vrijdag 20 november 2015

59. Tweestrijd

De boeg zou simpelweg aan splinters geschoten worden en ook bestond er de mogelijkheid dat er geen mast meer overeind zou blijven staan.
De brik was dan volkomen vleugellam geslagen en ten dode opgeschreven, temeer omdat terugschieten vanuit deze positie totaal onmogelijk was.
William bemerkte bij zichzelf dat hij nu ineens een enorme bewondering in hem voelde opkomen voor de getoonde moed en stoutmoedigheid van de Franse commandant.
Met deze beslissing nam hij een enorm risico, wat hem, als het hem gelukte om de Engelsen daadwerkelijk in de luren te leggen, veel roem bij zijn landgenoten zou opleveren.
Maar als deze gewaagde actie echter jammerlijk mocht falen, zouden ze hem net zo snel verwijten dat hij onverantwoorde beslissingen had genomen en hem de blaam van deze mislukte missie in zijn schoenen schuiven.
En mocht hij dan het gevecht met het fregat per ongeluk toch op één of andere manier overleven, en kon hij hierna als door een wonder heelhuids Frankrijk bereiken, dan was het alsnog voorgoed gedaan met zijn carrière bij de Franse marine.
Geen mens zou hem nog een commando over een marineschip toevertrouwen.
Alleen hoon en spot zouden dan nog zijn deel zijn, bedacht hij.
De beheerstheid en kalmte waarmee hij dit enorme risico nam gaf blijk van zeer groot vakmanschap.
De man speelde gevaarlijk hoog spel en liep werkelijk op het randje van de afgrond.
Het was voor hem en zijn bemanning nu erop of eronder!
Mocht deze stoutmoedige actie nu een fatale vergissing blijken te zijn, dan was er voor hem geen weg meer terug! 
“Ahoi, ... Monitor!” Ze werden voorzichtig door de Colossus gepaaid.
“Met wie heb ik de eer te mogen spreken?”
“Maak je bekend als kapitein Durham van de brik M.S Monitor “ sprak de Thonnon zacht tegen William, “En denk erom, geen geintjes! “
Met grote tegenzin begon hij te herhalen wat de commandant hem telkens zachtjes influisterde.
“Ahoi Colussus!, u spreekt met kapitein Durham, gezagvoerder van de M.S oorlogsbrik Monitor. 
Het is een genoegen u te mogen ontmoeten, waarmee kan ik u van dienst zijn?”
“U wordt verzocht uw lading en bestemming aan ons bekend te maken.”
De Franse commandant sprak opnieuw zacht de woorden voor waarmee William de kapitein van het fregat moest antwoorden. “We hebben voorraden aan boord die bedoeld zijn voor de vloot van sir William Calder. En hierna de opdracht van de admiraliteit om ons bij zijn blokkadevloot te voegen. Maar allereerst moeten wij nog een belangrijke passagiere op een geheime plaats afzetten.
Helaas verhinderen mijn orders mij om deze plaats aan u bekend te maken.
Ik verzoek om uw begrip hiervoor!” 
Hij zag de commandant van de Colossus naar één van zijn officieren lachen om zijn laatst gesproken woorden.
Er zou wel een slinkse opmerking zijn gemaakt met betrekking tot de mysterieuze vrouw die zich tot hun verbazing aan boord van deze oorlogsbodem van de Royal Navy bevond.
William kon wel raden waar het zo ongeveer over moest zijn gegaan, gezien het feit dat zoiets nogal bijzonder was.
Misschien dat het een commandant van een oorlogsbodem in oorlogstijd, als hij geluk had tenminste, maar eenmaal in zijn loopbaan zou overkomen. Waarschijnlijk voelden ze wel een klein beetje afgunst dat zij zelf nu niet in die gelukkige situatie verkeerden.
En zouden ze wel denken dat dit een liefje moest zijn van één of andere hoge vlagofficier, die het niet erg op prijs zou stellen als bekend werd dat hij heimelijk vrouwelijk bezoek ging ontvangen.
“Ik hoop dat u een behouden vaart zult hebben, sir, want we hebben vernomen dat sir Calden op dit moment om bevoorrading zit te springen.
We zullen u niet langer ophouden, want uw tijd is kostbaar en het weer werkt al niet zo best mee. Wij wensen u en uw charmante passagiere een rustige en behouden vaart toe.” 
“Dank u Collossus, wij wensen u hetzelfde, vaarwel.”
Het fregat liet zijn zeilen weer volbrassen en verwijderde zich langzaam van de Monitor.
William zag knarsetandend met lede ogen zijn laatste hoop op redding aan hem voorbij glijden. 
Er ontbrande in hem een enorme tweestrijd.
Was er dan niets wat hij nu nog kon doen? Hij keek in de richting van het kuildek waar een aantal verborgen kanonnen stonden opgesteld. 
Naast hen stonden de mannen met brandende lonten paraat.
De geschutspoorten waren nog steeds gesloten om het Engelse fregat te misleiden.
Hij bedacht dat hij misschien met een flinke sprong bij één van de kanonnen kon zien te komen om daar razendsnel een lont uit een maat z'n handen te grissen en die in het zundgat te duwen.
Bij het afgaan van het kanon zou de geschutspoort volledig worden weggeblazen wat zeker de aandacht van het wegvarende fregat zou trekken.
Misschien kon hij zelfs nog wel in de verwarring die dan ontstond kans zien om nog een tweede kanon af te vuren voordat ze hem uiteindelijk neer zouden schieten.
Hij kon misschien door het opofferen van zijn leven, en waarschijnlijk ook dat van zijn moeder, voorkomen dat dit schip zijn uiteindelijke doel zou bereiken.
Aan de andere kant had hij zijn woord als officier gegeven om het schip en bemanning niet in gevaar te brengen.
Het breken van zijn woord zou een enorm gezichtsverlies voor hemzelf en zijn familienaam betekenen.
De familie eer was vanaf dat moment voor altijd volledig te grabbel gegooid.
De naam Brightton zou dan zowel in Frankrijk als in zijn eigen land daarna voor eeuwig te boek blijven staan als iets onwaardigs en oneervols. 
Een naam waar slechts nog met grote minachting over gesproken zou worden.
Ze zouden hem bespotten en tot iets walgelijks maken.
Hij rilde bij die gedachte omdat hij wist, dat als hij het, tegen alle verwachtingen in, toch op een of andere manier zou overleven, hij met die grote smaad niet verder zou willen of kunnen leven.
Hij zou zich dan in zijn gehele verdere leven tussen de andere adel als een luis in een pels voelen.
Alles waar hij voor stond, zijn trots en eer als een Brightton en Engelse officier des koning, zou hij hiermee in één klap voorgoed worden verloochend.
Zijn gedachtes gingen uit naar zijn moeder die het waarschijnlijk ook niet zou overleven, en die, als ze dat toevallig toch wel mocht doen, dan in Frankrijk aan de schandpaal zou worden gezet om te dienen tot hoon en spot voor alle voorbijkomende Fransen.                                                    
Beiden zouden ze tot een voorwerp van schande worden gemaakt voor het hele Engelse volk, en mogelijk zelfs het kabinet in grote verlegenheid brengen.
Napoleons minister van propaganda zou er van smullen en het zeker niet nalaten om dit verhaal zo breed mogelijk uit te buiten ten dienste van hun eigen doeleinden.
Het was bijna de droom van een minister van propaganda om een echtgenote en zoon van een belangrijk lid van het Engelse oorlogskabinet op deze manier te kunnen neerzetten.
Dit zou hij allemaal op zijn geweten krijgen als hij nu besloot deze actie te ondernemen bedacht hij.
Daarentegen had dit schip documenten aan boord waar misschien wel het lot van heel Engeland aan verbonden was.
Was zijn persoonlijke eer en dat van zijn familie belangrijker dan het grote belang dat Engeland heette?, vroeg hij zichzelf vertwijfeld af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten