donderdag 5 november 2015

43. Onverwachts commando

In een flits begreep William dat hij nog de enige was die de man zou kunnen redden, omdat het voor de stuurman onmogelijk was om de boeg van de man af te wenden.
In dat geval zouden ze namelijk onmiddellijk dwars op de golf komen te liggen.
Bliksemsnel belegde hij de kabel op de spiegel, alhoewel hij wist dat dit grote gevaren met zich mee zou brengen, maar dit was slechts de enige kans die er nog over was.
“Houd je vast!” bulderde hij, terwijl hij zichzelf uit alle macht schrap zette voor de hevige ruk die komen zou.
Zou de ankerkabel het houden?, vroeg hij zich vertwijfeld af!
Met een zwiepend geluid kwam de kabel met een hevige ruk strak te staan.
De spiegel van de sloep kraakte in al zijn voegen en de kont van de sloep werd voor een moment in zijn geheel diep in de golf getrokken.
De mannen hapten snakkend naar lucht terwijl het ijskoude zeewater met grote kracht over hen heen spoelde.
Het duurde slechts seconden, maar voor de mannen leek het wel een uur voordat de golf eindelijk over hen heen was.
In de boot stond nu ongeveer een voet (30 cm) water, maar tot hun geluk bleef hij recht en wonder boven wonder ook nog drijven.
Ze voelden het anker een moment krabben, maar opnieuw kwam met een ruk de sloep weer tot stilstand en bleef hij nu gelukkig wel op zijn plaats liggen.
Enkele mannen konden nog net zien dat slechts twee meter voor hen uit de drenkeling met een flinke smak tegen het stootkussen werd geworpen waar ze zelf, als ze niet waren afgeremd door het anker, enkele seconden later ook zeker tegenaan geworpen zouden zijn.
De golf spatte met bulderend geweld uiteen en het schuim vloog de mannen om de oren.
William was door de hevige ruk en de kracht van de golf halverwege de boot geworpen.
Hij lag verward in een chaos van roeispanen en de armen en benen van een aantal roeiers, die net als hij door de enorme kracht van hun doften waren geworpen.
Versuft keek hij om zich heen en probeerde hij zich te bevrijden van zijn last.
Hij voelde nu elk botje van zijn lichaam, maar gunde zich geen tijd om er bij stil te blijven staan. Zijn ogen zochten instinctief naar zijn moeder, die hij tot zijn opluchting ongeveer een meter bij hem vandaan over een roeibank gebogen zag liggen.
Ze was dus gelukkig niet over boord geslagen, maar zou ze nog leven?
Zachtjes lag hij zijn hand op haar schouder en riep hij haar aan.
“Moeder!, .. moeder!” Versuft kwam ze langzaam overeind.
Afgezien van een paar blauwe plekken en dat ze, net als iedereen, doornat en ijskoud was, bleek ze niet ernstig gewond te zijn geraakt en hij slaakte dan ook een zucht van verlichting.
Snel nam hij de situatie in zich op.
Zover hij kon zien waren er gelukkig ook geen andere personen overboord geslagen, wat op zichzelf genomen al een groot wonder te noemen was.
Maar voor de rest was het een enorme chaos.
In de boot stond zeker een voet water, en de helmstok was voor de helft tot splinters geslagen.
Het roer was daardoor totaal onbruikbaar geworden en ze waren vanaf nu dus voor de besturing van de boot geheel en al op de roeiers aangewezen.
Misschien kon hij hem tijdelijk verlengen met een ongeladen geweer, bedacht hij vlug.
Maar dat kon alleen maar aangebracht worden als ze weer bij de rotsen vandaan waren gekomen.
Iedereen lag door en over elkaar heen verstrikt in andermans armen of benen. Zijn ogen zochten naar de luitenant die het bevel over de boot voerde en vonden hem na enig zoeken buitenwesten voorover liggend tussen de roei doften drijven.

In de chaos wist blijkbaar niemand meer goed wat hij moest doen en hij besloot om het bevel van de sloep op zich te nemen voor dat het te laat was.
Tijd nemen om de sloep leeg te hozen was uitgesloten wist hij, ze moesten maken dat ze hier zo snel mogelijk wegkwamen.
“Haal die man met zijn hoofd uit het water!” brulde hij, terwijl hij heftig met zijn handen zijn
woorden aan hen probeerde duidelijk te maken.                                                      
Enkele mannen begrepen wat hij bedoelde en sleepten de luitenant vervolgens snel op een roeibank.
Daar trachtten ze de man weer bij zijn positieven te brengen.
De boot werd nu door de zuiging van de zich terugtrekkende golf een aantal meters teruggeworpen en met zijn boeg een kwartslag omgetrokken.
Hierdoor kwamen ze nu in een levensgevaarlijke positie omdat ze door deze plotselinge manoeuvre dwars op de golven terecht waren gekomen.
Als ze niet ingrepen, betekende de volgende aanstormende golf zeker het einde!.
William besefte dat hij slechts zeer kort de tijd had om de boot weer recht te krijgen!
“Stuurboord riemen gereed maken!” bulderde hij naar de mannen.
Hij hoorde aan bakboord een bonk alsof er iets tegen de zijkant van de boot spoelde en keek wat dat kon zijn.
Plots zag hij de gevallen drenkeling buitenwesten met zijn gezicht voorover in het water voorbij drijven. De zuiging had ook hem weer van de rotsen afgetrokken.
Blijkbaar was hij door de enorme smak die hij tegen het stootkussen had gemaakt buitenwesten geraakt.
Mooie opruiming, bedacht hij grimmig bij zichzelf, die verrader verdiende niet beter.
Hij schrok nu eigenlijk van zichzelf en beschaamd vroeg hij zich af of hij nu niet net zo moordzuchtig was geworden als zijn tegenstanders.
Het was tenslotte nog steeds wel een mens waar het hier om ging.
In een snelle beweging boog hij voorover en kon hij de man nog net in zijn kraag grijpen voordat hij buiten zijn bereik was gedreven.
Hij wenkte een ander en samen sleurden zij hem met vereende krachten aan boord, waarna de man als voor dood op een roei doft bleef liggen.
William schonk er geen seconde aandacht meer aan dan absoluut nodig was, hij had nu wel wat anders aan zijn hoofd.
Aan stuurboordzijde zag hij alweer de volgende golf als een afschrikwekkend monster wit-schuimend uit de diepte oprijzen!
Dit is het einde!, schoot hem door het hoofd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten