheid in een lichte onrustige slaap.
De volgende morgen was hij al weer vroeg uit de veren.
Hij besloot, nadat hij geïnformeerd had naar de gezondheid van zijn moeder, aan dek te gaan om te zien of hij kon ontdekken waar het schip zich op dit moment bevond.
Misschien dat ze nog voordat ze de Atlantische oceaan zouden bereiken onderschept werden door een Engels fregat.
Hoewel hij terdege besefte dat die kans met dit weer uiterst gering zou zijn, bleef hij daarop hopen, misschien zelfs wel tegen beter weten in.
Hij vroeg toestemming om het dek te mogen betreden, dat hij ook direct kreeg.
De harde wind was nog steeds niet gaan liggen en eerder iets in kracht toegenomen ten opzichte van gisteren.
Hij zag aan stuurboord de rotsen donker tegen de grauwe lucht afsteken.
Jammer dat hij nu geen kijker had, dan had hij voor zichzelf beter kunnen bepalen op welke positie ze zich nu precies bevonden.
Maar hij dacht daar toch de contouren van het eiland Islay te herkennen.
Ze lagen volgens hem dan nu ongeveer ter hoogte van Loch Indaal schatte hij.
Dan moest zich daar schuin aan stuurboord Rhinns point bevinden, concludeerde hij voor zichzelf. Hij had deze route vele malen bevaren en kende hem daarom ook als zijn eigen broekzak.
Na Rhinns point lag de Atlantische oceaan wijd voor hen open.
Opeens werd er vanuit de mars van de fokkenmast iets naar beneden geroepen.
Er ontstond groot tumult en de maats liepen druk pratend en wijzend bij de verschansing te hoop.
De bootsman maakte daar onder luid geschreeuw en zijn eindje zwiepend touw snel korte metten mee.
Een maat die schijnbaar net iets te langzaam reageerde en daardoor wat te lang bleef staan kijken kreeg de volle laag.
De arme man werd luid vloekend afgeranseld en daarna weer aan zijn werk getrapt.
William keek in de richting die de maats hadden gewezen en zag tot zijn vreugde al snel wat al deze commotie had veroorzaakt.
Achter de landtong waren plotseling langzaam de marszeilen van een Engels fregat verschenen!
William hart sprong in hem op, en hij voelde een grote opwinding zich van hem meester maken.
Zou dit dan toch hun redding gaan betekenen?
Gespannen tuurde hij naar het schip dat langzaam meer en meer achter de landtong tevoorschijn kwam en nu duidelijk op hen af stevende.
In twintig minuten tijd konden ze binnen het bereik van zijn geschut komen te liggen.
Alhoewel het met dit weer niet eenvoudig zou zijn, zo niet onmogelijk dacht hij, om met zijn kanonnen zuiver te kunnen schieten.
Het onderste geschutsdek kon met dit ruige weer in ieder geval zeker niet worden gebruikt want dan zou het schip gegarandeerd door de hoge golfslag die er door de harde wind stond vollopen.
Maar ook zonder dat het gebruik kon maken van het zwaarste geschut was dit fregat een zeer geduchte tegenstander dat met het resterende geschut de brik verreweg overtrof.
Daarentegen was de brik lichter en daardoor dus veel sneller.
Hij zou met een aantal slimme manoeuvres het voordeel van de wind proberen te nemen en mogelijk daardoor het fregat eruit zeilen.
Die zou op zijn beurt dan kansloos zijn in de achtervolging van de brik.
Maar het fregat zal op zijn beurt daarvoor weer trachten om de brik vleugellam te maken, of op z’n minst een poging te doem om hem te vertragen door te proberen wat van zijn rondhout weg te schieten.
Hij verwachtte dat de commandant van het fregat alles in het werk zou stellen om de brik binnen het bereik van zijn geschut te krijgen.
William begon in stilte weer hoop te krijgen dat hij en zijn moeder zelfs mogelijk vandaag nog door hen bevrijd zouden worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten